H7 krachten tekenen §2 en §3 zwaartekracht

Lesdoelen en planning
  • PW donderdag H6: §1 t/m §6
  • woensdag een informatieve toets op lessonup
  • Huiswerk: Hoe je  krachten voor een situatie  moet tekenen, 24 en 25 en 26
  • Wat is het verschil tussen massa en zwaartekracht 
  • open boek par. 2 van hfd. 7 >>> opgave 24 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen en planning
  • PW donderdag H6: §1 t/m §6
  • woensdag een informatieve toets op lessonup
  • Huiswerk: Hoe je  krachten voor een situatie  moet tekenen, 24 en 25 en 26
  • Wat is het verschil tussen massa en zwaartekracht 
  • open boek par. 2 van hfd. 7 >>> opgave 24 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Zwaartekracht

Slide 5 - Tekstslide

zwaartekracht
m: massa: de hoeveelheid stof
de aantrekkingskracht van de aarde op een voorwerp

Fz=mg(g9,81kgN)

Slide 6 - Tekstslide

Zwaartepunt aangrijpingspunt van Fz
Het punt ten opzichte waarvan de massa van dat object in evenwicht is.

Een voorwerp zal omvallen als het 
zwaartepunt niet boven het steunvlak 
ligt.
Steunvlak

Slide 7 - Tekstslide

Het massamiddelpunt (zwaartepunt)

Slide 8 - Tekstslide

zwaartepunt

Slide 9 - Tekstslide

waar is het zwaartepunt?

Slide 10 - Tekstslide

waar is het zwaartepunt?

Slide 11 - Tekstslide

Hoe groot is de zwaartekracht ongeveer op een paard van 120 kg?
A
12 N
B
12 kg
C
1200 N
D
1200 kg

Slide 12 - Quizvraag

V2) De gewichtheffer heeft een massa van 150 kg. De gravitatieconstante is 9,8 m/s .
Bereken de zwaartekracht die werkt op de
gewichtheffer.
2
A
1470 N
B
15,3 N
C
159,8 N
D
kan je met deze gegevens niet berekenen

Slide 13 - Quizvraag

De valversnelling "g" op Mars is 3,7 N/kg. Hoe groot is de zwaartekracht die Mars op een zonnebril van 20 g uitoefent?
A
7,4 N
B
0,74 N
C
0,074 N
D
0,0074 N

Slide 14 - Quizvraag

Zwaartekracht

Slide 15 - Tekstslide

huiswerk morgen 
§3; maak nu opgave 29, 32

Slide 16 - Tekstslide

wat heb je vandaag geleerd

Slide 17 - Open vraag

Valversnelling

Slide 18 - Tekstslide

valversnelling
A
9,81 m/s2
B
9,81 N/kg
C
9,81 N
D
9,81 Kg

Slide 19 - Quizvraag

Door de afplatting van de aarde is de valversnelling op de polen groter
dan op de evenaar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

bewering : valversnelling van een planeet is afhankelijk van de massa van de planeet
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

bewering: valversnelling op een voorwerp is afhankelijk van de afstand van het voorwerp tot de planeet
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag