5.2 gemiddelde snelheid les 3

NOVA 5.2
gemiddelde snelheid
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

NOVA 5.2
gemiddelde snelheid

Slide 1 - Tekstslide

Omrekenen

Slide 2 - Tekstslide

De gemiddelde snelheid berekenen
Gemiddelde snelheid = afstand / tijd

 vgem = s / t

De afstand is in meter als de tijd in seconden 
De afstand is in kilometers als de tijd in uur is.
De snelheid is dus in m/s of in km/h. 
Grootheden
Eenheden

Slide 3 - Tekstslide

Misha woont op 5 km van school. Hij fietst hier 10 minuten over. Wat is zijn gemiddelde snelheid? Geef je antwoord in m/s.

Slide 4 - Open vraag

Voorbeeld 
Misha woont op 5 km van school. Hij fietst hier 10 minuten over. Wat is zijn gemiddelde snelheid? Geef je antwoord in m/s. 
s = 5 km = 5000 m
t = 10 minuten = 600 s
v = ?
v = s /t = 5000 / 600 = 8,3 m/s

Slide 5 - Tekstslide

De afstand berekenen
Afstand = gemiddelde snelheid x tijd
Formule (dus met symbolen): 
s = vgem  .  t

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
De gemiddelde snelheid van Thijs is 25,2 km/h. Hij zit 3 uur op zijn fiets. Hoeveel km heeft hij afgelegd?
v = 25,2 km/h
t = 3 h
s = ?
s = v x t = 25,2 x 3 = 75,6 km 


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
  1. Teken in je schrift een s,t diagram van iemand die stilstaat
  2. Teken in één s,t diagram in je schrift de lijn van een rijdende auto en de lijn van een rijdende fietser  (ervan uitgaande dat de auto sneller gaat dan de fietser).

Slide 9 - Tekstslide

Een auto remt af voor een stoplicht. welk s,t-diagram hoort hierbij?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

2H - 5.2 Gemiddelde snelheid
Snelheid-tijddiagrammen
Je kunt een beweging vastleggen ook met een snelheid-tijddiagram vastleggen, ofwel een (v,t)-diagram. 
Je ziet dat de snelheid regelmatig toeneemt. (van 0 m/s op t = 0 s tot 20 m/s op t = 8 s). 
Met de grafiek kun je de gemiddelde snelheid eenvoudig vinden: dat is de snelheid die precies ‘in het midden’ ligt, dus in dit geval 10 m/s.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig 
Lezen blz 19 Afstand en tijd berekenen, 20, 21
Maken: vraag 3, 7,  8, 9, 10

Slide 14 - Tekstslide