P3L6 Uiensoep

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Startklaar 

       

       Pak je Chromebook/ laptop voor je

       Start je Chromebook/ laptop op

       Log in op www.lessonup.app 

       Stop je telefoon in het zakkie en in je tas 

      

Startklaar 

•    Stop je telefoon in het zakkie en in je tas
  

       Ruim je tas en jas op bij de kapstok

       Pak een koksbuis en haarnetje

       Alles gedaan, ga je zitten

      

Afspraken

• Jullie laten mij uitpraten
  
• We zorgen voor een veilige werkomgeving
• Je doet serieus mee
  
• We schelden niet
• Telefoons in je zakkie en tas 

Regels in de nieuwe keuken

• We gaan heel voorzichtig met spullen om
• We laten het heel schoon achter

 Agenda

• Mededeling
• Leerdoelen
• Theorie
• Pannenkoeken & fruit
• Schoonmaken 
• Afsluiten 

 Agenda - mededeling

• Nieuwe leerlingen externe locatie
• Ik verwacht goede samenwerking van jullie kant
• Help waar het nodig is!!!

Theorie 

• HoReCa 

Theorie 

Restaurant

Hotel

Café

Wat weten we nog van de vorige les?

Leerdoelen vorige les

• Ik kan de 14 allergenen benoemen
• Ik kan slagroom kloppen

Leerdoelen 

• Ik kan de 14 allergenen benoemen
• Ik kan 3 soorten bordopmaak presenteren

Wat is een allergie?

Allergieën

• Overgevoeligheid op bepaalde stoffen
• Dit komt door allergenen
• In de horeca houden we rekening met 14 categorieën allergenen

Allergenen

Welke allergenen zitten er in het volgende recept?

Ingrediënten:

• Half blad laurier
• Kwart lepel tijm
• 2 snee casinobrood
• 2 eetlepels geraspte kaas

Ingrediënten:

• 200 gram ui
• 20 gram margarine
• 1 tablet bouillon
• 600 ml water

Allergenen

Allergenen

• Gluten
• Zuivel/melk

Schrijf op je allergenenkaart

• Gluten
• Zuivel/melk

Wat is een bord opmaken?

Uiensoep bordopmaak

• Bordopmaak is het mooi maken van het bord voor de gast
• Zodat je gerecht er mooi uit ziet
• Maar ook netjes, geen vlekjes

Uiensoep bordopmaak

• Teken op je wisbord hoe jouw uiensoep eruit gaat zien op tafel
• Teken ook het bord en bestek

Uiensoep bordopmaak

Wat vindt jij de mooiste?

Uiensoep - bordopmaak 

• Zorg dat het er aantrekkelijk uitziet
• Zodat de gast het graag wil eten
• Vergeet daarbij niet een servet en een onderbord
• Maak af met groene kruiden voor de kleur

Uiensoep - bordopmaak 

• Het krokantje broodje met kaas noemen we ook een crouton

Leerdoelen

• Ik kan de 14 allergenen benoemen
• IIk kan 3 soorten bordopmaak presenteren

Samenvatting

• Allergenen
• Gluten, melk
• Bordopmaak - mooi en netjes je gerecht presenteren voor de gast
• Crouton - Frans voor krokant broodje

Samenvatting

• Wat was nog niet duidelijk?
• Wat wil je nog weten?
• Schrijf op je wisbord

Inductieplaat

9 = hoog

7 = gemiddeld

3 = laag

Inductieplaat

9 = hoog

7 = gemiddeld

3 = laag

• Voor de uien gebruiken we stand 5

Verwarm de oven op 200

Materialen

• bekken 2x
• bakpapier
• ovenrek
• eetlepel
• theelepel
• maatbeker
• soep

Materialen

• koksmes 2x
• witte snijplank
• groene snijplank
• soepkom
• ovenwant
• spatel
• steelpan

Ingrediënten

• 1/2 blad laurier
  
• kwart theelepel tijm
  
• 2 sneden casinobrood
• 2 eetlepel geraspte kaas

Ingrediënten

• 200 gr ui
• 20 gr margarine
• 8 gr bloem
• 1 tablet runderbouillon
• 600ml water

Stap 1

• Pel de ui
• Snij de ui door in de lengte. 
• Snij de ui in reepjes

Stap 2

• Smelt de boter 
• Voeg de ui toe
• Bak ze zacht op 

stand 4

Stap 3

• Doe de bloem in de steelpan. 
• Roer de bloem 1min door de ui

Stap 4

• Doe het water, tijm, laurier en de bouillon erbij. 
• Breng aan de kook. 
• Zet dan wekker 10min!

Stap 5

Doe de bakpapier op de ovenplaat. 

Stap 6

• Leg het brood op de snijplank. 
• Druk de soepkom in het brood

Stap 7

Snij het brood aan de binnenkant van de ingedrukte rand weg.

Stap 8

• Leg het brood op de bakplaat. 
• Verdeel de kaas over het brood

Stap 9

• Zet de bakplaat in de oven. 
• Zet de wekker op 8 minuten

Stap 10

• Haal de crouton uit de oven. 
• Schenk de soep in en leg het broodje op de soep.

Instructie oven

Instructie

Afwassen:

1.  Eten weg
2. Voorspoelen
3. Afwassen
4. Naspoelen 
5. Drogen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Welke materialen hebben we nodig?
Schrijf op.

Afronden

Na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

Je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

Extra voor wie klaar is

• Doeken neerleggen
• Laatjes controleren
• Even lokaal vegen

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 

Taken einde van de les

• Vloer vegen                 Evt dweilen
• Kruidenkar
• Oven schoonmaken
• Afweegwerkbank
• Afdekken + stickeren
• Werkbank controle
• Schone doeken neerleggen

Extra: Gerecht uit je cultuur

• Schrijf een gerecht uit jouw cultuur op
• Hiervan bekijken we een YouTube filmpje
• Schrijf zo veel mogelijk ingrediënten op die je ziet

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Leerdoelen

• Ik kan minimaal 3 eierbereidingen benoemen.
  
• Ik kan minimaal drie eierbereidingen toepassen.

We werken hier in meerdere lessen aan.

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit.