7.1 Introductie zuurbase

7.1 Introductie zuurbase
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.1 Introductie zuurbase

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
H7.1 & 7.2

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je leert wat wordt bedoeld met de pH-waarde.

  • Je leert manieren om de pH-waarde van oplossingen te bepalen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze les

  • Uitleg pH-waarde
  • Quizvragen
  • Filmpje

  • Lezen 7.1 
  • Maken opdrachten 1 t/m 7

Pak ook vast even je Binas erbij, die hebben we nodig tijdens de les.

Slide 4 - Tekstslide

Zuren en basen
  • De zuurgraad van oplossingen noemen we de pH-waarde.
  • pH-schaal loopt van 0 tot 14.
  • Hoe zuurder de oplossing, hoe lager de pH.
  • Hoe basischer de oplossing, hoe hoger de pH.
  • Een neutrale oplossing heeft pH 7.
  • In de scheikunde is het niet zuur vs. zoet, maar zuur vs. basisch.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

pH meten
  • Met een pH-meter (zeer nauwkeurig)

  • Met indicatoren: hulpstoffen die verkleuren bij verandering van pH (minder nauwkeurig)


  • Universeel indicatorpapier
  • Lakmoespapier
  • Oplossingen

Slide 7 - Tekstslide

Lakmoespapier
  • Rood en blauw lakmoespapier.
  • Onnauwkeurige methode.
  • Omslagtraject pH 5,5 - 8,0 (Binas 52A)
  • Zure oplossing: blauw lakmoes kleurt rood
  • Basische oplossing: rood lakmoes kleurt blauw



Slide 8 - Tekstslide

1

Slide 9 - Video

00:03-00:41
azijn
water
soda

Slide 10 - Tekstslide

Wat kun je zeggen over de soda-oplossing
(n.a.v. filmpje op vorige slide)?
A
soda heeft een lage pH en is dus zuur
B
soda heeft een lage pH en is dus basisch
C
soda heeft een hoge pH en is dus zuur
D
soda heeft een hoge pH en is dus basisch

Slide 11 - Quizvraag

* Litmus paper = lakmoespapier

Slide 12 - Tekstslide

Universeel indicatorpapier
Strook geel papier die 
afhankelijk van de pH van 
aangebrachte oplossing 
verkleurd.

Kleur te vergelijken met 
kleurenschijf op het doosje.


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Gebruik de applet op de vorige slide. Wat is de pH van melk?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 15 - Quizvraag

Gebruik de applet op de vorige slide. Wat is de pH van bleekmiddel?
A
9
B
10
C
12
D
14

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Zuur-base indicatoren (oplossingen)
  • Oplossingen van indicatoren kunnen ook gebruikt worden.
  • Bekende zuur-base indicatoren staan met omslagtrajecten in Binas 52A.
  • Voor nauwkeurige bepaling vaak meerdere indicatoren nodig.



Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Zuur-base indicatoren (oplossingen)
  • Aan een oplossing worden paar druppels indicator toegevoegd.
  • Afhankelijk van de zuurgraad, zal de indictor van kleur veranderen.
  • Bekende zuur-base indicatoren 
staan met omslagtrajecten in Binas 52A.

Afbeelding: broomthymolblauw




Slide 20 - Tekstslide

pH bepalen met zuurbase indicator

  • Voor nauwkeurige bepaling vaak meerdere indicatoren nodig.

  • Bijv. als methyloranje een rode kleur geeft, weet je dat de pH lager is dan 3,2 -> pH dus tussen 0 en 3,2 (grote onnauwkeurigheid).

  • Als je ook thymolblauw toevoegd en de kleur wordt geel, kun je de pH nauwkeuriger geven -> pH tussen 2,8 en 3,2.
Binas 52A

Slide 21 - Tekstslide

Voor de bepaling van de pH van een oplossing, schenk je een beetje van de oplossing in twee reageerbuizen.
Aan buis 1 voeg je 2 druppels methylrood toe, de oplossing kleurt geel.
Aan buis 2 voeg je 2 druppels fenolrood toe, de oplossing kleurt opnieuw geel.

Wat kun je zeggen over de pH van de oplossing? Gebruik Binas 52A.
A
pH tussen 4,8 en 6,0
B
pH = 6,0
C
pH = 6,6
D
pH tussen 6,0 en 6,6

Slide 22 - Quizvraag

Uitleg quizvraag
  • Methylrood kleurt geel bij een pH hoger dan 6,0.
  • Fenolrood kleurt geel bij een pH lager dan 6,6.

  • Dus kunnen we alleen weten dat de pH tussen deze twee waarden ligt.

Slide 23 - Tekstslide

Met welke indicator(en) kun je zo nauwkeurig mogelijk een oplossing met pH 4,6 bepalen? Gebruik Binas 52A.
A
Broomkresolgroen
B
Broomkresolgroen en methyloranje
C
Broomkresolgroen en methylrood
D
Methyloranje en methylrood

Slide 24 - Quizvraag

Uitleg quizvraag
  • Omslag methyloranje: 3,2 - 4,4
  • Omslag broomresolgroen: 3,8 - 5,4
  • Omslag methylrood: 4,8 - 6,0

Bij pH 4,6:
  • broomkresolgroen (kleurt groen)-> pH tussen 3,8 en 5,4
  • broomkresolgroen (kleurt groen) + methyloranje (kleurt oranjegeel) -> pH tussen 4,4 en 5,4
  • broomkresolgroen (kleurt groen) + methylrood (kleurt rood) -> pH tussen 3,8 en 6,0
  • methyloranje (kleurt oranjegeel) + methylrood (kleurt rood) -> pH tussen 4,4 en 4,8

Laatste optie is dus meest nauwkeurig.

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
H7.1

Slide 26 - Tekstslide

Deze les

  • Uitleg pH-waarde
  • Quizvragen
  • Filmpje: practicum voor thuis
  • (eventueel) Lezen 7.1 
  • Maken opdrachten 1 t/m 7

    Volgende week;
  • Bespreken toets / instructie 7.2 / maken opdrachten 7.1 en 7.2

Slide 27 - Tekstslide