Dorpskrant les 1: criteria (net als in Dorpskrantbestand)


Nederlands

De Dorpskrant - Les 1
Creatief schrijven & Spelling
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Nederlands

De Dorpskrant - Les 1
Creatief schrijven & Spelling

Slide 1 - Tekstslide

Periode 3
We hebben met de boekentoets van Geest periode 2 afgesloten.

In periode 3:
Maken we een dorpskrant 2x
Gaan we een interview houden 1x
Gaan we opnieuw aan de slag met begrijpend lezen 3x

Slide 2 - Tekstslide

Inleiding

  • Ieder dorp heeft zijn vaste bewoners. Zo heb je in ieder dorp een dokter, een agent, een bakker en een pastoor, of als je nu om je heen kijkt misschien wel een nagelstudio, een makelaarskantoor, een Starbucks of een huiswerkinstituut. 

Slide 3 - Tekstslide

Inleiding

  • Ook heeft ieder dorp zijn eigen dorpskrant. Een krant waarin alles wat er in het dorp gebeurt, wordt beschreven. 

  • Bijvoorbeeld de geboorte van de zoon van de slager of de aankondiging van het huwelijk van de bakker en zijn vrouw, een presentatie van de nieuwste Iphone of een concert van een lokale boyband. Kortom, alles wat de dorpsbewoners, nieuwsgierig als ze zijn, over hun medebewoners en hun dorp willen weten!

Slide 4 - Tekstslide

De opdracht
  • Je maakt een dorpskrant. Je bedenkt een naam voor het dorp, voor de dorpskrant en voor de bewoners die er wonen. Je bedenkt ook welke beroepen de bewoners uitoefenen. De dorpsbewoners maken van alles mee en daarvan doe jij verslag in de dorpskrant! 

  • De krant wordt gemaakt op knutselpapier. De berichten met de hand geschreven.\
  • Je mag alleen tijdens de lessen werken aan de dorpskrant, niet thuis.
  • De krant wordt gemaakt in tweetallen. Maak je de dorpskrant alleen? Dan hoef je maar de helft te maken.

Slide 5 - Tekstslide

Criteria inhoud

• De krant bevat de 6 verschillende tekstdoelen.
• De krant bevat dus ook verschillende tekstvormen. Bijvoorbeeld: nieuwsbericht, reclame, gedicht, strip, horoscoop, etc. 
• De bewoners, hun beroepen en hetgeen ze meemaken komen in de teksten voor.
• De teksten zijn zelf geschreven (ieder schrijft 3 teksten).


Slide 6 - Tekstslide

Criteria structuur

• De berichten hebben een duidelijke opbouw, die past bij de tekstsoort (inleiding, kern, slot).
• De alinea-indeling in de teksten is duidelijk zichtbaar.
• De berichten hebben functionele, nieuwsgierig makende titels (en tussenkopjes).

Slide 7 - Tekstslide

Criteria taalverzorging

  • Denk aan alle leestekens. Ze staan op de juiste plaatsen in de tekst.  
  • Denk aan de werkwoordspelling en de spelling van andere woorden.
  • Denk aan de opbouw van de zinnen. 

Slide 8 - Tekstslide

Criteria spelling specifiek
  • Verwerk in de krant:

  • 4 meervoudsvormen 
  • 4 verwijzingen
  • 4 samenstellingen
  • 4 samentrekkingen 

  • De woorden hiervoor bepaal je zelf. Je onderstreept ze in de krant. 

Slide 9 - Tekstslide

Criteria creatief taalgebruik
  • Verwerk in elke tekst 1 stijlfiguur / 1 vorm van beeldspraak (in totaal dus 6). (minimaal 3 verschillende stijlfiguren / vormen van beeldspraak)

  • Stijlfiguren: herhaling, opsomming, tegenstelling, paradox, eufemisme, overdrijving, understatement, ironie, sarcasme.

  • Beeldspraak: vergelijking met/zonder als, metafoor, personificatie, metonymia

Slide 10 - Tekstslide

Criteria overig

  • De dorpskrant ziet er netjes, origineel en verzorgd uit. 
  • De krant is creatief en aantrekkelijk.
  • Werkhouding tijdens de lessen telt voor 20 procent mee.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht
  • Maak tweetallen.

  • Bedenk een naam voor je dorp

  • Bedenk de naam van je dorpskrant

  • Bedenk minimaal 15 namen en beroepen van meerdere bewoners. Verzin bewoners in verschillende leeftijdscategorieën, dus van jonge bewoners tot héééél oud.

Slide 13 - Tekstslide