Les 5 Orgaanstelsel-het verteringssysteem

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke orgaanstelsels ken je?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verteringsstelsel
je leert vorm  en functie  van het verteringsstelsel
wat voedingsstoffen zijn en hoe ze worden opgenomen
je leert zelf een biologisch model  te maken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorm en functie
Vorm:  het hart is een vuistgroot orgaan, het is een holle spier die in rust ongeveer 60x/minuut samentrekt etc
Functie: door  het samentrekken en de aanwezigheid van kleppen pompt het hart het bloed door het lichaam via een netwerk van bloedvaten etc.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

De maag is een belangrijk orgaan van het spijsverteringskanaal. Het zorgt ervoor dat ons voedsel wordt voorbereid op de vertering. De maag kneedt het voedsel fijn en maakt dat het in kleine stukjes naar de darmen kan. Daarnaast vermengt de maag het voedsel met sappen die zorgen voor een goede vertering en het onschadelijk maken van bacteriën.

Slide 12 - Tekstslide

Bij reflux staat het sluitspiertje tussen de slokdarm en de maag vaker open, waardoor de zure maaginhoud terugstroomt in de slokdarm

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie Lever
Vorming van gal: vertering van vetten
Koolhydraatstofwisseling: reguleren van suikerconcentratie bloed
Eiwitstofwisseling: vorming van eiwitten uit aminozuren
Ontgiften en reinigen
Opslag (tijdelijk) van vetten, aminozuren, vitamines en mineralen


 en getransporteerd naar de lever. De lever kan van deze aminozuren nieuwe eiwitten maken. Deze eiwitten kunnen vervolgens weer door je lichaam worden gebruikt voor bijvoorbeeld de opbouw van spieren.
Vetstofwisseling. Bij de vertering van je voedsel komen naast aminozuren ook vetzuren vrij. Er bestaan verzadigde en onverzadigde vetzuren. Verzadigde vetzuren zijn slecht voor je gezondheid. De onverzadigde vetzuren kunnen daarentegen weer worden gebruikt in je stofwisseling of als brandstof. Je lever kan verzadigde vetzuren omzetten naar onverzadigde vetzuren.
Ontgiften en reinigen. Dagelijks kunnen er veel schadelijke stoffen in je lichaam terechtkomen. Niet alleen door alcohol te drinken, maar ook bijvoorbeeld door het gebruik van medicijnen. Je lever kan deze schadelijke stoffen onschadelijk maken en vervolgens afvoeren via de ontlasting of urine.
Opslag. Behalve glycogeen (zie koolhydraatstofwisseling) kunnen ook andere stoffen (tijdelijk) worden opgeslagen in je lever. De lever scheidt ze vervolgens uit als je lichaam ze nodig heeft. Dit zijn bijvoorbeeld:
Vetten
Aminozuren
Vitamines
Mineralen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

haalt de laatste bruikbare stoffen uit het voedsel; vocht, mineralen (galzouten)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak in groepjes van max 4 een model van het verteringsstelsel mbv de materialen.
Let op de juiste verhoudingen!
Schrijf op de labels de functie van elk onderdeel, welke verteringssappen daar vrijkomen etc.
Ga voor koolhydraten,  eiwitten en  vetten na hoe en waar de afbraak plaats vindt.
* (ontdek wat er mis kan gaan bij een ziekte (naar keuze) en presenteer)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taken
  1. maak een model van het spijsverteringsstelsel (incl labels met functies)
  2. zoek uit hoe de vertering en opname gaat van voedingsstoffen (KEV)
  3. welke ziekte kan de opname van voedingsstoffen verstoren?
  4. hoe verloopt de zuurgraad van mond-kont (pH)?
  5. geef aan welke verteringssappen  een rol spelen, welk orgaan ze afgeeft

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

je favoriete biologie onderwerp is..

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies