Paragraaf 5.2 waar kun je werken?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

Paragraaf 5.2

Waar kun je werken?

Aan het einde van de les:

1. Weet je welke ondernemingsvormen er zijn
2. Weet je hoe een bedrijf georganiseerd is
3. Weet je in welke sectoren je kunt werken

Lesplanning

1. Weet je het nog? Terugblik op vorige les (5 minuten)
2. Theorie (10 minuten)
3. Aan de slag! (25 minuten)
4. Wat heb je geleerd? (5 minuten)

Wat weet je nog van vorige les?

Wat is een flexibele baan?

1. Een baan waarbij je helemaal zelf kunt bepalen wanneer je werkt.
2. Een baan waarbij je alleen werkt wanneer de werkgever jou nodig heeft.
3. Een baan waarbij je alleen werkt op rustige momenten.
4. Een baan voor in het weekend.

Wat is een proeftijd?

1. Een soort van stage binnen een bedrijf.
2. Een periode waarin je extra salaris krijgt.
3. In de proeftijd bekijk je of het werk jou bevalt.

Wat is het nettoloon?

1. Hierbij moeten de loonbelastingen en sociale premies er nog vanaf gehaald worden.
2. dit is het loon waarbij de loonbelasting en sociale premies eraf zijn gehaald.

Kijkvragen

• Noem minimaal twee ondernemingsvormen die je in het filmpje hebt gezien
• Bij welke ondernemingsvormen ben je met je privé vermogen aansprakelijk?

Aan de slag!

Ga aan de slag met opgaven 11 t/m 23

Vragen?

Overleg eerst met degene die naast je zit :)

Dit heb je ook geleerd!

1. Je leerde welke ondernemingsvormen er zijn
   
2. Je leerde hoe een bedrijf georganiseerd is
3. Je leerde in welke sectoren je kunt werken