Insulae H2.5 Gevaarlijke stoffen

Afspraken
Telefoon in telefoontas
Spullen bij en op tafel
Huiswerk gemaakt = 30 min aan huiswerk gewerkt
Zet je begin en eindtijd bij je opgaven
Respectvol naar jezelf, je medeleerlingen en docenten
Veiligheid voor alles
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Afspraken
Telefoon in telefoontas
Spullen bij en op tafel
Huiswerk gemaakt = 30 min aan huiswerk gewerkt
Zet je begin en eindtijd bij je opgaven
Respectvol naar jezelf, je medeleerlingen en docenten
Veiligheid voor alles

Slide 1 - Tekstslide

Gevaarlijke stoffen uitleg les 2.5
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning
0 min    
2 min    Uitleggen doelen deze les
5 min    Theorie uitleg
15 min  Zelfstandig werken/ huiswerkcontrole
35 min Filmpje

Inhoud
Werkvorm
Ontvangst
Individueel
Herhalen vorige lesdoelen
Klassikaal
Quizz over het huiswerk
Klassikaal
Nieuwe Lesdoelen uitleggen
Klassikaal
Afsluiting herhalen doelen deze les
Klassikaal
Lesplanning

Slide 3 - Tekstslide

Doelen (vanuit Insulea)
  • L2 -22 Je kunt verschillende soorten gevaren noemen die bij stoffen komen kijken.
  • L2 -23 Je kunt daarvan het symbool herkennen of zelf tekenen. 

Slide 4 - Tekstslide

Doelen (vanuit Insulea)
  • L2 -22 Je kunt verschillende soorten gevaren noemen die bij stoffen komen kijken.
  • L2 -23 Je kunt daarvan het symbool herkennen of zelf tekenen. 

Slide 5 - Tekstslide

1. Op een spuitbus haarlak staat dit veiligheidssymbool.
Is het verstandig dat je moeder haarlak gebruikt, terwijl in dezelfde ruimte een föhn aanstaat?
A
Ja
B
Nee
C
Aliens

Slide 6 - Quizvraag

2. Je ziet op de tube twee veiligheidspictogrammen.
De betekenis van de onderste is bekend,
maar wat betekent de bovenste?
A
Licht ontvlambaar
B
Giftig
C
Irriterend
D
explosief

Slide 7 - Quizvraag

3. Zoek in je bijlagenboek het gas fluor op. Welke gevaren horen hierbij?
A
giftig, corrosief, oxiderend, brandbaar
B
giftig, corrosief, oxiderend, explosief
C
giftig, corrosief, oxiderend, gezondheidsgevaar
D
giftig, corrosief, oxiderend, irriterend

Slide 8 - Quizvraag

4. Zoek in je bijlagenboek de stof kobalt op. Welke gevaren horen hierbij?
A
Giftig
B
Corrosief
C
Milieugevaarlijk
D
Radioactief

Slide 9 - Quizvraag

5. Zoek in je bijlagenboek de vloeistof terpentijn op. Welke gevaren horen hierbij?
A
Irriterend, explosief, corrosief, ontvlambaar
B
Irriterend, giftig, milieugev., ontvlambaar
C
Irriterend, explosief, giftig, ontvlambaar
D
Irriterend, corrosief, giftig, ontvlambaar

Slide 10 - Quizvraag

6. Waar beschermt de veiligheidsbril tegen?
A
Schadelijke stoffen in je ogen spatten
B
Schadelijke dampen in je ogen komen
C
Giftige stoffen in je ogen komen
D
Giftige dampen in je ogen komen

Slide 11 - Quizvraag

7. Waartegen doe je een gaspak aan?
A
Schadelijke stoffen in je ogen spatten
B
Schadelijke dampen in je ogen komen
C
Giftige stoffen in je ogen komen
D
Giftige dampen in je ogen komen

Slide 12 - Quizvraag

8. Het gevaar van kleine hoeveelheden gif is dat ze in het lichaam kunnen blijven zitten en zo de giftigheid opgestapeld wordt.
A
Juist
B
Onjuist
C
Aliens

Slide 13 - Quizvraag

9. Water is giftig in grote dosis.
A
Juist
B
Onjuist
C
Aliens

Slide 14 - Quizvraag

10. Was dit een leuke manier om de stof te herhalen?
A
Ja
B
Nee
C
Ja langer
D
Ja korter

Slide 15 - Quizvraag

Doelen (vanuit Insulea)
  • L2 -24 Je kunt uitleggen waarom kunststoffen onmisbaar zijn in de huidige samenleving.
  • L2 -25 Je kunt uitleggen wat de nadelen zijn van kunststoffen.
  • L2 -26 Je kunt de drie hoofdgroepen van kunststoffen benoemen.
  • L2 -27 Je kunt rekenen met het trappetje uit hoofdstuk 1. 
  • L2 -28 Je kunt woordformules omzetten in formules met symbolen.  

Slide 16 - Tekstslide

Plastic overal
  • L2 -24 Je kunt uitleggen waarom kunststoffen onmisbaar zijn in de huidige samenleving.
  • L2 -25 Je kunt uitleggen wat de nadelen zijn van kunststoffen.
  • L2 -26 Je kunt de drie hoofdgroepen van kunststoffen benoemen.
  • L2 -27 Je kunt rekenen met het trappetje uit hoofdstuk 1. 
  • L2 -28 Je kunt woordformules omzetten in formules met symbolen.  

Slide 17 - Tekstslide

Gaat bijna niet stuk
  • L2 -24 Je kunt uitleggen waarom kunststoffen onmisbaar zijn in de huidige samenleving.
  • L2 -25 Je kunt uitleggen wat de nadelen zijn van kunststoffen.
  • L2 -26 Je kunt de drie hoofdgroepen van kunststoffen benoemen.
  • L2 -27 Je kunt rekenen met het trappetje uit hoofdstuk 1. 
  • L2 -28 Je kunt woordformules omzetten in formules met symbolen.  

Slide 18 - Tekstslide

elastomeer, thermoharder, thermoplast
  • L2 -24 Je kunt uitleggen waarom kunststoffen onmisbaar zijn in de huidige samenleving.
  • L2 -25 Je kunt uitleggen wat de nadelen zijn van kunststoffen.
  • L2 -26 Je kunt de drie hoofdgroepen van kunststoffen benoemen.
  • L2 -27 Je kunt rekenen met het trappetje uit hoofdstuk 1. 
  • L2 -28 Je kunt woordformules omzetten in formules met symbolen.  
3 soorten kunststof
thermoharder, elastomeer, thermoplast

Slide 19 - Tekstslide

Doen:
Afmaken en nakijken 2.5
Lezen en samenvatten H2.6 en H2.7
timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide