Film en Cultuur, les 2

Levenslessen in films
Hoe kun je een verborgen boodschap ontdekken in films en reclamespotjes? 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Levenslessen in films
Hoe kun je een verborgen boodschap ontdekken in films en reclamespotjes? 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Les 1 Intro gelijkenissen + zaaier​

Les 2 Gelijkenis verloren zoon / Barmhartige Samaritaan​
Les 3 Filmles 1​: de verborgen boodschap
Les 4 Filmles 2​: het verhaal
Les 5 Filmles 3​: filmische middelen
Les 6 Filmles 4​
Les 7 Werkles eigen film maken ​
Les 8 Werkles eigen film maken​
Les 9 Eigen filmpremière 







Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Terugblik: wat weet je nog?
Klassikale uitleg 
Groepsopdracht
Terugblik: Reflectieopdracht

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Wat weet je nog van de vorige lessen?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is een gelijkenis?
A
Een waargebeurd verhaal in de tijd van Jezus
B
Een voorbeeldverhaal met een boodschap
C
Een sprookje dat echt gebeurd kan zijn
D
Een verhaal van vroeger

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom 'verpakt' Jezus zijn boodschap in een gelijkenis?
A
Jezus wil graag geheimzinnig doen
B
alleen wie het écht wil, vindt de betekenis
C
Jezus houdt van verhalen vertellen
D
alle drie zijn waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar over het Koninkrijk van God?
A
Iedere Nederlander hoort er bij
B
Je kunt het vinden in Palestina / Israël
C
De hoofdstad ervan is Rome
D
Iedere Christen hoort er bij

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is het Koninkrijk van God te vinden?
A
in de hemel
B
overal waar mensen in Jezus geloven
C
op aarde na de terugkomst van Jezus
D
in Israël

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil Jezus uitleggen met de gelijkenis van de zaaier?
A
je moet goed opletten waar je zaait
B
je kunt er niets aan doen of je succes hebt
C
als je luistert naar Jezus krijgt je leven zin
D
alle drie zijn juist

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke gelijkenis is
hier afgebeeld?

A
de barmhartige samaritaan
B
de zaaier
C
de verloren zoon
D
de rovers

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het verhaal van de barmhartige Samaritaan kwamen verschillende mensen voorbij.
Wat deden de eerste twee mannen?
A
Ze verzorgden de wonden van de gewonde man, maar lieten hem daarna liggen.
B
Ze gingen liepen aan de andere kant van de weg snel voorbij.
C
Ze kregen ruzie over wie de gewonde man mocht helpen.
D
Ze gaven de gewonde man geld om zichzelf te helpen.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De les van de barmhartige Samaritaan is:
als iemand hulp nodig heeft, help dan zonder eerst na te denken of je die persoon wel mag.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verborgen levenslessen
In alle films of reclamespotjes die je ziet, is een verborgen boodschap te vinden. 
Hoe kun je daarachter komen? 
Dat leer je in deze les.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de slogan van Coca-Cola?
A
Always Coca-Cola
B
Taste the Feeling
C
Share a Coke
D
Open Happiness

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lezen les 2
De 4 filmfasen
Het verhaal (scenario)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje Robert en Nikita?

In het filmpje het project introduceren, ze gaan een korte film maken. Grapjes over hoe lang een korte film nu eigenlijk duurt. In het werkveld zijn daar ook diverse meningen over.
Noemen: Pak alvast pen en papier.


Slide 17 - Tekstslide

Wat is hier het verhaal?
Genres
Een genre is een soort film, toneelstuk, boek etc. Het is eigenlijk een categorie.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel filmgenres kennen jullie?

Schrijf zoveel mogelijk genres op in 1 minuut!
timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

Bespreek na de minuut met de leerlingen welke genres ze allemaal hebben opgeschreven. 

Actiefilm.
Avonturenfilm.
Biografische film.
Drama.
Detective.
Familiefilm.
Fantasyfilm.
Gangsterfilm
Naast het genre heb je ook een scenario nodig om een film te kunnen maken. Maar hoe zit zo'n verhaal dan in elkaar? Wat komt er allemaal bij kijken?






Bekijk het filmpje in de volgende slide over het scenario!




Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zojuist heb je geleerd dat je een hoofdpersoon met een doel nodig hebt en iets dat dat doel tegenwerkt (een tegenkracht).
Verhaal
Waar staat de camera?
Kies een film die bijna iedereen in de klas wel kent, beantwoord samen deze vragen:
Wie is in deze film de hoofdpersoon?
Welk doel heeft deze hoofdpersoon?
Wie/wat werkt dat doel tegen, wie of wat is de tegenkracht?

Slide 22 - Tekstslide

een voorbeeld noemen met antwoorden


Als de vragen snel beantwoord zijn, kies dan nog een andere film. Een leuke extra vraag is: Welk genre hoort deze film?

Stap 1: Ga in je groepje zitten. 
Jullie gaan samen jullie eigen film van 2 tot 3 minuten voorbereiden.


Stap 2: Kies de gelijkenis! 

Stap 3: Beschrijf jullie verhaal eerst in een samenvatting van 5 tot 10 zinnen. Zorg dat je in ieder geval een hoofdpersoon, doel en tegenkracht beschrijft.


Bedenk een verhaal
De Zaaier
Het verhaal van de zaaier
 Diezelfde dag vertrok Jezus van huis en ging bij het meer zitten. Grote groepen mensen kwamen naar Hem toe. Daarom ging Hij in een boot zitten. En Hij sprak vanaf de boot tegen de grote groep mensen die op de kant stond. Hij vertelde hun heel veel dingen in de vorm van verhalen.
Hij zei: "Een zaaier ging zaaien. Een deel van het zaad viel langs de weg. Het werd door de vogels opgegeten. Een ander deel viel op rotsgrond, waar het niet veel aarde had. Daardoor kwam het zaad snel op. Maar toen de zon opkwam, ging het dood. Het verdroogde doordat het haast geen wortels had. Een ander deel viel tussen de distels. Toen de distels opkwamen, verstikten die het. Een ander deel viel in goede aarde en er groeide graan aan: op sommige plaatsen 100 keer zo veel, op sommige plaatsen 60 keer zo veel en op sommige plaatsen 30 keer zo veel als dat er gezaaid was. Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren!"

Uitleg van de gelijkenis:
Jezus zei: "Luister nu. Ik zal jullie uitleggen wat het verhaal van de zaaier betekent. Als je het goede nieuws van het Koninkrijk van God hoort, maar het niet begrijpt, komt de duivel en steelt wat er in je hart was gezaaid. Dat is het zaad dat langs de weg viel. Er zijn ook mensen die het woord van God horen en het onmiddellijk blij geloven. Dat is het zaad dat op rotsgrond viel. Want het geloof van die mensen heeft geen wortels: hun geloof zit niet diep. Ze geloven wel een tijdje, maar als er problemen en moeilijkheden komen omdat ze het woord geloven, verliezen ze hun geloof. Er zijn ook mensen die het woord horen, maar hun geloof wordt verstikt door de zorgen van de wereld en het verlangen naar geld. Er groeit geen vrucht aan hen. Zij zijn het zaad dat in de distels is gezaaid. Het zaad dat in goede aarde is gevallen, zijn de mensen die het woord horen en begrijpen en aan wie ook vrucht groeit. Bij sommigen 100 keer zo veel, bij sommigen 60 keer zo veel en bij sommigen 30 keer zo veel als dat er gezaaid was."
De Barmhartige Samaritaan
Een Samaritaan helpt
Er kwam een wetsleraar naar Jezus toe. Hij wilde Jezus iets verkeerds laten zeggen. Hij vroeg: ‘Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te krijgen?’ Jezus zei tegen hem: ‘Wat staat er in de wet? Wat lees je daar?’ De man antwoordde: ‘Houd van de Heer, je God, met je hele hart, met je hele ziel, met je hele verstand en met al je kracht. En houd evenveel van je medemensen als van jezelf.’ Toen zei Jezus: ‘Dat is het goede antwoord. Als je dat doet, zul je eeuwig leven.’

Jezus vertelt over een man op reis
De wetsleraar wilde laten zien dat hij de wet beter kende dan Jezus. Daarom vroeg hij: ‘Wie is mijn medemens dan?’ Toen vertelde Jezus een verhaal. Hij zei: ‘Een man reisde van Jeruzalem naar Jericho. Maar onderweg werd hij door rovers overvallen. Ze pakten alles van hem af, ook zijn kleren. Ze sloegen hem halfdood, en lieten hem liggen. Toevallig kwam er een priester langs. Hij zag de man wel liggen, maar hij liep hem voorbij aan de overkant van de weg. Toen er even later een hulppriester langskwam, gebeurde hetzelfde. Hij zag de man wel liggen, maar hij liep hem voorbij aan de overkant van de weg.

Een Samaritaan helpt de man
Toen kwam er een vreemdeling langs, een Samaritaan. Hij zag de man liggen en kreeg medelijden. Daarom ging hij naar hem toe. Hij verzorgde de wonden van de man met olie en wijn. En hij deed er verband om. Toen zette hij de man op zijn eigen ezel en bracht hem naar een herberg. Daar zorgde hij voor hem. De volgende dag gaf de Samaritaan geld aan de eigenaar van de herberg en zei: ‘Zorg goed voor de man. Als het je meer geld kost, krijg je dat van me op mijn terugreis.’’ Toen vroeg Jezus: ‘Wat denk je? Wie was de medemens van de man die overvallen werd? De priester, de hulppriester of de Samaritaan?’ De wetsleraar antwoordde: ‘De Samaritaan, want die was goed voor de gewonde man.’ Toen zei Jezus: ‘Doe dan voortaan net zoals de Samaritaan.’

Slide 23 - Tekstslide

Het fijnste is als de leerlingen de opdrachten op papier beantwoorden. Als docent kun je dan aan het einde van de les de opdrachten innemen en bewaren voor de leerlingen.
Over een aantal lessen gaan jullie verder aan de slag met het scenario en dan weet je zeker dat alle leerlingen de opdracht nog hebben.
Stap 4: Schrijf in eigen woorden op hoe de
gelijkenis begint. Waar gaat het over? 

Stap 5: Schrijf op wat het probleem in het verhaal is.
Wat gebeurt er en waarom?

Stap 6: Schrijf op op hoe het verhaal afloopt.
Hoe eindigt het verhaal?




Maak een eigen versie

Slide 24 - Tekstslide

De leerlingen gaan de film uiteindelijk ook zelf maken/spelen. Coach op haalbare ideeën. Wat is haalbaar met de middelen die de leerlingen tot beschikking hebben.
Maak de reflectieopracht
Dit doe je zelfstandig.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies