Taalkundig ontleden


Taalkundig ontleden
Even oefenen met... voornaamwoorden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Taalkundig ontleden
Even oefenen met... voornaamwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Voornaamwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Waar hoort het benoemen van woordsoorten bij?
A
Taalkundig ontleden
B
Redekundig ontleden

Slide 8 - Quizvraag


Wat hoort bij taalkundig ontleden?
A
Persoonsvorm
B
Gezegde
C
Lijdend voorwerp
D
Zelfstandig naamwoord

Slide 9 - Quizvraag


Wat hoort bij taalkundig ontleden?
A
Lidwoord
B
Persoonsvorm
C
Onderwerp
D
Lijdend voorwerp

Slide 10 - Quizvraag

Voornaamwoorden
  • persoonlijke voornaamwoorden
  • bezittelijke voornaamwoorden

Slide 11 - Tekstslide


De woorden DE, HET en EEN zijn:
A
lidwoorden
B
voorzetsels
C
onpersoonlijke voornaamwoorden
D
eigennamen

Slide 12 - Quizvraag

In welk rijtje staan alléén persoonlijk voornaamwoorden?
A
jouw, hun, zij, ik
B
jij, jullie, wij, ons
C
onze, zulke, die, dat

Slide 13 - Quizvraag

In welk rijtje staan alléén aanwijzend voornaamwoorden?
A
die, daar, zulke, onze
B
mijn, hij, jullie, mooie
C
die, dat, deze, zulke, zo'n

Slide 14 - Quizvraag



Wederkerend voornaamwoord

Het onderwerp van de zin keert weder (komt terug). 
Bijv: Ik schaam me diep.

Onderwerp: ik 
Wederkerend voornaamwoord: me 

Slide 15 - Tekstslide

Voornaamwoorden

Slide 16 - Tekstslide

Die en dat zijn aanwijzend voornaamwoorden als...
A
je ze kunt vervangen door dit en deze
B
je ze kunt vervangen door wie en wat
C
ze betrekking hebben op een zn
D
ze vooraan de zin staan

Slide 17 - Quizvraag



Blz. 22, 23

Opdr 1a, b, c

Slide 18 - Tekstslide