H3.2 krachten meten

H3.2 Krachten meten
  • Binnen is beginnen
  • Mobiel uit en in de juiste plek in de telefootas.
  • Ga rustig op je eigen plek zitten
  • Lees H3.2 op blz. 135 t/m 138
timer
6:00
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H3.2 Krachten meten
  • Binnen is beginnen
  • Mobiel uit en in de juiste plek in de telefootas.
  • Ga rustig op je eigen plek zitten
  • Lees H3.2 op blz. 135 t/m 138
timer
6:00

Slide 1 - Tekstslide

krachten 
Benodigheden
- Boek, schrift, rekenmachine
- Pen, potlood, liniaal



Tassen op de grond
Telefoons in de tas
Wat gaan we doen?
  • herhaling P1 (opgaven bespreken)
  • uitleg p2 krachten meten
  •  proefje verschillende krachtenmeters
  • opdrachten p2 maken

Jassen 
op de kapstok

Slide 2 - Tekstslide

Kan je krachten zien?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noemen we punt B?
A
Beerpunt
B
Startpunt
C
Aangrijpingspunt
D
Zwaartepunt

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het symbool voor de kracht?
A
M
B
F
C
f
D
r

Slide 5 - Quizvraag

Wat voor kracht wordt hier
gebruikt?
A
Magnetische kracht
B
Elektrische kracht
C
Zwaartekracht
D
Kleefkracht

Slide 6 - Quizvraag

leerdoelen H3.2
  1. je kunt het verband beschrijven tussen de uitrekking en de kracht op een veer.
  2. je kunt krachten meten met een krachtmeter(veerunster)
  3. je kunt de zwaartekracht op een voorwerp berekenen als de massa is aangegeven.
  4. je kunt een kracht tekenen op een gegeven krachten schaal.
  5. (extra) je kunt uitleggen dat 'g 'op elke planeet of maan weer een andere waarde heeft. 

Slide 7 - Tekstslide

krachten kun je niet zien maar wel meten.
Krachten meten
Krachten kun je meten met een krachtmeter
 ofwel veerunster. Je leest het aantal Newton af
waarmee de aarde aan het voorwerp trekt.

Slide 8 - Tekstslide

een spiraalveer uitrekken
Het verband tussen de kracht en
uitrekking bij een veer is
rechtevenredig.
d.w.z.; 2x keer meer kracht,
dan ook 2 x meer
uitrekking.
Kracht 4x zo groot => 
uitrekking ... x zo groot

Lineair verband?
  • Bij een lineair verband tussen twee variabelen is sprake van een constante toename of afname (= rechte lijn)

Slide 9 - Tekstslide

Slappe veer: kleine krachten
Stugge veer: grotere krachten

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Zwaartekracht: Fz
Fz = m x g

Fz = Zwaartekracht (N)
m = massa (kg)
g = de strekte van de zwaartekracht (N/kg of m/s2) (binas!!)
LET OP!! g is op aarde 9,81 N/kg
maar we rekenen meestal met 10 N/kg.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht:




Massa van een PlayStation is 2500 gram.
Bereken de zwaartekracht op de PlayStation.

Denk aan de juiste EENHEID!

                 
Hoe pak je dat aan!


Slide 13 - Tekstslide

krachten op schaal tekenen
Hoe groot is de kracht?
De pijl hiernaast is 5 cm lang.
De gebruikte krachtenschaal is 1 cm ≙ 50 N.


1 cm
5 cm
50 N
...

Slide 14 - Tekstslide

Hoe lang is de pijl?
Je hebt een kracht van 900 N.
De gebruikte krachtenschaal is 1 cm ≙ 30 N.


1 cm
...
...
30 N
1 N
900 N

Slide 15 - Tekstslide

Als je de kracht op een spiraalveer verdubbelt:
A
wordt de lengte van de veer 2x zo groot
B
wordt de uitrekking van de veer 2x zo groot
C
wordt de lengte van de veer 4x zo groot
D
wordt de uitrekking van de veer 4x zo groot

Slide 16 - Quizvraag

Op een voorwerp van 100 g werkt de zwaartekracht.
Hoe groot is de zwaartekracht?
A
0,1 N
B
1 N
C
10 N
D
1000 N

Slide 17 - Quizvraag

De zwaartekracht van de meneer is...
A
7,8 N
B
7800 N
C
780 N
D
78 N

Slide 18 - Quizvraag

Zelfstandig werk
Wat: lees paragraaf 3.2 op blz. 135 t/m 138 en maak opgaven 1 t/m 9 op blz. 140
Hoe: helemaal stil!
Hulp: docent
Tijd: ???? minuten lang
Huiswerk: opdrachten 1 tm 14 van H3.2 op blz. 135 t/m 144
Klaar? kijk de opgaven digitaal na 
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Onthoud
• De uitrekking van een spiraalveer geeft aan hoe groot de kracht is die op de veer wordt uitgeoefend.
• Met een krachtmeter kun je de grootte van een kracht meten.
• Voor het meten van kleine krachten gebruik je krachtmeters met slappe veren; voor grote krachten gebruik je stugge veren.
• De zwaartekracht op een voorwerp kun je berekenen met de formule: Fz = m ∙ g. De waarde van g is overal op aarde 10 N/kg.
• Om een kracht juist te tekenen moet je eerst de krachtenschaal kiezen. Deze geeft aan hoeveel kracht een pijl van 1 cm voorstelt.

Slide 20 - Tekstslide