10.1 Opgroeien

10.1 Opgroeien
-Uitleg 10.1
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

10.1 Opgroeien
-Uitleg 10.1

Slide 1 - Tekstslide

Zet op goede volgorde.
1 Jongste
2
3
4
5
6
7
8 Oudste
Oudere
Kind
Adolescent
Kleuter
Volwassene
Peuter
Baby
Puber

Slide 2 - Sleepvraag

Welke van de onderstaande vormen van ontwikkeling horen bij geestelijke ontwikkeling en welke bij lichamelijke ontwikkeling? 
geestelijke ontwikkeling
lichamelijke ontwikkeling
samenwerken
seksuele voorkeur ontdekken
blokken stapelen
rimpels krijgen
Leren praten
Zwaarder worden

Slide 3 - Sleepvraag

Hormoonklieren
  • Hormonen worden gevormd in hormoonklieren.
 
  • Hormonen van de hypofyse zorgen o.a. voor groei en dat je in de puberteit komt.

Slide 4 - Tekstslide

Hormonen
  • Organen bestaan uit cellen.
  • Het celmembraan van cellen bevat receptoren.
  • Het hormoon past alleen op de receptor van het doelwitorgaan.
  • Na binding aan receptor volgt er een reactie (je gaat bijvoorbeeld groeien).

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een groeispurt?
A
je groeit in korte tijd heel snel
B
Je groeit harder dan je leeftijdgenoten
C
Je groeit bijna niet meer
D
Je bent uitgegroeid

Slide 6 - Quizvraag

Zet de zinnen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
Het groeihormoon komt in het bloed.
Het groeihormoon komt in het bot.
De hypofyse maakt het groeihormoon.

De cellen in je botten reageren op het groeihormoon en gaan delen.
Er vindt celgroei plaats, de cel kan hierna opnieuw gaan delen.

Slide 7 - Sleepvraag

Waardoor stop je met groeien?
A
Als de groeischijven van kraakbeen verbenen
B
Als je groeischijven helemaal kraakbeen zijn geworden
C
Als je groeischijven heel dik zijn geworden
D
Als hormonen de celdeling in de groeischijven stoppen

Slide 8 - Quizvraag

Hoe komt het dat mannen vaak groter zijn dan vrouwen ?
A
De groeispurt van de jongens gaat sneller
B
Jongens beginnen later aan de groeispurt
C
De groeispurt van de jongens duurt langer
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 9 - Quizvraag

Aan de slag
  • 10.1 - Opdracht volgens studiewijzer maken en nakijken

Slide 10 - Tekstslide