les grammar 8 & 9 theme 3 + vocabular t/m H

Welcome
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome

Slide 1 - Tekstslide

Today's plan
  • discuss homework : --> VLOG!
  • Explain grammar J ( 8 & 9 page 43 of your textbook)
  • Practise vocabulary
  • check goals
  • Answer further questions
Today's goal: At the end of today's lesson you will know how to use: both/each/all/every/ none and how to use: if/when.

Slide 2 - Tekstslide

Today's plan
  • discuss homework : --> VLOG!
  • Explain grammar J ( 8 & 9 page 43 of your textbook)
  • Practise vocabulary
  • check goals
  • Answer further questions
Today's goal: At the end of today's lesson you will know how to use: both/each/all/every/ none and how to use: if/when.

Slide 3 - Tekstslide

Today's plan
  • discuss homework : --> VLOG!
  • Explain grammar J ( 8 & 9 page 43 of your textbook)
  • Practise vocabulary
  • check goals
  • Answer further questions
Today's goal: At the end of today's lesson you will know how to use: both/each/all/every/ none and how to use: if/when.

Slide 4 - Tekstslide

Both= beide
gebruik je bij twee personen/ dieren/ dingen 
voorbeeld: Both girls have a tattoo. 

Slide 5 - Tekstslide

Each= elke/ elk
Each gebruik je bij twee of meer personen/dieren/dingen
Voorbeeld: Each boy has received his diploma.

Slide 6 - Tekstslide

All = alle/allemaal, Every= iedere, none= geen/niet een


All/every & none gebruik je bij drie of meer personen/dieren/dingen
Voorbeeld: 
Mrs. Knobben bought all of us candy.
Every puppy will get a new owner.
None of the missing money was returned to the victim. 

Slide 7 - Tekstslide

If or when? 
if = als   when= wanneer

I will call you when I get there.
If I get there I will call you.

Slide 8 - Tekstslide

Today's plan
  • discuss homework : --> VLOG!
  • Explain grammar J ( 8 & 9 page 43 of your textbook)
  • Practise vocabulary
  • check goals
  • Answer further questions
Today's goal: At the end of today's lesson you will know how to use: both/each/all/every/ none and how to use: if/when.

Slide 9 - Tekstslide

cap
A
kap
B
kaart
C
pet
D
pak

Slide 10 - Quizvraag

court
A
trein
B
rechtbank
C
bank
D
plein

Slide 11 - Quizvraag

inbreker
A
burglar
B
thief
C
criminal
D
annoying person

Slide 12 - Quizvraag

kenmerk
A
characteristic
B
charachteristic
C
characteristick
D
charakteristic

Slide 13 - Quizvraag

muscular
A
spieren
B
mannelijk
C
sterk ruikend
D
gespierd

Slide 14 - Quizvraag

offence
A
onzijdig
B
vergrijp
C
overtreding
D
misdrijf

Slide 15 - Quizvraag

schuilplaats
A
shelter
B
hideout
C
hide-out
D
shell

Slide 16 - Quizvraag

vergroten
A
to increase
B
to deminish
C
to raise
D
to magnify

Slide 17 - Quizvraag

apotheek
A
apothéque
B
farmacy
C
pharmasy
D
pharmacy

Slide 18 - Quizvraag

verdacht
A
strange
B
suspect
C
suspicious
D
verdackt

Slide 19 - Quizvraag


A
anonym
B
anonimous
C
anonymous
D
anonymouse

Slide 20 - Quizvraag

vertaal het volgende woord naar het Engels: dader

Slide 21 - Open vraag

vertaal het volgende woord naar het Engels: kelder

Slide 22 - Open vraag

vertaal het volgende woord naar het Nederlands: tackle

Slide 23 - Open vraag

Today's plan
  • discuss homework : --> VLOG!
  • Explain grammar J ( 8 & 9 page 43 of your textbook)
  • Practise vocabulary
  • check goals
  • Answer further questions
Today's goal: At the end of today's lesson you will know how to use: both/each/all/every/ none and how to use: if/when.

Slide 24 - Tekstslide

wat betekent both en wanneer gebruik je het?

Slide 25 - Open vraag

wat is het verschil tussen if & when?

Slide 26 - Open vraag

Vind je de online lessen Engels leerzaam? en heb je misschien nog tips!

Slide 27 - Woordweb

Homework: make assignment 21,22 + 23 don't forget the homework that was already there from last week... ( H, 19/20)

Slide 28 - Tekstslide