HS 4 Grammatica zinsdelen; Bijvoeglijke bepaling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

HS 4: Grammatica zinsdelen

Bijvoeglijke bepaling

Leerdoelen

• Je weet wat een bijvoeglijke bepaling is.
• Je weet een bijvoeglijke bepaling te herkennen in de zin.

Herhalen zinsdelen

• PV= het werkwoord wat mee verandert in tijd (tt - vt) en aantallen (ev - mv).
• WG = alle werkwoorden in de zin ( + te + aan het + scheidbarewerkwoorden)
• OW = wie/wat + wwg?
• LV= wie/wat + wwg + ond?
• MV = aan wie / voor wie?
• BWB = prullenbak (waar, wanneer, hoe, waarom)

Zinsdelen en zinsdeelstukken

- Persoonsvorm

- Werkwoordelijk gezegde

- Onderwerp

- Lijdend voorwerp

- Meewerkend voorwerp

- Bijwoordelijke bepaling

----------------------------------

- Bijvoeglijke bepaling

Zinsdelen

Zinsdeelstuk

De bijvoeglijke bepaling (bvb)

• De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een zinsdeel.
• De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
•  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.

Bijvoeglijke bepaling

Zo vind je de bijvoeglijke bepaling(en).

1. Zet strepen tussen de zinsdelen

2. Zoek van elk zinsdeel het zelfstandig naamwoord.

3. Noteer de woorden die extra informatie geven over het zelfstandig naamwoord --> dat zijn de bijvoeglijke bepalingen.

VB: Gisteren | heeft | mijn lieve moeder (ow)| de buurtkinderen| een heerlijk ijsje(lv) | gegeven.

Het zelfstandig naamwoord in het onderwerp = moeder

Wat voor soort moeder? --> lieve = bijvoeglijke bepaling. 

Het zelfstandig naamwoord in het lijdend voorwerp = ijsje

Wat voor soort ijsje? --> heerlijk = bijvoeglijke bepaling

Let op!

GEEN BVB:

- Lidwoorden (de, het en een)

- Aanwijzende voornaamwoorden (dit, deze, die etc.)

- Bezittelijke voornaamwoorden ( onze, mijn etc.) 

WEL BVB:

-Telwoorden (eerste, tiende, honderste etc.)

Noteer het zelfstandig naamwoord van de woordgroep:
"Een mierzoete aardbei"

Noteer het zelfstandig naamwoord van de woordgroep:
"Het verre China"

Noteer het zelfstandig naamwoord van de woordgroep:
"Onze hechte, langdurige vriendschap"

Noteer het zelfstandig naamwoord van de woordgroep:
"Een weinig subtiele aanwijzing"

Noteer het zelfstandig naamwoord van de woordgroep:
"Drie zeer volledige handboeken"

Welke bijvoeglijke bepaling(en) staan in de zin:
"Het oude, houten gebouwtje wordt morgen gesloopt."

1. Oude
2. Gebouwtje
3. Houten
4. Oude, houten

Welke bijvoeglijke bepaling(en) staan in de zin:
"Zulke dikke, eeuwenoude eikenbomen vind je in het bos."

1. Zulke, dikke, eeuwenoude.
2. Eeuwenoude
3. Dikke, eeuwenoude
4. Zulke

Welke bijvoeglijke bepaling(en) staan in de zin:
"Ik wil graag rijden op zo'n splinternieuwe motor".

1. Graag
2. Splinternieuwe
3. Zo'n
4. Graag, splinternieuwe, zo'n

Welke bijvoeglijke bepaling(en) staan in de zin:
"Gisteren zag ik een piepklein babyvalkje met zijn schattige kop."

1. Gisteren
2. Piepklein, schattige
3. Schattige
4. Piepklein

Voeg hier een foto toe van opdracht 2 van Lezen. ( huiswerk vorige week)

Voeg hier een foto toe van opdracht 4 van woordenschat ( huiswerk vorige week)

Huiswerk wk 21

Maken opdrachten 1, 2 + 6 van HS 4 Grammatica zinsdelen.

Blz 148 + 149 van je boek. 

Wil je extra oefenen met bijvoeglijke bepaling?

https: