1C - P2 - Week 3 - les 1 - Voltooid en onvoltooid deelwoord

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
Takkenl@farel.nl
Ma, di, wo, vrij

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
Takkenl@farel.nl
Ma, di, wo, vrij

Slide 1 - Tekstslide

- Welkom + energizer
- Lezen
- H28 - bespreken op. 2, 3 en 4
-Deel 2 H28.- onvoltooid deelwoord


Doel:
- Je kent twee manieren waarop je de pv kunt vinden
- Je kent de drie regels die je nodig hebt om de pv in de tt juist te schrijven
- Je schrijft elke pvtt en pvvt juist.
- Je kent de regels die bij het VD horen en je kunt hem juist spellen.
- Je kent het verschil tussen VD en OD en je kunt beiden juist spellen 
Vandaag in de les:

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

(Stil)lezen
Leg je huiswerk (28 - 2, 3 en 4)  open op tafel
timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Spelling: bespreken huiswerk

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord

1. Het geeft aan dat iets afgelopen/ voltooid is.


Slide 8 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord
2. Heeft een hulpwerkwoord nodig:
Ik heb………..(gemaakt)
    Ik ben………..(opgehaald)
    Ik word………..( verzorgd)

Het staat dus nooit alleen, als enige werkwoord in een zin



Slide 9 - Tekstslide

VD klankvaste ww

ge+stam+t óf ge+stam+d
Ezelsbruggetje: ‘t  s e x y  f o k s ch aa p
Bijv. gemaakt, geleerd

Of het VD langer maken...
Bijv. gemaakte, geleerde

Slide 10 - Tekstslide

VD klankveranderende ww
Schrijf wat je hoort.
         Eindigt meestal op –en.
Bijv. gebeten, geschreven, gelopen, gekregen.....

Slide 11 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Let op bij de wissel z/s en v/f!
Bijv. verhuizen - verhuisd
        beroven - beroofd

Slide 12 - Tekstslide

Uitzonderingen
Bij ww waarmee de infinitief met ge-, be-, ont-, ver-, en her- begint, begint het VD niet met ge-

Bijv. beantwoorden – beantwoord
        verbranden - verbrand
        herinneren - herinnerd

Slide 13 - Tekstslide

let op!
Soms hoor je het verschil tussen pv en vd niet, maar je schrijft ze wel anders.

Zij verandert de opstelling. (pv)
Zij is veranderd. (vd)

Slide 14 - Tekstslide

Ze hebben de nieuwe omgeving....... (verkennen)

Slide 15 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van "interviewen"?
A
geinterviewd
B
geïnterviewd
C
geinterviewt
D
geïnterviewt

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van "misbruiken"?
A
misbruikt
B
gemisbruikt

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van "verduren"?
A
geduurd
B
verduurd
C
geverduurd

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van "uitzoeken"?
A
uitzocht
B
uitgezocht
C
geüitzocht

Slide 19 - Quizvraag

Opvallend:

Het vd van uitzoeken is - uitgezocht
       maar
Het vd van stofzuigen is - gestofzuigd

Voltooid deelwoord

Slide 20 - Tekstslide

Opvallend:

Het vd van uitzoeken is - uitgezocht
       maar
Het vd van stofzuigen is - gestofzuigd

Voltooid deelwoord
Scheidbaar (samengesteld) werkwoord

Dan zet je ge altijd tussen de twee delen
ONscheidbaar (samengesteld) werkwoord

Dan moet ge altijd voor het werkwoord

Slide 21 - Tekstslide

Wat nou als je handeling nog bezig is?

Slide 22 - Tekstslide


Stel, je zit op de fiets naar school en je bent zo blij dat je zit te fluiten.
Hoe zeg je in één zin wat je aan het doen bent?

Slide 23 - Open vraag

iets is nog bezig, terwijl je zin zich afspeelt

Stel, jij komt aanlopen op het perron, maar je trein rijdt net op dat moment weg. Dus je moet rennen.

- Rennend kwam ik het perron op, maar de trein was al weg

Altijd dezelfde vorm:
hele werkwoord + d

Onvoltooid deelwoord

Slide 24 - Tekstslide

Elk voltooid en onvoltooid deelwoord kan ook een BN zijn:

De rennende docent
De vertrokken trein / de vertrekkende trein
De gewonnen wedstrijd /  Het winnende team
Mijn groeiende nichtje / mijn gegroeide nichtje


Deelwoord als bijv. naamwoord:

Slide 25 - Tekstslide

Elk voltooid en onvoltooid deelwoord kan ook een BN zijn:

De rennende docent
De vertrokken trein / de vertrekkende trein
De gewonnen wedstrijd /  Het winnende team
Mijn groeiende nichtje / mijn gegroeide nichtje

Om het BN goed te schrijven moet je herkennen of het VD of OD is. 
Deelwoord als bijv. naamwoord:

Slide 26 - Tekstslide

Deelwoorden als bijv. naamwoord
Dezelfde regels gelden hier, als bij de normale bijvoeglijk naamwoorden.

Dus, zo kort mogelijk!

Hij vergrootte de foto (pv)
Hij keek naar de vergrote foto (bn)

Slide 27 - Tekstslide


Slide 28 - Open vraag

het gebroken been
het verroeste tuinhek
de wachtende treinreizigers
de bekladde buitenmuur
het vergrote sportpark
de gebraden kippetjes
het geaarde stopcontact
de verliezend finalist

Slide 29 - Tekstslide

Gisteren ...... Jacob als eerste geholpen.
word
wordt
werd
werdt

Slide 30 - Sleepvraag

Vandaag is Jacob als eerste ...... .
behandelt
behandeld
behandeldt
behandelen

Slide 31 - Sleepvraag

De ...... weg is eindelijk af en kan gebruikt worden.
bestraatten
bestraten
bestraatte
bestrate

Slide 32 - Sleepvraag

....... liep het verdrietige jongetje naar zijn moeder.
huilend
huilent
huilende
gehuild

Slide 33 - Sleepvraag

Van de... (drukken) loten, is meer dan de helft verkocht.

Slide 34 - Open vraag

De .... (bloeden) wond doet veel zeer

Slide 35 - Open vraag

De .... (er zit bloed op) broek werd niet schoon in de was.

Slide 36 - Open vraag

De .... (beantwoorden) brief was te laat binnen bij de directie.

Slide 37 - Open vraag

Wat ga je doen:  
H28: opdracht 7, 8 en 9

Wanneer: Deze les (niet af? = huiswerk)
Hoe: Zoek altijd eerst de persoonsvorm, pas dan weet je
of het woord echt het voltooid deelwoord is.  

Klaar:
- Lees je boek verder
- Maak je nieuwsbegrip basisles

Aan de slag

Slide 38 - Tekstslide

- Leesboek mee
- Start H29

Volgende les

Slide 39 - Tekstslide