Vergilius, Aeneis

Vergilius, Aeneis
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vergilius, Aeneis

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt...
4. de belangrijkste kenmerken van een 'traditioneel' epos aanwijzen in Vergilius' Aeneis
6. uitleggen hoe Vergilius' Aeneis past bij het beleid van keizer Augustus (pietas, fatum)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Epos

Slide 4 - Woordweb

Kenmerken epos
  • lange verhalende tekst
  • focus op 1 handeling en 1 hoofdpersoon
  • personages: vaak uit elite, helden, goden
  • alwetende verteller
  • verheven stijl
  • hoog moreel gehalte
  • metrum: dactylische hexameter

Slide 5 - Tekstslide

Het beleid van keizer Augustus
  • Pax Augusta
  • Romeinse virtutes: vaderlandsliefde, huwelijkstrouw,
    soberheid
  • pietas = plichtsgetrouw (land, familie, goden)
  • Leges Iuliae: verplicht trouwen, verbanning als straf
     voor overspel
  • Religie: tempels gebouwd/gerestaureerd
  • Propaganda via dichtkunst: o.a. Vergilius' Aeneis

Slide 6 - Tekstslide

Publius Vergilius Maro
Mantua, 70 v. Chr. 

Brindisi, 19 v. Chr. 

Slide 7 - Tekstslide

Maecenas
Vergilius:
  • Bucolica
  • Georgica
  • Aeneis

Slide 8 - Tekstslide

Vergilius' Aeneis & Augustus
  • 'nationaal' epos
    (net als Ilias & Odyssee)
  •  komst van Romeinse Rijk bepaald door fatum
  • legitimatie van Augustus' afkomst, afstammeling van Venus (Ascanius = Ilus = Ilius > gens Iulia > Gaius Julius Caesar > adopteerde Octavianus = Augustus)

Slide 9 - Tekstslide

Waarom Aeneas?
  • model voor Augustus als stichter van een 'nieuw Rome'
  • pietas: vaderland voor eigen geluk
  • familieman

Slide 10 - Tekstslide

Is Aeneas niet toch een beetje een vreemde keuze als held voor het nationale epos van de Romeinen?

Slide 11 - Open vraag

Aeneis 2.13-30 (tekst a-b)
Wie vertelt dit verhaal aan wie?

Slide 12 - Open vraag

regel 13-16
Citeer een Latijns tekstelement waarmee Aeneas benadrukt dat de Grieken helemaal niet veel sterker/beter waren dan de Trojanen.

Slide 13 - Open vraag

regel 13-17
Door welke grammaticale keuze neemt Aeneas zijn publiek mee naar Troje, naar het moment van de bouw van het houten paard?

Slide 14 - Open vraag

regel 17-20
Citeer een Latijns tekstelement met informatie die Aeneas pas later kan hebben vernomen.

Slide 15 - Open vraag

regel 21-24
Tijdvertraging: beschrijving van het eiland Tenedos.
Vanaf welk Latijns woord gaat het verhaal weer verder?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Scandeer regel 26
Ergo omnis longo solvit se Teucria luctu

Deze versregel bevat ...
A
veel dactyli
B
veel spondeeën
C
ongeveer evenveel dactyli als spondeeën

Slide 18 - Quizvraag

regel 25-28
Welke emotie overheerst bij de Trojanen en waarom?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

regel 27-30
Welke stilistische middelen?

Slide 21 - Woordweb

Slide 22 - Tekstslide