voorbereiding toets H 3 woorden, grammatica, spelling

voorbereiding toets H3
Woorden
Grammatica
Spelling
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

voorbereiding toets H3
Woorden
Grammatica
Spelling

Slide 1 - Tekstslide

de aanpak
A
eng
B
graag willen dat iets gebeurt
C
hoe je iets gaat doen
D
een moeilijke taak

Slide 2 - Quizvraag

de uitdaging
A
een bijzondere prestatie
B
graag willen dat iets gebeurt
C
hoe je iets gaat doen
D
een moeilijke taak

Slide 3 - Quizvraag

inspireren
A
een bijzondere prestatie
B
mensen enthousiast maken
C
hoe je iets gaat doen
D
wat je hebt geleerd

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent "de sfeer"?

Slide 5 - Open vraag

gespannen

Slide 6 - Woordweb

welk woord zie je hier?
esvuern

Slide 7 - Open vraag

welk woord zie je hier?
akazroo

Slide 8 - Open vraag

Noem de tegenstelling:
zwart
A
donker
B
licht
C
wit

Slide 9 - Quizvraag

tegenstelling

Slide 10 - Tekstslide

groot

Slide 11 - Open vraag

boven

Slide 12 - Open vraag

geven

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Waaruit bestaat het wg
A
pv
B
werkwoord
C
alle werkwoorden

Slide 28 - Quizvraag

We hebben ons boek in onze tas gedaan.
WG=
A
ons boek
B
in onze tas
C
hebben
D
hebben gedaan

Slide 29 - Quizvraag

We hebben ons boek in onze tas gedaan.
o=
A
ons boek
B
in onze tas
C
we

Slide 30 - Quizvraag

We hebben ons boek in onze tas gedaan.
wat is "ons boek"
A
LV
B
WG
C
O
D
weet niet

Slide 31 - Quizvraag

Welke vraag stel je om het LV te vinden?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

verleden tijd van kijken
hij kijkt dus ook hij

Slide 35 - Open vraag

verleden tijd van hangen
hij hangt dus ook hij

Slide 36 - Open vraag

Meervoud op -en
Bij veel zn zet je simpel -en achter het woord
Voorbeeld: boek - boeken

Slide 37 - Tekstslide

Uitzonderingen
korte klank: extra medeklinker
Kat - katten
lange klank: letter valt weg
Muur - muren
Soms verandert er een letter
neus - neuzen

Slide 38 - Tekstslide

gevaar

Slide 39 - Open vraag

bal

Slide 40 - Open vraag

grap

Slide 41 - Open vraag

avontuur

Slide 42 - Open vraag

Slide 43 - Tekstslide