23 Ergon 20 & 24

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

ERGON 20

Met behulp van deze LessonUp maak en controleer je Ergon 20.

Je vindt de oefening op blz. 101 in je hulpboek. Deze digitale variant wijkt op een paar punten af van de opgave in het boek!

Op blz. 100 staat de uitleg over de grammatica, waar deze oefening over gaat.

Bekijk steeds wat het goede antwoord is en LEER van je fouten!

παντα τον στολον

Wat is de naamval, getal en geslacht?

1. nom/acc mv onz
2. acc ev mnl
3. acc ev vrl
4. nom/acc ev onz

παντα τον στολον

Wat is de vertaling?

1. elke reis
2. de hele reis
3. alle reizen

πασῃ τῃ κεφαλῃ

Wat is de naamval, getal en geslacht?

1. dat ev vrl
2. gen ev vrl
3. dat mv vrl
4. nom ev vrl

πασῃ τῃ κεφαλῃ

Wat is de vertaling?

1. elk hoofd
2. het hele hoofd
3. alle hoofden

παντος χρηματος

Wat is de naamval, getal en geslacht?

1. nom ev mnl
2. gen mv onz
3. gen ev onz
4. gen ev mnl

παντος χρηματος

Wat is de vertaling?

1. elke zaak
2. de hele zaak
3. alle zaken

παντι δουλῳ

Wat is de naamval, getal en geslacht?

1. gen ev mnl
2. dat ev mnl
3. gen ev onz
4. dat ev onz

παντι δουλῳ

Wat is de vertaling?

1. elke slaaf
2. de hele slaaf
3. alle slaven

πασας τεχνας

Wat is de naamval, getal en geslacht?

1. gen ev vrl
2. acc mv vrl
3. acc mv mnl
4. acc ev vrl

πασας τεχνας

Wat is de vertaling?

1. elke kunst
2. de hele kunst
3. alle kunsten

παν το ὀνομα

Wat is de naamval, getal en geslacht?

1. nom ev mnl
2. nom ev onz
3. nom mv onz
4. acc ev onz

παν το ὀνομα

Wat is de vertaling?

1. elke naam
2. de hele naam
3. alle namen

πας κινδυνος

Wat is de naamval, getal en geslacht?

1. nom ev mnl
2. gen ev mnl
3. nom ev onz
4. gen ev onz

πας κινδυνος

Wat is de vertaling?

1. elk gevaar
2. het hele gevaar
3. alle gevaren

παντα δωρα

Wat is de naamval, getal en geslacht?

1. acc ev mnl
2. nom ev vrl
3. nom mv onz
4. acc mv onz

παντα δωρα

Wat is de vertaling?

1. elk geschenk
2. het hele geschenk
3. alle geschenken

ERGON 24

Met behulp van deze LessonUp maak en controleer je Ergon 24. Je vindt deze oefening op blz. 103 in je hulpboek.

De uitleg over het bvnw op -υς staat op dezelfde bladzijde.

Kies de congruerende vorm van het bijvoeglijk naamwoord:

οἰνον (zoete wijn)

1. γλυκειαν
2. γλυκυ
3. γλυκυν

Kies de congruerende vorm van het bijvoeglijk naamwoord:

ὁπλα (zware wapens)

1. βαρεα
2. βαρεια
3. βαρυ

Kies de congruerende vorm van het bijvoeglijk naamwoord:

θαλαττης (diepe zee)

1. βαθεις
2. βαθειας
3. βαθυς

Kies de congruerende vorm van het bijvoeglijk naamwoord:

ποδα (korte poot)

1. βραχεις
2. βραχυν
3. βραχεα

Kies de congruerende vorm van het bijvoeglijk naamwoord:

δορατων (scherpe lansen)

1. ὀξεων
2. ὀξειων
3. ὀξεος

Kies de congruerende vorm van het bijvoeglijk naamwoord:

ἀσπιδα (breed schild)

1. εὐρεα
2. εὐρεια
3. εὐρειαν

EINDE

Heb je gekeken wat het goede antwoord was en geleerd van je eventuele fouten?