gesprekken week 2

Nederlands

GESPREKKEN VOEREN

GESPREKSVAARDIGHEID
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

GESPREKKEN VOEREN

GESPREKSVAARDIGHEID

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
We gaan starten met de voorbereiding op het examen Gesprekken Voeren

Na deze les:

  • weet je welk gespreksdoel er bij een bepaalde situatie hoort
  • weet je welke vaardigheden er bij een actieve gesprekshouding horen
  • ken je het verschil tussen een formeel en informeel gesprek

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Lees de situatie
Beantwoord daarna de vragen op de volgende slide






Je hebt een interessante vacature gezien. Voordat je je sollicitatiebrief schrijft, wil je nog aanvullende informatie over de functie en het bedrijf. Daarom bel je met het bedrijf waar je wilt solliciteren. 

Slide 8 - Tekstslide

1. Wat is je gespreksdoel?
2. Wie is je gesprekspartner?

Slide 9 - Open vraag

3. Is je taalgebruik formeel of informeel?
4. Welke voorkennis verwacht je bij je gesprekspartner?

Slide 10 - Open vraag

Lees de situatie
Beantwoord daarna de vragen op de volgende slide






Op het station vraagt een oudere dame of je haar wilt uitleggen hoe ze het saldo op haar ov-kaart kan opwaarderen bij een automaat. 

Slide 11 - Tekstslide

1. Wat is je gespreksdoel?
2. Wie is je gesprekspartner?

Slide 12 - Open vraag

3. Is je taalgebruik formeel of informeel?
4. Welke voorkennis verwacht je bij je gesprekspartner?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
Bekijk het youtube-fragment op de volgende slide. Let goed op  Beantwoord daarna de vragen.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

1. Gaat de presentator in op wat zijn gesprekspartner zegt? Leg je antwoord uit met een voorbeeld uit het fragment.

Slide 20 - Open vraag

2. Neemt de presentator op een beleefde manier de beurt? Leg je antwoord uit met een voorbeeld uit het frament.

Slide 21 - Open vraag

3. Geef een voorbeeld van een vervolgvraag die in het fragment wordt gesteld. Is dit een open of gesloten vraag?

Slide 22 - Open vraag

4. Welke kenmerken van een actieve gesprekshouding heb je teruggezien in het fragment?

Slide 23 - Open vraag

Huiswerk 30 oktober
-geef 20 gespreksadviezen voor een goed gesprek


Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk 
- bestudeer de filmpjes in bronnen
- verwoord 10 competenties (kwaliteiten, vaardigheden, diploma's, workshops) met bewijs en zet deze in word. Lever het document in via bronnen, gesprek. 

Slide 25 - Tekstslide