Burgerschap - Werk & Inkomen

Burgerschap - Werk & Inkomen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap - Werk & Inkomen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les...

- kun je de begrippen arbeidsovereenkomst, arbeidsvoorwaarden, cao en vakbond uitleggen; 
- weet je wat arbeidsmarkt, werkloosheid en UWV inhouden;
- ken je drie soorten arbeidsovereenkomsten voor een werknemer in loondienst;
- ken je de rechten en plichten als werknemer in je eigen branche;
- begrijp je op welke manieren je meer geld kunt verdienen;
- weet je op welke voorzieningen je recht hebt als je geen baan hebt;

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het nut van werken?

Slide 3 - Open vraag

Definitie van arbeid
Arbeid is elke lichamelijke of geestelijke activiteit met het doel een product of dienst te leveren.

Arbeid kun je verdelen in verschillende categorieën. Weten jullie welke?

Slide 4 - Tekstslide

Arbeid categorieën:

- Betaalde arbeid - Arbeid waarvoor je betaald krijgt.
- Onbetaalde arbeid -  Werk waarvoor je niet betaald krijgt, zoals vrijwilligerswerk.
- Formele arbeid Arbeid is geregistreerd en dus bekend bij de overheid . Er moet belasting over betaald worden.
- Informele arbeid - Arbeid, die niet door de overheid geregistreerd wordt. Bijvoorbeeld zwart werk of huishouden.

Slide 5 - Tekstslide

Arbeid & behoeften
De meesten van ons werken om zichzelf te kunnen onderhouden.
Zeker als je op jezelf woont. Je moet dan je huis, voeding, kleding en verzekeringen betalen. Ook als je nog thuis woont, heb je inkomsten nodig.

Primaire behoeften -  dingen die noodzakelijk zijn.
Secundaire behoeften - dingen die het leven gemakkelijk of aangenamer maken.

Slide 6 - Tekstslide

Waar geef jij het meeste geld aan uit?
Primaire behoeften
Secundaire behoeften

Slide 7 - Poll

Arbeidscontract
Wanneer je betaalde arbeid verricht, heb je met je werkgever een heel simpele afspraak: Jij levert arbeid aan je werkgever, je werkgever geeft jou daarvoor loon. 

Dit en andere afspraken staan in een arbeidscontract.

Slide 8 - Tekstslide

Wat staat er in een arbeidscontract?

Slide 9 - Woordweb

Wat staat er in een contract:

Naam en woonplaats van werknemer en -gever
De hoogte van je salaris (en wanneer dit wordt uitbetaald)
Collectieve arbeidsovereenkomst
Plaats(en) waar je werkt
Het aantal uren (per dag of per week)
Functie / soort werk dat je doet
Hoogte van je vakantietoeslag (8%)
Eventueel lengte van je proeftijd
Datum van indienstreding
Het aantal vakantiedagen
Eventueel je pensioenregeling
Duur van je contract
Opzegtermijn
Eventueel je concurrentebeding

Slide 10 - Tekstslide

Welke arbeidsovereenkomsten zijn er ?

Slide 11 - Tekstslide

Verschillende soorten arbeidsovereenkomsten:
  • Contract voor bepaalde tijd
  • Contract voor onbepaalde tijd
  • Oproepcontract of nulurencontract

Slide 12 - Tekstslide

Rechten en plichten
Als werknemer in Nederland heb je rechten.
- redelijk salaris 
- veilige & gezonde werkplek.

Als werknemer heb je ook plichten - 'goed werknemerschap'.

Wat hoort volgens jullie onder goed werknemerschap?

Slide 13 - Tekstslide

Goed werknemerschap
Voorbeelden:

  • Aanwezig  zijn
  • Passend werk doen
  • Eerlijk zijn (medisch)
  • Loyaal zijn
  • Geheimhouding

Slide 14 - Tekstslide

Collectief arbeidsovereenkomst
In veel branches worden collectief afspraken gemaakt over arbeidsvoorwaarden. Dit wordt vastgelegd in een CAO (Collectief ArbeidsOvereenkomst). 

Als de CAO algemeen bindend is, betekend dit dat elke werkgever in de branch zich eraan moet houden.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Rol van de vakbond

Vakbond is een vereniging van werknemers uit een of meerdere branches, die opkomt voor de belangen van haar leden.

Hoe groter de vakbond,
hoe meer druk er gezet kan worden.

Slide 17 - Tekstslide

ZZP
Een ZZP'er is een afkorting van 'zelfstandige zonder personeel'. Je werkt dan voor verschillende opdrachtgevers en is er geen sprake van dienstverband.

Wat lijken jullie de voor en nadelen van ZZP'er zijn?

Slide 18 - Tekstslide

Voordelen ZZP

- Eigen tijd indelen
- Veel afwisseling (ivm diverse klanten en opdrachtgevers)
- Arbeidsvoorwaarden en uurtarief bepaal je zelf
Nadelen ZZP

- Zelf verantwoordelijk voor je pensioen
- Eigen vangnet opbouwen
- Meer onzekerheid
- Eigen administratie bijhouden

Slide 19 - Tekstslide

Sociale zekerheid
Wanneer je geen baan hebt, kun je in Nederland beroep doen op het sociale zekerheidsstelsel.

tot 2min

Slide 20 - Tekstslide

Werkloosheid

Werkloosheid is nooit 0% in een land. Er zijn altijd wel mensen opzoek naar een baan. Als de economie aantrekt, zijn er veel banen en is de werkloosheid laag. Er is dan een krappe arbeidsmarkt. 

In tijden van economische crisis zijn er minder banen en is de werkloosheid hoog. Werkloosheid beweegt dus mee met de economie. Afgelopen 20 jaar schommelde de werkloosheid tussen de 2 en 8% van de beroepsbevolking (15-75 jarigen). 

Bron: UWV - Werkloosheid daalt het snelst onder jongeren - 19 aug 2021

Slide 21 - Tekstslide

5 soorten werkloosheid
1) Conjuncturele werkloosheid
2) Structurele werkloosheid
3) Seizoenswerkloosheid
4) Regionale werkloosheid
5) Frictiewerkloosheid

Slide 22 - Tekstslide

Ik maak mij wel eens zorgen over het vinden van een baan
010

Slide 23 - Poll

Studiefinanciering
Naast deze inkomensaanvullende voorzieningen, zijn er ook de inkomensondersteunende voorzieningen, zoals de toeslagen van de belastingdienst (zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderopvangtoeslag en kindgebondenbudget).
Je studiefinanciering valt onder een toelage die je van de overheid kunt ontvangen als je studeert. Wanneer je studiefinanciering ontvangt bestaat die uit verschillende delen:
* Basisbeurs
* Studentenreisproduct
* Aanvullende beurs (afhankelijk van het inkomen van je ouders/verzorgers)
* Mogelijkheid tot bijlenen
Als je bijverdient naast je studiefinanciering is er een bijverdien grens.

Slide 24 - Tekstslide

Rondvraag
Vragen??

Slide 25 - Tekstslide