2023-03-10 GM3A Latijn

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Leerdoelen

• Ik kan uitleggen wat een betrekkelijke / relatieve BZ is.
  

Weektaak

• Herhalen: W t/m les 23
• Leren: W les 24
• Maken (deels in de les): mandatum 12, 13 (2, 3, 4, 6)
• Leren: gramm 24.1 incl. verbuiging relativum

Begintaak

Bespreek de volgende vragen twee aan twee:

• In welk geval vertaal je een pf. bij postquam als plusquamperfectum?
• Welke van de voegwoorden hier naast zijn neven- en welke onderschikkend?
• Verzin een zin (in het Nederlands) met een BZ die iets zegt over een znw.
  

donec

sicut

at

priusquam

cum

quidem..sed

quamquam

ut (2)

quod (2)

nam

-que

En nu jullie:
Pyramus vond de sluier, die onder het bloed zat.

• Wat is HZ, wat is BZ?
• Wat is relativum en wat is antecedent?
• Welk zinsdeel is het antecedent en welk het relativum?
• In welke naamval zou in het Latijn het antecedent komen te staan en in welke het relativum?

Het Latijnse woord voor sluier is velamen, velamina.

• Noteer de juiste vorm van het antecedent en relativum in het Latijn.

Pak je TB op blz. 93, bij T 24

Vertaal T 24.