Welzijn kind en jongere hoofdstuk 7.

Welzijn kind en jongere
Verzorging en inrichting van de ruimte.
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Welzijn kind en jongere
Verzorging en inrichting van de ruimte.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht:
Waarom is het belangrijk om de ruimte van de peuterspeelzaal regelmatig schoon te maken?


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen:
De leerling weet op welke manier je een ruimte verzorgt, zodat deze schoon, sfeervol en veilig is.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schoonmaken:
Werkzaamheden: stoffen, vegen, afwas doen, opruimen.

Schoonmaakbedrijf doet de rest.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten werkzaamheden:
Dagelijks,
Wekelijks,
Periodiek.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgorde schoonmaken:
van minste vuil naar meest vuil,
boven naar beneden,
eerst het droge en daarna het natte werk.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periodiek schoonmaken is:
A
Elke maand de ramen zemen
B
Elke maandag het karton legen
C
Elke dag de vuilniszak verschonen
D
Elk jaar een grote schoonmaak

Slide 7 - Quizvraag


Periodiek: als iets 1 keer per periode moet worden gedaan.

Dagelijkse schoonmaak
Wekelijkse schoonmaak
Periodieke schoonmaak
Bovenop kasten schoonmaken
Glazen deur
wassen
Legen van prullenbak

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Lezen blz. 235 t/m 238.
Onderstreep de belangrijkste begrippen en zinnen.
Maken: opdracht 7.01, 7.02, 7.03, 7.04 (blz. 236 t/m 238).

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht:
In welke volgorde kan je het beste schoon maken?


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Materialen:
Welke materialen zijn nodig om te kunnen schoonmaken?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kijkopdracht:
Maken opdracht 7.05a blz. 239.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kijkopdracht:
Maken opdracht 7.05 b blz. 239.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Milieu:
Veel schoonmaakmiddelen zijn slecht voor het milieu.

Milieuvriendelijk= niet vervuilend voor de leefomgeving van mensen, dieren en planten.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijtend
Product heeft een vernietigend effect op lichaamsweefsels als huid, ogen en slokdarm en veroorzaakt brandwonden.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oxiderend
Product kan gemakkelijk vlam vatten als het in contact komt met een ontstekingsbron (brandende sigaret, lucifer, vonk).

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Milieugevaarlijk
Product kan, als het in het milieu terechtkomt, schadelijk zijn voor de organismen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevaar
Product kan bij inname door de mond, via de huid en door inademen mogelijk kankerverwekkend zijn of op een andere manier schadelijk voor de gezondheid, bijvoorbeeld voor de voortplanting.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaddelijk
Het gezondheidsgevaar van deze producten is minder ernstig dan bij giftige en bijtende stoffen en bij stoffen met een gezondheidsgevaar op lange termijn.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gasfles
Dit zijn samengeperste gassen en vloeibaar gemaakte gassen in gasflessen. Blootstellen aan hoge temperaturen kan brand of ontploffing tot gevolg hebben.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Giftig
Product kan bij inname door de mond, via de huid en door inademen ernstig gevaar opleveren en dodelijk zijn.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontplofbaar
Product kan exploderen als er een ontstekingsbron (vonk, vlam, warmte) bij komt.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is chloor een milieuvriendelijk schoonmaakmiddel?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedrijven produceren al dan niet milieuvriendelijk. Welk bedrijf produceert milieuvriendelijk?
A
Schoonmaakbedrijf De Poetslap maakt schoon met chloor en spiritus.
B
Taxibedrijf Smulders rijdt alleen met hybride auto's.
C
Boer Simon heeft op zijn bedrijf een mestoverschot.
D
Bij de familie Visser mag je heel lang douchen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de begrippen naar de juiste veiligheidspictogrammen.
Gevaarsymbolen zijn herkenbare en duidelijke symbolen, ontworpen om te waarschuwen voor gevaarlijke stoffen of gevaarlijke locaties.
schadelijk
bijtend
ontvlambaar
Giftig

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de begrippen naar de juiste veiligheidspictogrammen.
Gevaarsymbolen zijn herkenbare en duidelijke symbolen, ontworpen om te waarschuwen voor gevaarlijke stoffen of gevaarlijke locaties.
Er blijft 1 begrip over.
schadelijk
bijtend
niet mengen
oxiderend
giftig voor het milieu

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent oxiderend?
A
Een stof die bij contact met zuurstof in brand vliegt/aangetast wordt
B
Een bijtende stof
C
Een stof dat slecht voor het milieu is
D
Een stof dat makkelijk in de brand vliegt

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leer blz 240 en 241 goed !

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sfeer:
Ervoor zorgen dat iemand zich veilig en vertrouwd voelt. Dat kan door:
aankleding ruimte
schoongemaakt en opgeruimd

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Fysieke veiligheid:
Letten op dat materialen niet kapot zijn.
Wordt er in de ruimte goed geventileerd?
Staan er geen gevaarlijke stoffen, materialen binnen handbereik van kinderen?
Is het hygiënisch?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Lezen blz. 238 t/m 245.
Onderstreep de belangrijkste begrippen en zinnen.
Maken: opdracht 7.06, 7.07, 7.08, 7.10, 7.11 en 7.12 (blz. 240 t/m 246).

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra opdracht:
Oefenen bij de uitgeversgroep de combinatievraag en de begrippenlijst van hoofdstuk 7.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent fysieke veiligheid?
A
dat je heel fit bent
B
dat je je altijd veilig voelt
C
dat je je veilig voelt tussen je spullen
D
dat je je veilig voelt bij jouw vrienden

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veiligheid is een reden om schoon te maken
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is belangrijk bij het inrichten van een kamer?
A
Veiligheid
B
Hygiëne
C
Sfeer
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zorgt voor meer sfeer in een kamer?
A
Planten
B
Huisdieren
C
Foto's
D
Veiligheid

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting:
Wat heb je geleerd?
Huiswerk.

PTA 2: 28-11 hoofdstuk 6 t/m 8

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies