In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Nederlands
Informatie over examen Gesprekken Voeren 2F
Slide 1 - Tekstslide
Centraal Examen
Lezen & Luisteren
50%
Instelling Examens (IE)
Spreken
Gesprekken
Schrijven
Samen 50%
Slide 2 - Tekstslide
Gesprekken voeren
minimaal 6 minuten, maximaal 8 minuten
Minimaal een week voor het examen krijg je alle informatie in de les (en op Teams).
TIP: GOED VOORBEREIDEN!!!
Slide 3 - Tekstslide
Vandaag
Woordenschat
Oefenen met gespreksvoering
Slide 4 - Tekstslide
Woordenschat
Slide 5 - Tekstslide
Negeren
A
Geen liefde geven
B
Geen aandacht geven
C
Alleen negatieve aandacht geven
Slide 6 - Quizvraag
Verwijten
A
Vinden dat iemand iets goeds heeft gedaan
B
Vinden dat iemand iets verkeerds heeft gedaan, kwalijk nemen
C
Onterecht boos zijn op iemand
Slide 7 - Quizvraag
Toegankelijk
A
Open, bereikbaar
B
Gesloten, onbereikbaar
C
De ingang, de entree
Slide 8 - Quizvraag
Resoluut
A
Vastberaden, niet aarzelen
B
Restanten hergebruiken
C
Toestemming krijgen
Slide 9 - Quizvraag
Afstemmen
A
Iets zo regelen dat het past bij iets anders
B
Iets niet meer willen en wegstemmen
C
Vergaderen
Slide 10 - Quizvraag
Nauwkeurig
A
Actief
B
Precies
C
Belangrijk
Slide 11 - Quizvraag
Accepteren
A
Betalen met een acceptgirokaart
B
Betaald worden door een acceptgirokaart
C
Ergens mee instemmen, akkoord gaan
Slide 12 - Quizvraag
De prestatie
A
Een grote prijs
B
Iets bijzonders doen
C
Iets extra's doen
Slide 13 - Quizvraag
Leerdoelen:
Gesprekken Voeren
Na deze les:
weet je welk gespreksdoel er bij een bepaalde situatie hoort
weet je welke vaardigheden er bij een actieve gesprekshouding horen
ken je het verschil tussen een formeel en informeel gesprek
Slide 14 - Tekstslide
Oriënteren
We gaan nu aan de slag met een aantal oriënterende opdrachten. Je hebt voor deze opdrachten nog geen uitleg nodig. Je gaat onderzoeken welke kennis je al hebt over het onderwerp gespreksvaardigheid.
Slide 15 - Tekstslide
Soorten gesprekken
Er zijn heel veel verschillende soorten gesprekken. Denk maar eens aan de gesprekken die je op school, op je stage/werk en thuis voert.
Bedenk voor jezelf welke verschillende soorten gesprekken je al kent.
1. Welke soorten gesprekken ken je al?
Slide 16 - Woordweb
2. Wat voor soort gesprekken voer je zoal?
Slide 17 - Open vraag
3. Wat houdt een actieve gesprekshouding volgens jou in?
Slide 18 - Open vraag
Gespreksdoelen
Slide 19 - Woordweb
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Lees de situatie.
Beantwoord daarna de vragen op de volgende slide
Je hebt een interessante vacature gezien. Voordat je je sollicitatiebrief schrijft, wil je nog aanvullende informatie over de functie en het bedrijf. Daarom bel je met het bedrijf waar je wilt solliciteren.
Slide 24 - Tekstslide
1. Wat is je gespreksdoel? 2. Wie is je gesprekspartner?
Slide 25 - Open vraag
3. Is je taalgebruik formeel of informeel? 4. Welke voorkennis verwacht je bij je gesprekspartner?
Slide 26 - Open vraag
Leerdoelen
gesprekshouding
gespreksregels
miscommunicatie
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Zijn er nog vragen?
Slide 31 - Open vraag
Evalueren Schrijf 2 dingen op die je van deze les hebt geleerd.