kunststromingen

1 / 25
volgende
Slide 1: Video
Grafische VormgevingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je na deze les
  • Verschillende kunstvormen  
  • Kunststromingen: 
  • Barok
  • Impressionisme
  • Surrealisme
  • Pop-art
  • Welke bekende kunstenaars bij de stromingen horen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een kunstvorm.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kunstvormen
Door de eeuwen heen hebben mensen zaken uitgebeeld in verschillende kunstvormen. Je kunt denken aan schilderkunst, beeldhouwkunst, theater, dans, fotografie, architectuur, literatuur  en muziek. Er zijn stijlen en stromingen in de kunst ontstaan die typisch zijn voor een bepaalde periode. Zie de tijdlijn op het raam. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de betekenis van literatuur?
Etym: Lat. litteratura = letterschrift, letterkunde < littera = letter. Algemene aanduiding voor alle mondeling (orale literatuur) of schriftelijk overgeleverde teksten die men op uiteenlopende gronden van andere teksten onderscheidt vanwege hun veronderstelde specifieke, meestal kunstzinnige karakter.

Architectuur is de kunst en wetenschap van het ontwerpen van de gebouwde omgeving; inclusief steden, gebouwen, woningen, interieurs, tuinen, landschappen, ...
De eerste schilderingen zijn gemaakt in grotten, zoals deze in Frankrijk. De schilderingen zijn tussen de 10.000 en 15.000 jaar oud. 

Slide 5 - Tekstslide

Er wordt nog steeds gediscussieerd over de reden  waarom ze zijn gemaakt. Was het een soort gebed aan de goden voor een goede jacht. Was het bedoel als dank voor een geslaagde jacht. was het een pure decoratie ? De grottekeningen werden voornamelijk door vrouwen gemaakt. (te herleiden door handafdrukken) 
Wat is niet waar over grottekeningen?
A
De kleur zwart was van houtskool
B
De kleur wit was van krijt
C
De kleur geel was van bloemen
D
De kleur rood was van aarde en bloed

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Barok 
1600-1720
  • Het woord barok komt van het Portugese barroco, wat 'onregelmatig gevormde parel' betekent
  • ontstaat in Italië
  • extreem realistisch
  • dramatische effecten - veel emoties op gezichten
  • sterke licht/ donker contrasten
  • veel vaart en beweging, drukke figuren

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rembrandt van Rijn- De Nachtwacht ,  1642
De heilige drievuldigheid
Hendrick van Balen
1620
Gian Lorenzo  Bernini- 
Anima Dannata,                        1619

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer was de barok?
A
1600-1700
B
1600-1720
C
1600-1750
D
1500-1620

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Impressionisme
1874- 1910


  • Ontstaan in Frankrijk
  • Het is minder realistisch
  • Werken in de buitenlucht
  • Licht, kleur en de lucht zijn van belang.
  • Korte, snelle en kleurige verfstreken (weinig zwart, bruin en grijs), pointillisme 
De populieren Claude Monet , 1887

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cézanne
Montagne Sainte-Victoire (1887)
Monet- Impression, soleil levant (Impressie, opkomende zon (1874)

Slide 12 - Tekstslide

Impressionisme is een stijl van schilderen die zich ontwikkelde in 1860-1870 Frankrijk en zich verspreidde over Europa. De naam voor deze beweging komt uit de titel van "Impression, Sunrise", een schilderij van Monet, die ter beschikking gesteld voor de eerste impressionistische tentoonstelling in 1874. Het was een revolutionair nieuwe speelstijl van schilderen waarbij de kleur en de indruk die de kunstenaar had op de voorgrond trad. In tegenstelling tot de 19e eeuwse schilderkunst liet het impressionisme de inhoud, structuur en de samenstelling van het schilderij een beeld achter van een waargenomen werkelijkheid of een uitgedrukte sfeer
Noem één kenmerk van het impressionisme dat je terugziet in het schilderij.

Slide 13 - Woordweb

- buitenlucht geschilderd
- licht, kleur en atmosfeer zijn belangrijk
- korte, snelle en kleurige verfstreken
- minder realistisch

Wat vind jij van deze kunststroming?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Surrealisme
1920 - 1946
  • Fantasie of droomwereld
  • alledaagse dingen worden op een gekke manier met elkaar verbonden
  • nauwkeurig & gedetailleerd

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dali- The Temptation of St. Anthony 1947(
Rene Magritte

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou het woord surrealisme betekenen als je de schilderijen ziet?
A
Vreemd/onwerkelijk.
B
Als een foto.
C
Saai/kleurloos.
D
zoals het in het echt is.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pop- Art
1950-1960
 Populaire Art (= PopArt)
  • Ontstaat in New York en Londen
  • Gebruik van gevonden voorwerpen of afbeeldingen
  • Afbeeldingen uit reclame, televisie, strips en tijdschriften worden verwerkt in kunst. 
  • Vaak  worden afbeeldingen herhaald.
  • Fel kleurgebruik.
Andy Warhol

Slide 18 - Tekstslide

De beweging daagde als het ware de traditionele beeldende kunst uit door voorwerpen uit de populaire en massacultuur in het kunstwerk op te nemen, zoals onderdelen uit reclame, stripboeken en alledaagse voorwerpen die in massa geproduceerd zijn, bv blikjes chicken noodle soep.
Pop-art gebruikt vaak afbeeldingen die op dat moment in advertenties worden gebruikt.
Keith Haring
Dropped cone, 
Claes Oldenburg

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk schilderij is pop-art?
A
B
C
D

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stroming spreekt jou het meeste aan en waarom? 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kunststroming spreekt jou het meest aan en leg uit waarom?
Barok, Impressionisme, Pop-Art, Surrealisme

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht pop-art stijl! 
1. Begin met potlood. 
2. Schrijf je naam in blokletters het midden van het schildersdoek.
3. Trek je naam om met zwarte stift. Kleur de letters van je naam in. 
4. Maak met potlood een vorm om je naam heen, bijvoorbeeld een stervorm, wolkjesvorm, tekstballon. Trek de vorm om met zwarte stift. 
5. Vul de ruimte om je naam in met een kleur en/of patroon (bijvoorbeeld, stipjes, streepjes).
6. De overige ruimte daaromheen verdeel je door rechte lijnen naar de buitenkant te trekken. Kleur de vakken die zijn ontstaan in met een kleur of een patroon.  

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Maak de graphic organizer: Categoriseren.
1. Vul bovenin in: kunststromingen
2. Vul daaronder in: Barok, Impressionisme, Surrealisme, Pop-Art
3. Vul in wat je nog weet over de kunststromingen. 
4. Klaar? Bespreek in je groepje wat je hebt opgeschreven en vul aan. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies