6.1 - A - Het ontstaan en het verloop van de Koude Oorlog

6.1 - Het verloop
en het ontstaan
van de Koude Oorlog
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.1 - Het verloop
en het ontstaan
van de Koude Oorlog

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Conferentie van Potsdam
  • Gevolgen
  • Blokvorming
  • Koude Oorlog
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waardoor en hoe de tegenstelling tussen Oost en West ontstond. 

  • Je kunt uitleggen waarom er twee Duitse staten ontstonden. 

  • Je kunt manieren noemen waarop het Westen de verspreiding van het communisme tegen wilde houden.

  • Je kunt uitleggen waarom en hoe de wapenwedloop ontstond. 
      

Slide 3 - Tekstslide

Kapitalisme
A
Westen
B
Oosten

Slide 4 - Quizvraag

Vrijemarkteconomie
A
Westen
B
Oosten

Slide 5 - Quizvraag

Stalin
A
Westen
B
Oosten

Slide 6 - Quizvraag

Geen verschil tussen
arm en rijk
A
Westen
B
Oosten

Slide 7 - Quizvraag

Communisme
A
Westen
B
Oosten

Slide 8 - Quizvraag

Concurrentie
A
Westen
B
Oosten

Slide 9 - Quizvraag

Dictatuur
A
Westen
B
Oosten

Slide 10 - Quizvraag

Vrije verkiezingen
A
Westen
B
Oosten

Slide 11 - Quizvraag

Rode leger
A
Westen
B
Oosten

Slide 12 - Quizvraag

Planeconomie: een economie waarbij de overheid bepaalt hoeveel en wat er geproduceerd wordt.
A
Westen
B
Oosten

Slide 13 - Quizvraag

Kenmerken Koude Oorlog
  • Koude/kille relatie tussen VS en SU.

  • Geen echte oorlog tussen beide landen.

  • Wel oorlog tussen sommige van hun bondgenoten.

  • Grote spanningen en angst in de wereld.

  • Beide landen willen hun eigen systeem in de wereld verspreiden

Slide 14 - Tekstslide

Na 1945
  • Na de 1945 waren de SU en VS elkaar steeds meer gaan wantrouwen. 

  • Beide landen waren als sterkste uit WOII gekomen en waren er van overtuigd dat de ander de wereld wilde overheersen. 

  • Daarnaast was er sprake van tegengestelde ideologieën: communisme versus kapitalisme. 

Slide 15 - Tekstslide

De zgn. percentages agreement vond plaats in Moskou 1944, en niet in Jalta. Het is een mooi voorbeeld van hoe de Grote Drie een verdeling voor Europa bedachten.

Slide 16 - Tekstslide

Invloedssferen
  • Gebied dat jij hebt veroverd op de Duitsers, daar heb jij invloed. Jij bepaalt wat daar gebeurd. De ander mag niet ingrijpen in dat gebied. 

  • Landen in Oost-Europa werden satellietstaten van de SU. Zo ontstond het Oost-blik. Langzaamaan ontstond er het IJzeren Gordijn in Europa: een grens tussen Oost en West

Slide 17 - Tekstslide

Verdeling van Duitsland (1)
  • Duitsland (tijdelijk) niet meer zelfstandig. En wordt verdeeld in een oostelijk en westelijk gedeelte. 

  • Daarmee loopt het ijzeren gordijn dwars door Duitsland. 

  • Maar Stalin wil graag heel Berlijn onder zijn gezag. Berlijn ligt immers in Oost-Duitsland, maar de stad zelf was ook opgedeeld. 
Berlijn is, net als Duitsland, verdeeld in 4 bezettingszones. Omdat Berlijn in de Sovjet-zone ligt, liggen de Berlijn-bezettingszones van Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten dus ook in de Sovjet-zone.

Slide 18 - Tekstslide

Blokkade van Berlijn
  • Stalin blokkeert alle aanvoerwegen naar West-Berlijn om zo de stad tot overgave te dwingen: Blokkade van Berlijn.

  • Het Westen gaat West-Berlijn via de lucht bevoorraden: de luchtbrug.

  • Een jaar lang landt er iedere 3 minuten een vliegtuig in West-Berlijn.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide


De BRD
 


  • De westerse gebieden werden
     in 1949 één land.
  • De Bondsrepubliek Duitsland (BRD)

Het is een parlementaire democratie met meerdere partijen
Het is kapitalistisch
Bundes Republik Deutschland (1949)

Slide 22 - Tekstslide


De DDR


  • Een paar maanden later werd het 
    Russische gebied ook een
    "zelfstandig" land.
  • De Duitse Democratische Republiek (DDR)
Het is een dictatuur van één partij (dus niet democratisch, ondanks de naam)
Het land is communistisch
Deutsche Demokratische Republik (De Dikke Rus)

Slide 23 - Tekstslide

Welke woorden horen  waar?
VS
SU
Democratie
Communisme
Kapitalisme
Dictatuur
Westen
Oosten
Bouwt IJzeren Gordijn
NAVO
Warschaupact

Slide 24 - Sleepvraag

Containmentpolitiek
  • President Truman dacht dat de SU de wereld wilde overheersen.

  • Daarom moesten alle niet-communistische landen geholpen worden om de verspreiding van het communisme in te dammen (containmentpolitiek). 

  • Zoals economische en militaire hulp, bijv. het Marshallplan.  

Slide 25 - Tekstslide

Oprichting van de NAVO
  • Opgericht in april 1949

  • Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (Engels: NATO)

  • Oorspronkelijk militair bondgenootschap tussen Noord-Amerika en West-Europa tegen het communisme.

  • De NAVO bestaat nog steeds.

Slide 26 - Tekstslide

Warschaupact
  • Militair bondgenootschap van de Sovjet-Unie.

  • Tegenhanger van de NAVO.

  • Opgericht als reactie op toetreding van West-Duitsland tot de NAVO.

  • Heeft bestaan tot 1991.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video


Wapenwedloop

  • De Amerikanen hebben Japan capitulatie gedwongen via de atoombom.
  • Dat wapen maakt hen zo machtig dat de Russen zich bedreigd voelen en hun eigen atoombom gaan ontwikkelen. 
  • Beide supermachten ontwikkelden kernwapens.
  • Hierdoor ontstond er een wapenwedloop: een race om de machtigste wapens. 

Slide 29 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Lees paragraaf 6.1 goed door. 

  • Maak opdracht 2 en 3. 

  • Ben je klaar? Werk verder aan opdracht 4.  

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie na deze oorlog vijanden werden. 

  • Je kunt uitleggen hoe twee blokken van landen tegenover elkaar kwamen te staan. 

Slide 31 - Tekstslide