4.1 Een stroomkring maken

4.1 Een stroomkring maken
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

4.1 Een stroomkring maken

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les kun je:

  • uitleggen wat een stroomkring is
  • uitleggen wat stroomsterkte is
  • het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven
  • uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet

Slide 2 - Tekstslide

Een gesloten stroomkring
Een stroomkring moet gesloten zijn om een apparaat 
te laten werken .
Elk onderdeel van een stroomkring heeft 
zijn eigen functie:
  • batterij: levert de elektrische 
       energie. 
  • de draden voeren de energie 
       van en naar het lampje
  • het lampje zet de elektrische 
       energie om in licht en warmte

Slide 3 - Tekstslide

Stroomsterkte
Door een stroomkring gaat een stroom. 

De stroomsterkte geeft aan hoe groot de 
stroom is. 

Geeft het aantal elektrisch geladen deeltjes aan 
die in een bepaalde tijd voorbij komen.

Slide 4 - Tekstslide

Stroomsterkte
De stroomsterkte wordt aangegeven 
met de eenheid Ampère.

Grootheid:      Stroomsterkte (I)
Eenheid :         Ampère  (A) of 
                             milli-ampère (mA)

1 A = 1000 mA

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Geleider of Isolator?


Een isolator geeft de elektriciteit niet goed door. 

Slide 7 - Tekstslide

Isolatoren
Een geleider geeft de elektriciteit 
goed door. 

Een isolator geeft de elektriciteit 
niet goed door. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Aan de slag en huiswerk
Leren par 4.1 
TL maken opgave: 1, 2, 6, 8
Havo extra maken opdracht 11

Slide 10 - Tekstslide

Wat voor soort stroomkring zie je hier?
A
Open stroomkring
B
Gesloten stroomkring

Slide 11 - Quizvraag

De eenheid van stroomsterkte ....
A
Volt
B
Ampere

Slide 12 - Quizvraag

Reken om:
2,4 A =............. mA

Slide 13 - Open vraag

Reken om:
95 A =........... mA

Slide 14 - Open vraag

Reken om:
36 mA =...........A

Slide 15 - Open vraag

Reken om:
9800 mA =........... A

Slide 16 - Open vraag

Leerdoelen gehaald?
Je kunt nu:
  • uitleggen wat een stroomkring is
  • uitleggen wat stroomsterkte is
  • het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven
  • uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet

Slide 17 - Tekstslide

Wat kun je zeggen van een stroomkring waarvan het lampje brandt?
A
De stroomkring is gesloten
B
De stroomkring is rond
C
De stroomkring is open
D
Er is geen stroomkring

Slide 18 - Quizvraag

Metalen zijn..
A
goede geleiders
B
goede isolatoren

Slide 19 - Quizvraag

Noem 3 voorbeelden van isolatoren.

Slide 20 - Open vraag

Reken om:
1,350 A =............. mA

Slide 21 - Open vraag

Reken om:
40 mA = ....... A

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Wanneer loopt er stroom?
Gesloten stroomkring: 
Elektronen kunnen van begin tot eind stromen.


Open stroomkring:
Elektronen kunnen niet van begin tot eind stromen. Er ontstaat een ‘file’.

Slide 25 - Tekstslide