7.2 Slavernij in de koloniën

Tijd van Pruiken en Revoluties (deel 1)
7.2 Slavernij in de koloniën
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Tijd van Pruiken en Revoluties (deel 1)
7.2 Slavernij in de koloniën

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
1. Je kunt uitleggen wat het verband is tussen de opkomst van plantagekoloniën in West-Indië en de toenemende trans-Atlantische slavenhandel.
2. Je kunt verklaren hoe in Suriname een complexe samenleving ontstond met diverse bevolkingsgroepen, plichten en rechten.
3. Je kunt verklaren welke veranderingen in de Europese samenleving de opkomst van het abolitionisme veroorzaakten




Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkend aspect
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme

Slide 3 - Tekstslide

William Wilberforce
Engels parlementariër --> streed voor sociale hervormingen
Christen en voorvechter van de anti-slavernij beweging
In 1807 neemt het Lagerhuis een wet aan die de slavenhandel verbiedt

Hoe heeft het zover kunnen komen? Ontstaan slavernij




Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

De suikerplantages van Suriname
  • De Engelsen begonnen met plantagekoloniën in Suriname. Suriname bood ideale omstandigheden voor het verbouwen van rietsuiker.
  • Indianen waren niet geschikt voor werk op de plantage. De plantagehouders haalden slaven uit Afrika.
  • Deze slaven werden aangevoerd door middel van de trans- Atlantische slavenhandel (driehoekshandel).
  • Suriname werd veroverd op de Engelsen door Zeeuwen en Hollanders. 
  • De Staten- Generaal zorgden voor soldaten die de belangen van de plantagehouders verdedigden.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Driehoekshandel (WIC 1621)

Slide 8 - Tekstslide

Lees op bladzijde 129 John Stedman en Boni. In hoeverre zijn de teksten van John Stedman betrouwbaar?

Slide 9 - Open vraag

Betrouwbaarheid en representativiteit
Bij betrouwbaarheid kijk je naar de standplaats van de maker van de bron. 

Welk doel had de maker met zijn teksten en tekeningen? Wilde hij verslagleggen? Had hij een duidelijke mening? Wilde hij zijn publiek ergens van overtuigen? Daarnaast moet je goed kijken naar de vraag die je aan de bron stelt.

Slide 10 - Tekstslide

Betrouwbaarheid en representativiteit
Bij representativiteit kijk je naar de mate waarin de bron past bij andere informatie die je hebt over de tijd of het onderwerp. 

Geeft de bron een beeld weer dat overeenkomt met andere verslagen? Wijkt het juist heel erg af van andere verslagen of van het beeld dat jij uit andere bronnen en teksten hebt gekregen? Bij welke mening past de bron wel? En bij welke minder? Nadenken over representativiteit helpt je om te bepalen hoe belangrijk de bron is (geweest) in de beeldvorming van de tijd. 

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 
Werk de volgende drie leerdoelen uit:

1. Leg uit wat het verband is tussen de opkomst van plantagekoloniën in West-Indië en de toenemende trans-Atlantische slavenhandel.
2. Verklaar hoe in Suriname een complexe samenleving ontstond met diverse bevolkingsgroepen, plichten en rechten.
3. Verklaar welke veranderingen in de Europese samenleving de opkomst van het abolitionisme veroorzaakten

Slide 12 - Tekstslide