PSO les na aanleiding van de praktijkvakkencaroussel

• Beroepsoriëntatie
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Evaluatie praktijkvakkencaroussel

Waar staat de afkorting
LOB ook alweer voor?

1. Loopbaanoriëntatie
2. Leerlingoriëntatie en begeleiding
3. Loopbaan en begeleiding
4. Loopbaanoriëntatie en begeleiding

Hoeveel sectoren hebben wij op school?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Benoem de sectoren

Tekst

Tekst

Natuur 

Economie en handel 

Techniek 

Voeding en dienstverlening

werken in de winkel 

werken in de keuken 

werken in de metaal 

werken in de bakkerij 

werken in de bediening 

werken in de houtbranche

werken in het

magazijn 

werken in de schoonmaak 

 werken in het groen 

Bij welke sector past dit beroep?

1. Handel en economie
2. Natuur
3. Techniek
4. Voeding en dienstverlening

Past dit bij de sector Natuur?

1. Nee
2. Ja

Bij welke sector zou je hiermee kunnen werken?

1. Natuur
2. Techniek
3. Handel en economie
4. Voeding en dienstverlening

Bij welke sector zou je assistent in de keuken kunnen worden?

1. Handel en economie
2. Techniek
3. Voeding en dienstverlening
4. Natuur

Je gebruikt werktuigen, zoals takkenschaar en een strimmer.

1. Sector: Techniek
2. Sector: Economie en handel
3. Sector: Natuur
4. Sector: Voeding en dienstverlening

Je gebruikt machines zoals een opbol-machine en een deegkneder

1. Sector: Natuur
2. Sector: Voeding en dienstverlening
3. Sector: Economie en handel
4. Sector: Techniek

Hoe heb jij je sector keuze gemaakt?
(overleg thuis, lessen in de klas, gesprekken)

Welke vakken worden er gegeven in de sector techniek? 

Bakkerij 

Metaal 

Tuin

Hout 

Welke twee sectoren heb jij gekozen?

Wat zijn verrijkingslessen?

1. Extra lessen binnen de sector
2. Lessen in een andere sector

Krijg je bij je eerste keuze verrijkingslessen, zodat je beter voorbereid bent voor een certificaat?

1. Ja
2. Nee

Waarom is het maken van een juiste sector keuze zo belangrijk?

Mag je nog wisselen van sector als je gekozen hebt?

Waar staat de afkorting S.V.A. voor?

1. Scholing voor arbeid
2. Samen veel arbeid
3. Scoren voor arbeid
4. Scholing voor anderen

Heb je na de praktijkvakkencaroussel een gerichtere keuze kunnen maken?