VEI M2 5.2 Chromosomen en genen 2022 2023

Welkom!

Ga rustig op je plek zitten
Log in bij LessonUp en open je boek op blz. 113

5.2 Chromosomen en genen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Ga rustig op je plek zitten
Log in bij LessonUp en open je boek op blz. 113

5.2 Chromosomen en genen

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Terugblik
  • Leerdoelen
  • Uitleg BS 2
  • Oefenen met BS 2
  • Huiswerk
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het genotype? En wat het fenotype?

Slide 4 - Open vraag

BS 2: Chromosomen en genen

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.
  • Je kunt uitleggen dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Paren
  • 23 chromosomen paren
  • 46 chromosomen totaal.

Chromosomen in een paar:
- bestaan uit dezelfde genen

Bijv: paar 15 heeft de genen voor oogkleur. 
Één van de moeder, één van de vader.

Slide 8 - Tekstslide

Verschillende informatie
De genen voor eigenschappen hebben kleuren (in deze afbeelding).
  • Sommige genen van vader en moeder zijn hetzelfde.
  • Sommige genen verschillen per chromosomen.

Slide 9 - Tekstslide

Genotype en fenotype
De informatie van genen op een chromosoom kunnen verschillen.

Welke eigenschap tot uiting komt, hangt af van het sterkste gen.

b = gen voor blauwe ogen (recessief)
B = gen voor bruine ogen (dominant)

Slide 10 - Tekstslide

Geslacht
22 ''normale'' chromosmenparen.

Paar 23 zijn de geslachtschromosomen.

Vrouw = XX
Man = XY
Intersekse = XXX /XXY / XYY

Slide 11 - Tekstslide

Bevruchting
Bevruchting gebeurt met een zaadcel en een eicel: de geslachtscellen

  • Geslachtscellen hebben geen chromosomenparen. Ze hebben de helft van 46 = 23 chromosomen

23 + 23= 46 chromosomen 
Eicel
zaadcel
Bevruchte eicel

Slide 12 - Tekstslide

Bevruchting
Het geslachtschromosoom in de eicel is altijd X

Het geslachtschromosoom in zaadcellen kan X of Y zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen met de leerdoelen!

Slide 15 - Tekstslide

Welke geslachtschromosomen kunnen niet voorkomen
A
Man
B
Vrouw

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen geslachtscellen en lichaamscellen?

Slide 17 - Open vraag

Huiswerk
Maak van 5.2 opdracht 1 t/m 9 (blz. 118)

Weet je een vraag niet? Lees de tekst nog eens. Vraag het daarna pas aan de docent.

Klaar? Kijk je huiswerk na, flitskaarten, test jezelf,
Biologiepagina, lees de basisstof nog eens

Slide 18 - Tekstslide