week 21 les 1 bijwoorden hoeveelheid en muy/mucho

Buenos días
Lunes, 18 de mayo
¿Qué vamos a hacer?
  • quiz
  • adverbios de cantidad - bijwoorden hoeveelheid
  • muy en mucho
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Buenos días
Lunes, 18 de mayo
¿Qué vamos a hacer?
  • quiz
  • adverbios de cantidad - bijwoorden hoeveelheid
  • muy en mucho

Slide 1 - Tekstslide

Inleveropdracht
57%

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

het vliegtuig

Slide 4 - Open vraag

te voet gaan

Slide 5 - Open vraag

de auto

Slide 6 - Open vraag

caro

Slide 7 - Open vraag

seguro

Slide 8 - Open vraag

cómodo

Slide 9 - Open vraag

Estamos ……. la clase.
A
a
B
de
C
en

Slide 10 - Quizvraag

Vamos ….. Valencia.
A
a
B
de
C
en

Slide 11 - Quizvraag

Voy al colegio …. bici.
A
a
B
de
C
en

Slide 12 - Quizvraag

Vengo …. Madrid.
A
a
B
de
C
en

Slide 13 - Quizvraag

El libro está… la mesa.
A
a
B
de
C
en

Slide 14 - Quizvraag

¿Preguntas de los deberes?
LE: ej. 6.1, 6.7, 6.8

Slide 15 - Tekstslide

Bijwoorden van hoeveelheid
demasiado    =   teveel
Luisa trabaja demasiado.
mucho           = veel
Ana viaja mucho.
bastante        = aardig wat/tamelijk veel
Pedro estudia bastante
poco              = weinig
Rosa estudia poco.
Wat zijn bijwoorden?
woorden die iets zeggen over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord. Ze zijn onveranderlijk. 

Slide 16 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden van hoeveelheid.
demasiado, mucho, bastante, poco, kunnen ook bijvoeglijk gebruikt worden. Wat heb je geleerd over bijvoeglijke naamwoorden?
In tegenstelling tot een bijwoord veranderen ze wel. Ze passen zich aan aan het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan. 

Slide 17 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden van hoeveelheid
demasiado - demasiada - demasiados - demasiadas
mucho - mucha - muchos - muchas
bastante - bastantes
poco - poca - pocos - pocas
vb: mucha gente, bastantes libros, pocas chicas

Slide 18 - Tekstslide

muy
Muy is een bijwoord en het zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord. Het versterkt het bijvoeglijk naamwoord. Het betekent dan heel of erg.
vb: La casa es grande = Het huis is groot.
      La casa es muy grande = Het huis is heel groot. 

Slide 19 - Tekstslide

Vul in: muy of mucho/a/os/as
1. Mi hermana es ................... simpática.
2. Tengo ...................... amigos.
3. En el parque hay ........................ gente.
4. Mi padre tiene un coche ................... bonito. 
5. En nuestro barrio hay ........................... casas. 
6. Mi amigo es.............. trabajador. Siempre estudia ................

Slide 20 - Tekstslide

Vul in: muy of mucho/a/os/as
1. Mi hermana es ..muy...... simpática.
2. Tengo ........muchos........ amigos.
3. En el parque hay .......mucha......... gente.
4. Mi padre tiene un coche .....muy......... bonito. 
5. En nuestro barrio hay ..........muchas........ casas. 
6. Mi amigo es...muy.... trabajador. Siempre estudia ...mucho...

Slide 21 - Tekstslide

A trabajar: Tarea 3.5 y 3.6
Los adverbios de cantidad

Open je module op pagina 29 en maak de opdracht.

De pagina uit je LA vind je op de volgende dia. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Bekijk de uitleg over muy en mucho in het volgende filmpje. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Deberes para 19 de mayo
  • leren: Vocabulario 3.1 
  • Leren: bijwoorden hoeveelheid en muy en mucho.
  • Tarea 3.5 
  • maken LA: pág. 103 ej. 3, 4 ,5

Slide 26 - Tekstslide