Smiley opdracht

D2B Erfelijkheid en evolutie EXTRA
Basisstof voor 2MH  smiley-opdracht
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 60
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 60 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

D2B Erfelijkheid en evolutie EXTRA
Basisstof voor 2MH  smiley-opdracht
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Tekstslide

Kun je uitleggen in een verhaaltje wat de begrippen betekenen en wat ze met elkaar te maken hebben? 
46 chromosomen  
23 paar chromosomen 
DNA                             - Gen 
Genotype                     - Fenotype
Lichaamscel                 - Geslachtscel
Zygote
Homozygoot                 - Heterozygoot
Dominant                      - recessief
X-chromosoom             -  Y-chromosoom
Symbool Meisje            - Jongen 
Noteren homozygoot    - heterozygoot

Welke genotypen zijn mogelijk met A en a? 
Welk fenotype zie je bij een heterozygote eigenschap?

Wat weet je al over erfelijkheid?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Leer deze les van LessonUP

Eerst  zie je de oefenvragen

(Als je wilt kun je daarna nog wat extra uitleg 
over de basisstof bekijken )

Slide 4 - Tekstslide

Oefenvragen.... wat weet je (niet)?
Als je fouten maakt, het niet snapt:

STEL VRAGEN
NOTEER IN JE SCHRIFT DE VRAAG EN HET JUISTE ANTWOORD

Je hebt er helemaal niets aan om de vragen 
'even snel'  te maken ... als jij er niet over nadenkt: 

Slide 5 - Tekstslide

Genotype: AA

Wat je waarneemt (fenotype) zijn de eigenschappen van de 1e letter van het genotype
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 6 - Quizvraag

Dit zijn de mogelijke genotypen:

AA Aa aA aa
A
waar
B
nietwaar

Slide 7 - Quizvraag

Genotype: AA
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 8 - Quizvraag

Genotype: aa
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 9 - Quizvraag

Genotype: Aa
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 10 - Quizvraag

Genotype: AA
Je ziet in het fenotype de
Dominante eigenschap
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 11 - Quizvraag

Genotype: Aa

I: Je ziet in het fenotype de Dominante eigenschap
II: Je ziet in het fenotype de Dominante EN de recessieve eigenschap
III: Je ziet in het fenotype de recessieve eigenschap
A
I: Waar II: Waar III: Nietwaar
B
I: Waar II: Waar III: Nietwaar
C
I: Nietwaar II: Waar III: Nietwaar
D
I: Waar II: Nietwaar III: Nietwaar

Slide 12 - Quizvraag

Genotype: aa
Je ziet in het fenotype de
Dominante eigenschap
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 13 - Quizvraag

aA
Je ziet in het fenotype:
A
de recessieve eigenschap
B
de Dominante eigenschap
C
de recessieve EN Dominante eigenschap
D
Hallooooooooooo, aA dat bestaat niet!!!!!!!!!!

Slide 14 - Quizvraag

Iemand is heterozygoot voor een eigenschap



de recessieve eigenschap
De dominante eigenschap
Wat zie je van diegene in het fenotype?

Slide 15 - Sleepvraag

Een heterozygote plant voor de eigenschap van rode bloemen.
Wat is het genotype van de plant?



bB: Zó mag je het genotype NIET noteren!
Altijd de hoofdletter eerst.
Bb
BB
bb
bB 

Slide 16 - Sleepvraag

Een homozygote plant voor de eigenschap 
van gele bloemen. Als je niet meer aan info hebt, 
wat kan het genotype van de plant dan zijn?



Bb en Bb
BB en bb
Alleen bb
Alleen BB

Slide 17 - Sleepvraag

Een homozygote plant voor de kleur geel (Info: geel is dominant).
Een heterozygote plant voor de kleur roze.
Een homozygote plant voor de kleur paars (Info: paars is recessief).
Wat zijn de genotypen van de planten?



Bb
BB
bb

Slide 18 - Sleepvraag

Iemand is homozygoot voor een dominante eigenschap



de recessieve eigenschap
De dominante eigenschap
Wat zie je van diegene in het fenotype?

Slide 19 - Sleepvraag

Fruitvliegjes komen voor met korte vleugels en normale vleugels. 
Men ontdekt een fruitvliegje dat normale vleugels heeft. 
Dat fruitvliegje is heterozygoot. Er zijn ook fruitvliegjes met korte vleugels.
Wat is het genotype van de verschillende fruitvliegjes uit de tekst?
korte vleugels
normale 
vleugels
(uit de tekst
hierboven).
extra
vraag
Bb
BB
bb

Er is ook een fruitvliegje met het genotype BB.
Welk fruitvliegje kan dat zijn?

Slide 20 - Sleepvraag

De 1e cavia heeft een bruine vacht, is homozygoot voor de vachtkleur. Bruin is dominant. 
De 2e cavia heeft een witte vacht en is ook homozygoot.  
De 'andere cavia' is ook bruin maar deze heeft een ander genotype dan de 1e cavia.  Welk genotype hebben de cavia's?



Bb
BB
bb
'Andere cavia'

Slide 21 - Sleepvraag

Er zijn konijnen met lange oren en konijnen met korte oren. Lange oren zijn Dominant. Wat kan het genotype van deze konijnen zijn?



bB: Zó mag je het genotype NIET noteren!
Altijd de hoofdletter eerst.
     homozygoot
Nooit!
Bb
BB
bb
bB 

Slide 22 - Sleepvraag

Er zijn kippen die grote eieren leggen en kippen die kleine eieren leggen. 
Stel: Het leggen van kleine eieren is een recessieve eigenschap.  
Wat is het genotype van de kippen?.....en.... Wat is helemaal fout?




bB: Zó mag je het genotype NIET noteren!
Altijd de hoofdletter eerst.
heterozygoot
Bb
BB
bb
bB 

Slide 23 - Sleepvraag

Iemand is homozygoot voor een recessieve eigenschap, 




de recessieve eigenschap
De dominante eigenschap
Wat zie je van diegene in het fenotype?

Slide 24 - Sleepvraag

Een speler is homozygoot voor het goed kunnen koppen. Goed koppen is Dominant. Een speler heeft overzicht, het hebben van overzicht is recessief.  Een speler die heel goed kan sprinten is heterozygoot, de eigenschap is Dominant. 
Wat zijn de genotypen van de spelers?



Ronaldo
Mathijs de Ligt
Frenkie de Jong
Bb
BB
bb

Slide 25 - Sleepvraag

Het gen voor bruine ogen is Dominant over het gen van blauwe ogen.
Een vrouw en man hebben beide bruine ogen. 
De man is homozygoot, de vrouw niet. 
Er is een kind met blauwe ogen.
Wat is het genotype van de man, de vrouw en het kind?
bb
BB
Bb

Slide 26 - Sleepvraag

Kuiltje in de wang, homozygoot
Een kuiltje in de wang is een Dominante eigenschap
Kuiltje in de wang, heterozygoot
Geen kuiltje in de wang, wel een hele goede voetballer :)
Welk genotype hebben deze personen?
bb
BB
Bb

Slide 27 - Sleepvraag

23 paar chromosom
Genotype
Geslachtscel man
Homozygoot recessief
Dominant noteer je ...
man
Geslachtschromo-soom man
vrouw

Slide 28 - Sleepvraag

46 chromosomen
 in een orgaan
Karyogram
Gen
Fenotype
23 chromosomen 
eicel 
Zygote
Heterozygoot
chromosoom 
dna-gen

Slide 29 - Sleepvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

(zaadcel)
(eicel)

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Praktijkopdracht

De smiley-nakomeling

De opdracht ontvang je van de docent
op papier

Slide 46 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting 
                   bij smileys

Je ziet 6 eigenschappen:


Een eigenschap kan zijn:
- Dominant
- recessief

Let op de letter 
                          en het fenotype

Haar, vorm ogen, oorlel, kuiltje in de kin en tongrollen 
Hoofdletter of kleine letter

Slide 47 - Tekstslide

Welke genotypen zijn mogelijk 
per eigenschap?

