2.4 - Atoombouw

Deze les
Vorige les
Hoofdstuk 2 - par. 3 - Formule taal - deel 2
Lesdoelen
- Ik kan de deeltjes in een atoom benoemen
- Ik kan de 4 atoommodellen benoemen
- Ik kan uitleggen wat een isotoop is
Instructie
Hoofdstuk 2 - par. 4 - Atoombouw
Aantekeningen
Overschrijven van het bord
Prakt. opdr.
X
Huiswerk nu af
1 t/m 14 van 2.1
Evaluatie
Klassikale vragen over de leerdoelen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Deze les
Vorige les
Hoofdstuk 2 - par. 3 - Formule taal - deel 2
Lesdoelen
- Ik kan de deeltjes in een atoom benoemen
- Ik kan de 4 atoommodellen benoemen
- Ik kan uitleggen wat een isotoop is
Instructie
Hoofdstuk 2 - par. 4 - Atoombouw
Aantekeningen
Overschrijven van het bord
Prakt. opdr.
X
Huiswerk nu af
1 t/m 14 van 2.1
Evaluatie
Klassikale vragen over de leerdoelen

Slide 1 - Tekstslide

5 minuten leerkaart
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Massapercentage berekenen
Bereken het massapercentage van zuurstof in glucose

C6H12O6   --> 180,16 u
O6             --> 96 u

Percentage berekenen = deel : geheel x 100%
Massapercentage zuurstof= 96 : 180,16 x 100% = 53,29%

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
Paragraaf 4

Slide 4 - Tekstslide

Hoe ziet een atoom eruit?
- Elektronen aan de buitenkant (1-)
- Protonen aan de binnenkant (1+)
- Neutronen aan de binnenkant (0)

Slide 5 - Tekstslide

Hoe ziet een atoom eruit?
Je moet 4 atoommodellen kennen.

Van simpel naar complex

Slide 6 - Tekstslide

Het John Dalton model (1808)
Atomen zijn bollen, waarbij de diameter, kleur en symbolen de verschillen voorstellen

Nadeel:
De atomen zijn niet op te delen in kleinere deeltjes. 

Slide 7 - Tekstslide

Het Thomson model (1904)
Atomen zijn bollen met positieve lading, waarin zich negatieve deeltjes bevinden

Nadeel:
Atomen zijn geen massieve balletjes.

Slide 8 - Tekstslide

Het Rutherford model (1911)
Atomen bestaan voor 99% uit niets. De elektronen zweven om de atoomkern heen.

Nadeel:
Het is niet duidelijk hoe de elektronen verdeeld zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Het Bohr model (1913)
Elektronen bevinden zich in schillen om de atoomkern. In elke schil past een max. aantal elektronen.

Nadeel:
Is er niet!

Slide 10 - Tekstslide

Isotoop
Een isotoop is een atoom dat meer neutronen bevat. Deze hebben wel dezelfde atoomnummer, maar je kunt ze met het massagetal (u) onderscheiden.

Slide 11 - Tekstslide

Isotoop

Slide 12 - Tekstslide

Relatieve atoommassa
De massa van een atoom is het gemiddelde van alle isotopen in de natuur.

Van chloor komt in de natuur voor:
Cl-35 (75%)     en      Cl-37 (25%)

(0,75 x 35) + (0,25 x 37) = 35,45 u

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Wat
- Lees eerst de tekst, als dat niet klaar was

- Huiswerk opgave
   Maak 51 t/m 65 van 2.4
Hoe
In je schrift of online
Hulp
Boek, Buurman, Bureau
Tijd
Tot 5 minuten voordat de les eindigd
Klaar
Laat je werk zien aan de docent
Je mag iets voor jezelf doen
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide