3-Samenvattende les

3-... 
Wat heb je nodig? Pen, potlood geo. schrift, leerboek, telefoon
(blz.)
5 min - Huiswerk bespreken
5 min - Lesdoelen
10 min - Uitleg:        
...
20 min - Oefenvragen 
5 min - Wat heb je geleerd
Zelfstandig werken

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3-... 
Wat heb je nodig? Pen, potlood geo. schrift, leerboek, telefoon
(blz.)
5 min - Huiswerk bespreken
5 min - Lesdoelen
10 min - Uitleg:        
...
20 min - Oefenvragen 
5 min - Wat heb je geleerd
Zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Een vogelvlucht door hoofdstuk 3

Slide 3 - Tekstslide

Massa is 200 gram, de volume is 20 ml. Wat is de dichtheid?
A
0,1
B
10
C
0,01
D
100

Slide 4 - Quizvraag

Massa is 3 kg, de volume is 34 ml. Wat is de dichtheid?
A
0,09
B
88
C
11
D
0,011

Slide 5 - Quizvraag

Massa is 450 gram, de volume is 0,02 liter. Wat is de dichtheid?
A
22,5
B
22 500
C
4,4
D
0,04

Slide 6 - Quizvraag

Massa is 150 gram, de volume is 20 ml. Wat is de dichtheid?
A
0,13
B
2,3
C
7,5
D
130

Slide 7 - Quizvraag

Massa is 15 mg, de volume is 0,5 dl. Wat is de dichtheid?
A
0,0003
B
3
C
30
D
30 000

Slide 8 - Quizvraag

blz. 78

Slide 9 - Tekstslide

Foto

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide


A
Bevriezen
B
Smelten
C
Vervluchtiging
D
Verdampen

Slide 12 - Quizvraag


A
Rijpen
B
Smelten
C
Vervluchtiging
D
Condenseren

Slide 13 - Quizvraag


A
Bevriezen
B
Smelten
C
Vervluchtiging
D
Rijpen

Slide 14 - Quizvraag


A
Bevriezen
B
Smelten
C
Vervluchtiging
D
Rijpen

Slide 15 - Quizvraag


A
Condenseren
B
Verdampen
C
Vervluchtiging
D
Rijpen

Slide 16 - Quizvraag


A
Condenseren
B
Verdampen
C
Vervluchtiging
D
Rijpen

Slide 17 - Quizvraag


A
Condenseren
B
Verdampen
C
Vervluchtiging
D
Rijpen

Slide 18 - Quizvraag


A
Bevriezen
B
Smelten
C
Vervluchtiging
D
Rijpen

Slide 19 - Quizvraag


A
Bevriezen
B
Smelten
C
Vervluchtiging
D
Rijpen

Slide 20 - Quizvraag


A
Verdampen
B
Condenseren
C
Smelten
D
Rijpen

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

De meeste stoffen in het dagelijks leven zijn mengsels
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quizvraag

De vloeistof is een...
A
mengsel
B
zuivere stof

Slide 24 - Quizvraag

De vloeistof is
A
helder
B
troebel

Slide 25 - Quizvraag

De vloeistof gaat ...
A
niet door een filter heen
B
wel door een filter heen

Slide 26 - Quizvraag

Jantien gaat muren van haar kamer verven. Ze gebruikt een emmer verf waarmee een half jaar geleden de kamer van haar broer is geverfd. De emmer is nog half vol. Kan Jantien meteen na het openen van de emmer gaan verven?
A
Ja, verf blijft altijd goed gemengd.
B
Ja, want verf is een oplossing
C
Nee, want de verf is ontmengd. Ze moet eerst goed roeren
D
Nee, want verf is een suspensie en die moet eerst ontmengen.

Slide 27 - Quizvraag


A
Ze hebben allebei gelijk
B
Ze hebben geen van beide gelijk
C
Alleen Marloes heeft gelijk
D
Alleen Marieke heeft gelijk

Slide 28 - Quizvraag

De stoffen worden met heet water uit de koffie getrokken. Dat heet ...

Slide 29 - Open vraag

De stoffen die niet in water oplossen, blijven achter in het ...

Slide 30 - Open vraag

De verse koffie in de koffiepot noem je het ...

Slide 31 - Open vraag

De vieze koffieprut in het filter noem je het

Slide 32 - Open vraag

Sleep de suspensies naar het rode blok...
suspensies

Slide 33 - Sleepvraag

Slide 34 - Sleepvraag

Als je thee zet, gebruik je water als oplosmiddel
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Oplossingen zijn altijd kleurloos (zoals water)
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Een suspensie ontmengt na verloop van tijd
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Een suspensie is helder, je kunt erdoorheen kijken.
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Suspensies en oplossingen zijn zuivere stoffen
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel

Slide 40 - Open vraag

Zuivere stoffen
Kun je niet verder scheiden. Ze bestaan uit één soort stof. 
Bv. zout, suiker, ijzer, 
zuurstof en 
gedistilleerd water.

Slide 41 - Tekstslide

Mengsels
Bestaan uit verschillende stoffen. 
Bv. Kraanwater, glas, pindakaas, 
cola, en lucht.

Slide 42 - Tekstslide

Sleep de woorden naar het juiste plaatje

Slide 43 - Sleepvraag

Slide 44 - Video

Vaste stof
Vloeistof
Gas
Dichtheid
Hoog
Gemiddeld
Klein
Beweging
Kleine trilling
Beweegt meer dan vaste stof
Bewegen kris kras door elkaar
Ruimte tussen moleculen
Heel klein
Gemiddeld
Groot
Volume
vast
vast
niet vast
Vorm
Vast
niet vast
niet vast

Slide 45 - Tekstslide

Wat heb je
vandaag geleerd?

Slide 46 - Woordweb

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 47 - Poll

ZELFSTANDIG WERKEN
HUISWERK:
...
AFSPRAKEN HUISWERK:
Dag van tevoren (voor 24:00) in de digitale methode. 
EXTRA:
Alle opdrachten die niet huiswerk waren.

Slide 48 - Tekstslide

Foto van je huiswerk hier inleveren

Slide 49 - Open vraag