SchrijfexamenDoelgroepTekstdoelBEBO220

Deze les: TAALGEBRUIK
  1. Schrijfexamen: uitleg
  2. Uitleg taalregisters
  3. Formeel en informeel taalgebruik
  4. Schrijfoefeningen taalregister
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Deze les: TAALGEBRUIK
  1. Schrijfexamen: uitleg
  2. Uitleg taalregisters
  3. Formeel en informeel taalgebruik
  4. Schrijfoefeningen taalregister

Slide 1 - Tekstslide

Mike-Wesley-Sonando-Youri
1) Studiemeter: voorbereiden op eindtoets
Daarna:
2) Schrijfwijze + betekenis schooltaalwoorden:
Klik op 'Speller'

Slide 2 - Tekstslide

Sonando
Studiemeter: StarttaalOnline 2F
Taalverzorging: Stijlkwesties + Werkwoordspelling (verplichte onderdelen)
Studiemeter: TNT

Slide 3 - Tekstslide

Mike
Studiemeter: StarttaalOnline 2F
Taalverzorging: Stijlkwesties (verplichte onderdelen) + Werkwoordspelling (verplichte onderdelen)

Slide 4 - Tekstslide

Wesley
Studiemeter: StarttaalOnline 2F
Taalverzorging: Werkwoordspelling (verplichte onderdelen) + Woordenschat (contextzinnen 3x)

Slide 5 - Tekstslide

Youri
Studiemeter: StarttaalOnline 2F
Taalverzorging: Stijlkwesties (verplichte onderdelen) + Werkwoordspelling (verplichte onderdelen)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoelen:
  1. Je kunt uitleggen wat we bedoelen met taalregisters.
  2. Je hebt meer inzicht in welke woorden bij een bepaald taalregister passen. 
  3. Je kunt een korte tekst én een e-mail schrijven met woorden uit een bepaald register.
  4. Je kunt de 7 tekstdoelen koppelen aan bepaald taalgebruik

Slide 11 - Tekstslide

Waarom is het nodig om van tevoren stil te staan bij je schrijfdoel en je doelgroep?

Slide 12 - Open vraag

Taalgebruik
Hoe weet je nu welk taalgebruik je moet toepassen als je een brief schrijft? 

Daarvoor gebruikt je brein verschillende taalregisters.

Wat zijn taalregisters?
Wat is formeel taalgebruik en wat is informeel taalgebruik?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Formeel taalgebruik

Slide 15 - Woordweb

Informeel taalgebruik

Slide 16 - Woordweb

Maak kennis met ... 

Sil

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
  1. Schrijf een kort bericht naar meneer Van Regteren en schrijf een kort bericht naar buurman John. Je wilt een feest geven en je vraagt om toestemming.
  2. Gebruik een passend taalregister.
  3. Zet de berichten in een mail en mail ze naar mij toe.
  4. Na vijftien minuten vraag ik een aantal om hun korte bericht voor te lezen.
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag
Maken:
Opdracht 7-8-9
Opdracht 10
(Starttaalleerwerkboek 2F, deel A, blz. 68 e.v.)

Klaar? Werk aan je woordenschat door op StarttaalOnline2F te werken aan (Taalverzorging) Woordenschat, contextzinnen.




timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

Nakijken en bespreken
Nakijken: opdr. 7-8-9-10
(Starttaalleerwerkboek 2F, deel A, blz. 68 e.v.)


Slide 21 - Tekstslide

Lesdoelen bereikt?
  1. Ik kan uitleggen wat we bedoelen met taalregisters.
  2. Ik heb meer inzicht in welke woorden bij een bepaald taalregister passen. 
  3. Ik heb een korte tekst én een e-mail geschreven met woorden uit een bepaald register.

Slide 22 - Tekstslide

Woordenschat
Ga naar quizlet.live

Type de volgende code in:
589-015

Slide 23 - Tekstslide