Noteer ze op 
jouw blad
HH  Hh  hh
BB  Bb  bb
AA  Aa   aa
KK  Kk   kk (schrijf een Andere kleine letter k)
RR  Rr    rr

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Teken de moeder en vader smiley. 
Kijk naar de 1e letter van het genotype, 
dat is wat je waarneemt (het fenotype).

Slide 50 - Tekstslide

Fenotype: 
Het waarneembare uiterlijk 
van de vader
Nakijkblad
Fenotype: 
Het waarneembare uiterlijk 
van de moeder

Slide 51 - Tekstslide

Van de moeder komt er vanuit 
de lichaamscel informatie in de eicel
Het toeval bepaalt welke informatie 
dat is over elke eigenschap.







Van de vader komt er vanuit 
de lichaamscel informatie in de zaadcel
Het toeval bepaalt welke informatie dat is over elke eigenschap.
2. Bepaal het genotype van de nakomeling per eigenschap
4. Vul in
1. Bepaal samen welke info er in de eicel en zaadcel terecht komt......
3. Teken de nakomeling
Zie volgende slide (meer overzicht)

Slide 52 - Tekstslide

Van de moeder komt er vanuit 
de lichaamscel informatie in de eicel
Het toeval bepaalt welke informatie 
dat is over elke eigenschap.







Van de vader komt er vanuit 
de lichaamscel informatie in de zaadcel
Het toeval bepaalt welke informatie dat 
is over elke eigenschap.
2. Bepaal het genotype van de nakomeling per eigenschap
1. Bepaal samen welke info er in de eicel en zaadcel terecht komt......
Welke eigenschap (gen) komt in de eicel en welke in de zaadcel?
Tweetal: Speel ‘Rots-Papier-Schaar’:      Wint Leerling 1: Noteer de 1e letter    Wint leerling 2: Noteer de 2e letter 
Ben je alleen? Gebruik een muntje.                        Kop   : Noteer de 1e letter                     Munt: Noteer de 2e letter

Slide 53 - Tekstslide

 2. Het genotype 
van de nakomeling 
per eigenschap
3. Maak de tekening, 
Je ziet het fenotype, 
dat wat je waarneemt
van de nakomeling
4. Bepaal of jou smiley een jongen of een meisje is.

Op wie lijkt de smiley het meest?

Slide 54 - Tekstslide

Dit ben ik. Je ziet al mijn uiterlijke eigenschappen.
Wat je ziet is mijn fenotype.

Vul in
h, b, A, K, r
fenotype h:  genotype hh
fenotype b:  genotype  bb
fenotype A:  genotypte AA  of Aa
fenotype K:  genotype KK of kk
fenotype r:   genotype rr

Slide 55 - Tekstslide

Vul in
1. De zaadcel
2. 23
3. Aa
4. AA
5. aa
6.  1e XY jongen    2e  XX meisje

Slide 56 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=ZfygN-oa6YU&list=PLLZRXn-_zTlsNkqSDUPy0xqy60KVyC9pw&index=4

Slide 57 - Tekstslide

Slide 58 - Video

23 paar chromosom
Genotype
Geslachtscel man
Homozygoot recessief
Dominant noteer je ...
man
Geslachtschromo-soom man
vrouw

Slide 59 - Sleepvraag

46 chromosomen
 in een orgaan
Karyogram
Gen
Fenotype
23 chromosomen 
eicel 
Zygote
Heterozygoot
chromosoom 
dna-gen

Slide 60 - Sleepvraag