1hvb 8-4-2024 - Meervouden op -s

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen
  • laptop
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen
  • laptop

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen
  • Bespreken huiswerk
  • Uitleg H4: meervouden op -s
  • Huiswerk maken

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
H3 SP (v.a. blz.94): opdrachten 3 en 5

Slide 3 - Tekstslide

Dictee
  • brieven
  • gebouw
  • kauwgum
  • industrieën
  • bacteriën
  • cadeau
  • couplet
  • auteur
  • douane
  • spinnenwebben

Slide 4 - Tekstslide





Na deze lessen kun je
  • meervouden die eindigen op -s correct spellen.
  • woorden met ei en ij correct spellen.
Doel

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg H4 (blz. 124)
Meervouden op -s

Slide 6 - Tekstslide

Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en, maar er zijn ook zelfstandige naamwoorden met een meervoud op -s.

Slide 7 - Tekstslide

Zo maak je een meervoud op -s:
• Je schrijft een -s achter het enkelvoud:
bezem → bezems; 
café → cafés; 
decoratie → decoraties; 
race → races

Slide 8 - Tekstslide

Je schrijft -’s (apostrof + s) achter het enkelvoud:
  • bij woorden op -a, -i, -o, -u of -y: 
pyjama → pyjama’s; 
kiwi → kiwi’s; 
jojo → jojo’s; 
sudoku → sudoku’s; 
lolly → lolly’s

Slide 9 - Tekstslide

Je schrijft -’s (apostrof + s) achter het enkelvoud:
  • bij afkortingen:
pc’s
havo’s
tv’s 
WK’s

Slide 10 - Tekstslide

Let op: bij woorden die eindigen op twee of drie klinkers die samen één klank vormen, schrijf je in het meervoud de -s aan het woord vast:

milieu → milieus
etui → etuis
gameboy → gameboys.

Maar: cavia’s en radio’s, want hier klinken de klinkers niet samen: ca-vi-a, ra-di-o.

Slide 11 - Tekstslide

Meervoud van tv
A
tv's
B
tvs

Slide 12 - Quizvraag

Meervoud van dictee
A
dictees
B
dictee's

Slide 13 - Quizvraag

Meervoud van garage
A
garage's
B
garages

Slide 14 - Quizvraag

Meervoud van foto
A
fotos
B
foto's

Slide 15 - Quizvraag

Meervoud van dominee
A
dominees
B
dominee's

Slide 16 - Quizvraag

Meervoud van slee
A
sleeën
B
sleën

Slide 17 - Quizvraag

Meervoud van rollade
A
Rollades
B
Rollade's

Slide 18 - Quizvraag

meervoud van menu

Slide 19 - Open vraag

meervoud van radio

Slide 20 - Open vraag

meervoud van camera?

Slide 21 - Open vraag

meervoud van cavia

Slide 22 - Open vraag

Wat:
H4 SP (v.a. blz. 124):
maak opdracht 1 

Hoe:
Met je buurman/buurvrouw

Klaar?
Ga verder met opdracht 2 





Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je
groen:  fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent  


Aan het werk!
timer
1:00

Slide 23 - Tekstslide






Je kunt
  • meervouden die eindigen op -s correct spellen.
  • woorden met ei en ij correct spellen.
Doel

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
woensdag 10 april

Maken:
H4 SP (blz. 124): opdrachten 1 en 2




Slide 25 - Tekstslide