Verpakken 1 opfrissen
1 / 19
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn de 3 functies van verpakken?
Slide 2 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe heet het proces waarmee RPB en ARTH flessen worden gemaakt?
Slide 3 - Open vraag
extrusie blazen of blow moulding
Slide 4 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een parison
A
een matrijs waarin de fles wordt gevormd
B
een caviteit
C
vloeibare plastic slang uit de extruder
D
gevormde fles die nog moet afkoelen
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is Extruderen?
A
granulaat verwarmen met stoom, waarna het wordt geperst
B
mengsel verwarmen tijdens het kneden
C
water uit kunststof halen
D
kunststof in een vorm blazen
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Uit hoeveel lagen bestaat een RPB fles?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Eén van de lagen van de RPB fles heet regrind. Waar is deze van gemaakt?
A
HDPE
B
polyethyleen
C
tails en heads
D
afvalplastic
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke laag vormt de zuurstofbarriëre?
A
PE
B
HDPE
C
EVOH
D
Polyamide
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom heeft de RTH fles geen lichtbarrière?
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar kan je informatie vinden over de matrijs en de caviteit van een fles?
En waarom is dit zo belangrijk?
En waarom is dit zo belangrijk?
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is nominaal gewicht Qn?
A
op de verpakking vermelde gewicht
B
gemiddelde afvulgewicht
C
minimale afvulgewicht
D
maximale afvulgewicht
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Afvullen met e-teken betekent:
1.) Het gemiddelde uurgewicht moet gelijk of groter dan Qn.
2.) Er zijn onder- en bovengrenzen aan het afvulgewicht
1.) Het gemiddelde uurgewicht moet gelijk of groter dan Qn.
2.) Er zijn onder- en bovengrenzen aan het afvulgewicht
A
beide beweringen zijn juist
B
bewering 1 is juist
bewering 2 is onjuist
C
bewering 1 is onjuist
bewering 2 is juist
D
beide beweringen zijn onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bij een verpakking van 200 ml is de maximaal toelaatbare fout -9g
Hoeveel is T-1 en hoeveel is T-2
Hoeveel is T-1 en hoeveel is T-2
Slide 16 - Open vraag
T-1 = 9g => 200-9=191 ml
T-2=18g => 200-18=182 ml
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leg de gewichtscontrole bij jouw lijn uit
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Conclusie opfrisvragen
A
ik had alles goed
B
ik had bijna alles goed
C
50/50
D
ik bakte er niks van
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
