Turks 1
1 / 17
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent okul
A
School
B
apotheek
C
schrift
D
boek
Slide 2 - Quizvraag
wat betekent de volgende woorden
elma - armut - muz
elma - armut - muz
A
peer - druif - hazelnoot
B
appel - peer - banaan
C
aardbei - paprika - sla
D
banaan - citroen - druif
Slide 3 - Quizvraag
wat betekent
" Öğretmen "
" Öğretmen "
A
Leraar
B
Arts
C
Tandarts
D
Conciërge
Slide 4 - Quizvraag
A
B
C
Slide 5 - Quizvraag
Welke eilanden horen bij de ABC-eilanden?
A
Aruba-Boneira-Curacao
B
Ankara-Berlijn -Casablanca
C
Aruba-Biesbosch-Curacao
D
Ahuya-Biyana-Cuyana
Slide 6 - Quizvraag
vandaag is het 20 maart welke datum is 2 weken later
A
3 april
B
4 april
C
2 april
D
1 april
Slide 7 - Quizvraag
Ali gaat knikkeren met 50 knikkers. Hij verliest 36 en wint 16.
Hoeveel knikkers houdt hij over?
Hoeveel knikkers houdt hij over?
A
28
B
30
C
29
D
31
Slide 8 - Quizvraag
2 x 6 x 2
A
31
B
30
C
28
D
192
Slide 9 - Quizvraag
Hoe hoog in de Eifeltoren?
A
324
B
114
C
240
D
180
Slide 10 - Quizvraag
Welke vis wordt Hollandse nieuwe genoemd?
A
Kabeljauw
B
Sushi
C
Haring
D
Zalm
Slide 11 - Quizvraag
Hoe noem je de grens tussen het noordelijk en het zuidelijk halfrond?
A
Middenlijn
B
Steenboksring
C
Estland
D
Evenaar
Slide 12 - Quizvraag
Sophie, Freek en Dean gaan in een attractie. 1 kaartje kost 173 cent. Hoeveel kosten de kaartjes samen?
A
5,20 euro
B
6,19 euro
C
5,19 euro
D
5, 11 euro
Slide 13 - Quizvraag
De groente boer verkoopt 970 kisten appels, 440 kisten bosbessen en 390 kisten aardbeien. Hoeveel kisten heeft hij in totaal verkocht?
A
1800
B
1900
C
1700
D
1850
Slide 14 - Quizvraag
A
60 cent
B
40 cent
C
50 cent
D
35 cent
Slide 15 - Quizvraag
A
wit geld
B
wit toren
C
wit huis
D
bergen
Slide 16 - Quizvraag
A
