Les 2: Schoonmaak: Praktijk: afwasmachine inruimen, speelgoed schoonmaken, dweilen

Les 2: Schoonmaak: afwasmachine bedienen, speelgoed schoonmaken, dweilen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 2: Schoonmaak: afwasmachine bedienen, speelgoed schoonmaken, dweilen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:
Lesdoel Leerling:
  • Weet wat ergonomisch werken inhoudt
  • kan schoonmaakregels/ volgorde toelichten
  • kan dweilen , afwassen, speelgoed schoonmaken en de afwasmachine bedienen.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ziet deze les eruit?
1. Start: aanwezigheid etc.
2. Herhaling les 1 schoonmaak
3. Demonstratie van de 4 schoonmaaktaken
- afwasmachine
- Speelgoed schoonmaken
- Afwassen
- Dweilen
4. Leerlingen gaan in groepjes oefenen. (roulatiesysteem)

5. quiz schoonmaken van verschillende materialen




Slide 3 - Tekstslide

Wie weet het nog????
Wat is efficiënt schoonmaken? waarom?


Wat is schoonmaakfrequentie?


Slide 4 - Tekstslide

Praktijk 1: Afwasmachine
Wie heeft er thuis een afwasmachine?

Bekijk het filmpje hiernaast.

Aan het einde van de demo's gaan jullie dit oefenen.


Slide 5 - Tekstslide

Praktijk 2: Speelgoed schoonmaken
Kinderen verkennen de wereld door spel en speelgoed
Peuters stoppen nog veel in hun mond;
  • Zo  kunnen ze dus snel ziektes overbrengen
Ook spelen ze veel op de grond;
  •   daar zijn ook meer ziekteverwekkers

Slide 6 - Tekstslide

Praktijk 2: Speelgoed schoonmaken
Doel van speelgoed schoonmaken: Vuil verwijderen, Ontsmetten

Je verdeelt het speelgoed in 3 categorieën: 
- Afwasbaar speelgoed
- Speelgoed van textiel
- Speelgoed dat niet tegen water kan, zoals hout, speelgoed met batterijen e.d.

Slide 7 - Tekstslide

Praktijk 2: Speelgoed schoonmaken
  • hout: vochtige doek
  • duplo en lego: in wasmachine in kussensloop
  • plastic: (hand, vaatwasser, wasmachine, behalve elektrisch of op batterij)
  • knuffels: wasmachine volgens wasvoorschrift op etiket
  • poppen: vochtige doek
speelgoed van baby's (besmet met bloed, braaksel etc, op grond gevallen, door andere baby's gebruikt): afnemen met 70% alcohol of chloortablet opgelost in 1 ltr water (geen huishoudelijke bleek gebruiken!)

Maak opdracht 13.1 + 13.2 van blok 4 (de juf helpen)

Slide 8 - Tekstslide

Praktijk 3: Afwassen
1: Voorspoelen met lauw/ koud water 
2: Afwasmiddel (proefje)

3: De juiste volgorde is:
  1. Glaswerk
  2. Bestek in de de afwasteil laten weken
  3. Porselein
  4. Bestek afwassen
  5. Schalen
  6. Pannen
4:Opruimen

Slide 9 - Tekstslide

Afwasmiddel
Kernmerken van afwasmiddel:
-Schoonmaakmiddel bedoelt voor het reinigen van bestek, serviesgoed, pannen en glazen.
-Door kleine hoeveelheid toe te voegen aan warm water ontstaat sop.
-Door afwasmiddel te gebruiken lost vet op en wordt glaswerk schoon.
-Fabrikant voegt een geurstof toe zodat het fris ruikt.
-Naast handafwas kun je een afwasmiddel goed gebruiken voor het schoonmaken van minder vette materialen. Denk aan meubels of deuren.
-Een afwasmiddel is minder agressief dan een allesreiniger. Hierdoor beschadigd de verf niet!

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht afwassen
Maak opdracht 6 van blok 7!

Slide 11 - Tekstslide

Praktijk 4: Dweilen
Luiwagen                                                                                                                 Dweil:





Vloerwisser

Slide 12 - Tekstslide

Trekker

Slide 13 - Tekstslide

Dweil

Slide 14 - Tekstslide

Verschillende onderhouds- en schoonmaakwerkzaamheden plannen
Maken: blok 7 Opdracht 16 De keuken schoonmaken (eindopdracht) in de methode

Slide 15 - Tekstslide

schoonmaken van verschillende materialen
Quizzzzzzzzz

Slide 16 - Tekstslide

Hoe maak je deze ongelakte
tafel schoon
A
Met bleekmiddel/ chloor
B
met een schuursponsje/ allesreiniger
C
licht vochtige doek, maak alles goed droog zodat er geen vocht in het hout trekt
D
met bijenwas of meubelwas

Slide 17 - Quizvraag

Hoe maak je deze kunststof
tafel schoon
A
Met bleekmiddel/ chloor
B
met een schuursponsje/ allesreiniger
C
allesreiniger/ afwasmiddel met een gewone spons of doek
D
Schuurmiddel, je hoeft niet na te vegen.

Slide 18 - Quizvraag

Hoe maak je deze rvs wasbak
schoon???
A
Met bleekmiddel/ chloor
B
met een schuursponsje/ allesreiniger
C
allesreiniger/ afwasmiddel met een gewone spons of werkdoekje
D
Schuurmiddel, je hoeft niet na te vegen.

Slide 19 - Quizvraag

Hoe maak je deze tegelvloer
gemaakt van keramiek of
kunststof schoon?
A
Met bleekmiddel/ chloor
B
Warm water en bij vlekken gebruik je allesreiniger
C
koud water
D
kokend water

Slide 20 - Quizvraag

Afsluiten van de les
1) Wat ging goed vandaag?

2) Wat moet nog geoefend worden?




Fijne dag gewenst!!!

Slide 21 - Tekstslide