Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Di 20 mei de voornaamwoorden leren
Betrekkelijk voornaamwoord
De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn:
die
dat
Andere betrekkelijke voornaamwoorden zijn:
wie
wat
hetgeen
welk(e)
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Betrekkelijk voornaamwoord
De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn:
die
dat
Andere betrekkelijke voornaamwoorden zijn:
wie
wat
hetgeen
welk(e)
Slide 1 - Tekstslide
Betrekkelijke voornaamwoord
(betrekkelijke voornaamwoord met ingesloten antecedent)
Slide 2 - Tekstslide
Betrekkelijk voornaamwoord
De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn:
die
en
dat
.
Andere betrekkelijke voornaamwoorden zijn:
wi
e, wat
Slide 3 - Tekstslide
Betrekkelijk voornaamwoord
Er zijn zes mogelijke betrekkelijk voornaamwoorden.
Slide 4 - Tekstslide
0
Slide 5 - Video
Redekundig
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Doelen taalkundig ontleden
Zelfstandig naamwoord
Lidwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Werkwoord (zelfstandig, hulp of
koppel
)
Bezittelijk voornaamwoord
Wederkerig voornaamwoord
Wederkerend voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
Vragend voornaamwoord
Onbepaald voornaamwoord
Voorzetsel
Bijwoord
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat verwijst naar een levend wezen.
Slide 8 - Tekstslide
persoonlijke voornaamwoorden
Slide 9 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoorden
Persoonlijk voornaamwoorden verwijzen meestal naar levende wezens:
1e persoon
2e persoon
3e persoon
Enkelvoud
Ik, Me, Mij
Jij, Je, U, Je, Jou
Hij, Zij, Het, Hem, Haar
Meervoud
Wij, We, Ons
Jullie
Zij, Ze, Hen, Hun, Ze
Slide 10 - Tekstslide
Persoonlijke voornaamwoorden
Enkelvoud
onderwerp
ander zinsdeel
1e persoon
ik
me/mij
2e persoon
je/jij
je/jij
u
u
3e persoon
hij
hem
ze/zij
ze/haar
het
het
Meervoud
onderwerp
ander zinsdeel
1e persoon
wij
ons
2e persoon
jullie
jullie
u
u
3e persoon
ze/zij
ze/hen/hun
Slide 11 - Tekstslide
Woordsoorten:
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Vragend voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Slide 12 - Tekstslide
Sleep de woorden naar de juiste woordsoort.
werkwoord
zelfst. naamwoord
bijwoord
voorzetsel
voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
shirt
ik
gele ...
ergens
Morgen
waarschuwen
boeken
boven
jullie
achter
mooi
oprakelen
Jairo
Slide 13 - Sleepvraag
Wat is het betrekkelijk voornaamwoord: Alles wat hij wil, is een beetje rust aan zijn hoofd.
A
alles
B
is
C
wat
D
aan
Slide 14 - Quizvraag
Betrekkelijk voornaamwoord
Sleep de kenmerken en de zinnen waarin het betrekkelijk voornaamwoord ontbreekt, naar het juiste woord.
die
dat
wat
Dit betrekkelijk voornaamwoord gebruik je bij de-woorden (mannelijke en vrouwelijke woorden)
Dit betrekkelijk voornaamwoord gebruik je bij het-woorden (onzijdige woorden)
Het boek van mijn docent, [...] ik mocht lenen, heb ik uit.
De burgemeester van dat dorp, [...] al lang ziek is, wil ermee stoppen.
Dit betrekk.vnw gebruik je: a) als het betrekking heeft op onbepaald vnw, bij overtreffende trap, bij een hele zin.
Slide 15 - Sleepvraag
Zin 4
De
zes
die
hier
De trein van zes uur is de eerste die hier vertrekt.
betrekkelijk voornaamwoord
bepaald hoofdtelwoord
bepaald lidwoord
bijwoord
Slide 16 - Sleepvraag
Aanwijzend voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord
De voetballer
die
bij Ajax speelt.
Deze
jas is van mij.
Dat
hondje is lief.
Een meisje
dat
ik ken.
Slide 17 - Sleepvraag
Betrekkelijk voornaamwoord
Vragend voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Deze
Wie
Wat voor
Dit
Wat
Dat
Slide 18 - Sleepvraag
Persoonlijk voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord
Dat is alles, wat ik wilde zeggen.
Zij gaan naar hen.
Slide 19 - Sleepvraag
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
betrekkelijk voornaamwoord
onbepaald voornaamwoord
Hij
kijkt
volgende
keer
wel
beter
uit.
Slide 20 - Sleepvraag
Persoonsvorm
Lidwoord
Voorzetsel
Bijvoeglijk naamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord
zelfstandig naamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
bijwoord
Op
Het Perron,
die
school
zitten
uit
Veenendaal,
ontzettend
leuke
leerlingen!
Slide 21 - Sleepvraag
aanwijzend voornaamwoord
betrekkelijk voornaamwoord
die
dat
deze
dit
dezelfde
wie
wat
welk(e)
hetgeen
soortgelijke
zoiets
Slide 22 - Sleepvraag
Sleep de woorden naar het juiste vakje.
aanwijzend voornaamwoord
persoonlijk
voor
naamwoord
Bezittelijk
voor
naamwoord
betrekkelijk voornaamwoord
Heeft
zij
die
posters
gezien
die
in
mijn
kamer
hangen?
Slide 23 - Sleepvraag
Met het betrekkelijk voornaamwoord die verwijs je naar de-woorden.
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Huiswerk voor do 22 mei
Gram maken 10 t/m 12
Voornaamwoorden;
Betrekkelijk voornaamwoord
Slide 25 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Grammatica - Taalkundig Ontleden I
September 2023
- Les met
47 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Do 8 juni Voornaamwoorden
June 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Woordleer
18 days ago
- Les met
21 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
30/03/2023 Grammatica - herhaling
April 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica woordsoorten les 1 2havo
May 2023
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Grammatica woordsoorten les 3 2 mavo
April 2023
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Voornaamwoorden
May 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Hoofdstuk 4 - les 1
September 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3