3.4 - A - De crisistijd


3.4 -  De crisistijd
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


3.4 -  De crisistijd

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen hoe het ging met de economie in de jaren 30. 

  • Je kunt uitleggen hoe antidemocratische partijen opkwamen. 

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Crisis in de wereld
  • Antidemocratische partijen
  • Hitler in de politiek
  • NSB
  • Video
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide


Crisis in de wereld 


  • Door overproductie van fabrieken, veel kopen op afbetaling en brak in 1929 de economische wereldcrisis uit. De crisis begon in Amerika. 
  • Landen die veel met de VS handelen, worden de crisis mee in gesleept... 
  • Ook in Nederland nam het aantal werklozen toe en moesten veel mensen leven van een uitkering. 

Slide 4 - Tekstslide

Antidemocratische partijen
  • Na het verlies van de Eerste Wereldoorlog was het in Duitsland onrustig. 

  • Duitsland moest als enige boeten voor de Eerste Wereldoorlog en veel Duitsers waren daar boos over. 

  • Hitler maakte tegelijkertijd zijn politieke carrière en sloot zich aan bij de NSDAP. De leden werden de nazi's genoemd.

Slide 5 - Tekstslide

Hitler in de politiek
  •  Hitler bewonderde de fascistische leider van Italië, Mussolini, die in 1922 met de Mars op Rome de macht had gegrepen.

  • Het nationaalsocialisme kenmerkte zich door antidemocratisch, nationalistisch en totalitair, maar ook racistisch.

  • Het Duitse "arische" ras is beter dan alle andere rassen.

Slide 6 - Tekstslide


Hitler wordt kanselier


  • Na de democratische verkiezingen van november 1932, waarbij de NSDAP de grootste werd, wordt het land vrijwel onbestuurbaar.
  • Andere partijen (en de president) kunnen niet meer om Hitler heen: hij wordt kanselier (minister-president). Hitler schaft direct de democratie af. 

Slide 7 - Tekstslide

NSB
  • Ook in Nederland komen antidemocratische partijen op.

  • Anton Mussert richt de Nationaalsocialistische Beweging (NSB) op. 

  • Voor de oorlog kreeg de NSB maar weinig aandacht. Veel Nederlanders stemden op gematigde partijen. 

Slide 8 - Tekstslide


Leven in nazi-Duitsland

  • Alle partijen, behalve de NSDAP, worden verboden.
  • Sommige burgerrechten worden afgeschaft.
  • Politieke tegenstanders werden opgesloten in concentratiekampen die worden geleid door de SS. 
  • Alle verenigingen en vakbonden kwamen in handen van de nazi's (Hitlerjugend)

Slide 9 - Tekstslide


Propaganda

  • Hitler maakt graag gebruik van moderne technieken, zoals film.
  • Nazi-propaganda werd gebruikt in kranten, film en radio. 
  • Er werd gebruikt gemaakt van indoctrinatie: de nazi-ideeën waren de enige goede ideeën. 
  • Oprichting van jeugdverenigingen zoals de Hitlerjugend.


Slide 10 - Tekstslide

Rassenleer
  • Rassenleer: het idee dat er onderscheid kan worden gemaakt tussen hogere rassen en lagere rassen. 

  • De Joden worden hierbij vooral geschaad, maar ook Roma en Sinti (zigeuners), gehandicapten, homoseksuelen, werklozen en psychiatrische patiënten zijn een "gevaar" voor het Arische ras. 



Slide 11 - Tekstslide


Hitler's populariteit stijgt



  • Desondanks de economische crisis gaat het goed in Duitsland. 
  • Duitsland gaat over op een oorlogsindustrie door de bouw van tanks. 
  • Vrouwen werden ontslagen, waardoor er meer banen kwamen voor mannen, de werkloosheid en armoede neemt af. Het vertrouwen van Duitsland neemt toe.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen welke politieke problemen er ontstonden in Duisland.

  • Je kunt uitleggen welke economische problemen er ontstonden. 

Slide 14 - Tekstslide