W6 NL Gesprekken voeren

Nederlands
Workshop 6 Gesprekken voeren
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Workshop 6 Gesprekken voeren

Slide 1 - Tekstslide

Centraal Examen MBO (CEM)

  1. Lezen
  2. Luisteren


Samen 50%
Instelling Examens (IE)

  1. Spreken (15%)
  2. Gesprekken (15%)
  3. Schrijven (20%)

Samen 50%

Slide 2 - Tekstslide

Gesprekken voeren
Niv.3: gesprek duurt 6 minuten
Niv. 4: gesprek duurt 8 minuten

10 dagen voor het examen krijg je alle informatie per mail.
GOED VOORBEREIDEN!!!

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
Woordenschat
Oefenen met gespreksvoering

Slide 4 - Tekstslide

Woordenschat

Slide 5 - Tekstslide

Negeren
A
Geen liefde geven
B
Geen aandacht geven
C
Alleen negatieve aandacht geven

Slide 6 - Quizvraag

Verwijten
A
Vinden dat iemand iets goeds heeft gedaan
B
Vinden dat iemand iets verkeerds heeft gedaan, kwalijk nemen
C
Onterecht boos zijn op iemand

Slide 7 - Quizvraag

Het referentiekader
A
Kleurplaat voor volwassenen
B
Het geheel aan normen en waarden binnen een groep
C
Alle mensen die je kent en die iets over jou kunnen vertellen
D
Opgedane ervaringen waaraan je nieuwe dingen afmeet

Slide 8 - Quizvraag

Toegankelijk
A
Open, bereikbaar
B
Gesloten, onbereikbaar
C
De ingang, de entree

Slide 9 - Quizvraag

Resoluut
A
Vastberaden, niet aarzelen
B
Restanten hergebruiken
C
Toestemming krijgen

Slide 10 - Quizvraag

Afstemmen
A
Iets zo regelen dat het past bij iets anders
B
Iets niet meer willen en wegstemmen
C
Vergaderen

Slide 11 - Quizvraag

Nauwkeurig
A
Actief
B
Precies
C
Belangrijk

Slide 12 - Quizvraag

De prestatie
A
Een grote prijs
B
Iets bijzonders doen
C
Iets extra's doen

Slide 13 - Quizvraag

Accepteren
A
Betalen met een acceptgirokaart
B
Betaald worden door een acceptgirokaart
C
Ergens mee instemmen, akkoord gaan

Slide 14 - Quizvraag

Leerdoelen:
 Gesprekken Voeren

Na deze les:

  • weet je welk gespreksdoel er bij een bepaalde situatie hoort
  • weet je welke vaardigheden er bij een actieve gesprekshouding horen
  • ken je het verschil tussen een formeel en informeel gesprek

Slide 15 - Tekstslide

Oriënteren

We gaan nu aan de slag met een aantal oriënterende opdrachten. Je hebt voor deze opdrachten nog geen uitleg nodig. Je gaat onderzoeken welke kennis je al hebt over het onderwerp gespreksvaardigheid.

Slide 16 - Tekstslide

Soorten gesprekken
Er zijn heel veel verschillende soorten gesprekken. Denk maar eens aan de gesprekken die je op school, op je stage/werk en thuis voert. 

Bedenk voor jezelf welke verschillende soorten gesprekken je al kent.
1. Welke soorten gesprekken ken je al?

Slide 17 - Woordweb

2. Wat voor soort gesprekken voer je zoal?

Slide 18 - Open vraag

4. Wat houdt een actieve gesprekshouding volgens jou in?

Slide 19 - Open vraag

Gespreksdoelen

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

0

Slide 25 - Video

Lees de situatie
Beantwoord daarna de vragen op de volgende slide






Je hebt een interessante vacature gezien. Voordat je je sollicitatiebrief schrijft, wil je nog aanvullende informatie over de functie en het bedrijf. Daarom bel je met het bedrijf waar je wilt solliciteren. 

Slide 26 - Tekstslide

1. Wat is je gespreksdoel?
2. Wie is je gesprekspartner?

Slide 27 - Open vraag

3. Is je taalgebruik formeel of informeel?
4. Welke voorkennis verwacht je bij je gesprekspartner?

Slide 28 - Open vraag

Leerdoelen
  • gesprekshouding
  •  gespreksregels
  • miscommunicatie

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht
Bekijk het youtube-fragment op de volgende slide. Let goed op  Beantwoord daarna de vragen.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

1. Gaat de presentator in op wat zijn gesprekspartner zegt? Leg je antwoord uit met een voorbeeld uit het fragment.

Slide 35 - Open vraag

2. Neemt de presentator op een beleefde manier de beurt? Leg je antwoord uit met een voorbeeld uit het frament.

Slide 36 - Open vraag

3. Geef een voorbeeld van een vervolgvraag die in het fragment wordt gesteld. Is dit een open of gesloten vraag?

Slide 37 - Open vraag

4. Welke kenmerken van een actieve gesprekshouding heb je teruggezien in het fragment?

Slide 38 - Open vraag

Evalueren
Schrijf 2 dingen op die je van deze les hebt geleerd.

Slide 39 - Open vraag

Zijn er nog vragen?

Slide 40 - Open vraag

Hoe heb je de les van vandaag ervaren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

Tot de volgende keer!

Slide 42 - Tekstslide