Grammatica 2A1 les 5

Welkom!

Je les gaat zo beginnen. Volg alvast de instructies hiernaast als je binnenkomt. 
Camera aan
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Je les gaat zo beginnen. Volg alvast de instructies hiernaast als je binnenkomt. 
Camera aan

Slide 1 - Tekstslide

Daaf
Maryam
Raygen
Neha
Julian

Welkom bij de les grammatica woordsoorten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen.
  • Theorie herhalen.
  • Uitleg nieuwe theorie.
  • Oefenen.
  • Aan de slag. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les kan ik...
  • het verschil aanduiden tussen de verschillende soorten telwoorden en rangtelwoorden (bepaald, onbepaald ).
  • de geleerde woordsoorten verwerken in een opdracht van een keuzebord.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie herhalen
lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
hulpwerkwoord
koppelwerkwoord
zelfstandig werkwoord
voorzetsel
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
wederkerend voornaamwoord
wederkerig voornaamwoord

vragend voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
betrekkelijk voornaamwoord
onbepaald voornaamwoord

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef van de volgende zinnen met welk voornaamwoord je te maken hebt.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk voornaamwoord is DIE in de volgende zin:
De sollicitant die als eerste reageerde, was ook de beste.
A
betrekkelijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
vragend voornaamwoord
D
onbepaald voornaamwoord

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk voornaamwoord is WAT in de volgende zin:
Bedenk jij wat je haar wil vertellen?
A
betrekkelijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
vragend voornaamwoord
D
onbepaald voornaamwoord

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk voornaamwoord is WIE in de volgende zin:
Heb jij al een idee wie jij meeneemt naar Parijs volgend jaar?
A
betrekkelijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
vragend voornaamwoord
D
onbepaald voornaamwoord

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk voornaamwoord is WAT in de volgende zin:
Hij kwam dikwijls op bezoek, wat wij erg op prijs stelden.
A
betrekkelijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
vragend voornaamwoord
D
onbepaald voornaamwoord

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Telwoord
De volgende telwoorden bestaan er:
  • hoofdtelwoord :
  1. bepaalde hoofdtelwoorden
  2. onbepaalde hoofdtelwoorden
  • rangtelwoorden
  1. bepaalde rangtelwoorden
  2. onbepaalde rangtelwoorden

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak drie opdrachten uit het keuzebord.
Maak opdracht 12 en 13 op bladzijde 136.
Leer geel blok op bladzijde 136.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies