In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Herhaling H1 & H2
Hoofdstuk 1 - Hoe welvarend ben jij?
Hoofdstuk 2 - Wat voor consument ben jij?
Slide 1 - Tekstslide
Hoeveel procent is de Iphone 14 duurder dan de Iphone 13? Iphone 13: 849 euro Iphone 14: 1019 euro
A
20%
B
16,7%
C
83,3%
D
120%
Slide 2 - Quizvraag
In 2017 waren 12 apen in de dierentuin. In 2014 waren er 8. Wat is de procentuele verandering?
A
25%
B
50%
C
75%
D
33,3%
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent het recht op een "deugdelijk product"
A
Dat je minimaal 1 jaar garantie hebt
B
Dat je minimaal 2 jaar garantie hebt
C
Dat een product niet kapot mag gaan tijdens het gebruik
D
Dat een product bij normaal gebruik een bepaalde tijd mee moet gaan
Slide 4 - Quizvraag
Je hebt een ondeugdelijk product ontvangen van een bedrijf via internet. Het bedrijf wilt zich niet aan de garantieregels houden. Waar kun je dan terecht?
A
De rechter
B
De politie
C
De consumentenbond
D
De geschillencommissie
Slide 5 - Quizvraag
Wie controleert er of bedrijven zich wel houden aan de Warenwet?
A
De producenten
B
Het ministerie van volksgezondheid
C
Het voedingscentrum
D
De NVWA
Slide 6 - Quizvraag
Welke wet stelt regels op over de veiligheid, gezondheid, etikettering en kwaliteit van producten?
A
Wet koop op afstand
B
Colportagewet
C
Warenwet
D
Wet productaansprakelijkheid
Slide 7 - Quizvraag
Je mag een product van meer dan 50 euro dat je aan de deur gekocht hebt annuleren.
A
Wet koop op afstand
B
Colportagewet
C
Warenwet
D
Wet productaansprakelijkheid
Slide 8 - Quizvraag
Wanneer je een huis huurt, kun je altijd huurtoeslag aanvragen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Het aanbod op de woningmarkt stijgt. Wat betekent dat?
A
Er komen meer huizen in de verkoop.
B
Er worden minder nieuwe woningen gebouwd.
C
Meer mensen willen een huis kopen.
D
Mensen blijven langer in hetzelfde huis wonen
Slide 10 - Quizvraag
Huur betalen valt onder?
A
Vaste lasten
B
Reserveringsgeld.
C
Huishoudelijke uitgaven
D
Incidentele uitgaven
Slide 11 - Quizvraag
De overdrachts-belasting is 2%. Welke bedrag betaal ik bij aankoop?
A
€8.800,-
B
€7.520,-
C
€24.450,-
D
€9.780,-
Slide 12 - Quizvraag
Hoe noem je een lening voor de aankoop van een huis?
A
Hypothecaire lening
B
Huurlening
C
Woz lening
D
Kooplening
Slide 13 - Quizvraag
Welke van de onderstaande stellingen is juist?
A
Secundaire behoeften zijn fysieke behoeften, primaire behoeften zijn emotionele behoeften
B
Secundaire behoeften zijn duurder dan primaire behoeften
C
Primaire behoeften zijn essentieel voor overleving
D
Primaire behoeften zijn luxer dan secundaire behoeften
Slide 14 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met budgetteren?
A
Inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen
B
Inkomsten en uitgaven uit het verleden bekijken
C
Vergroten van de inkomsten
D
Verlagen van de uitgaven
Slide 15 - Quizvraag
Welke omschrijving past bij promotie beleid
A
Op welke manier wordt reclame gemaakt?
B
Hoe ziet de etalage eruit?
C
Waar is het te koop?
D
Welke prijs krijgt het product?
Slide 16 - Quizvraag
Je gaat hardlopen in het bos. Heb je dan gebruik gemaakt van schaarse middelen?
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quizvraag
Een fiets kost € 1095. Je spaart elke maand € 115. Je bent al 5 maanden aan het sparen. Welk bedrag moet je maandelijks reserveren als je de fiets over 5 maanden wil kopen?
A
104 euro
B
219 euro
C
575 euro
D
115 euro
Slide 18 - Quizvraag
Voor het minimum loon is 2019 het basisjaar. In dat jaar was het minimumloon € 1685. In 2025 is minimium gestegen naar € 2165. Bereken voor 2025 het indexcijfer.
A
122,2
B
77,8
C
128,5
Slide 19 - Quizvraag
In welk rijtje staan alleen vaste lasten??
A
netflix abonnement – gas en elektra – huur
B
sport contributie – boodschappen-kleding
C
cadeautje– hypotheek – nieuwe wasmachine
D
terugbetaling lening – vakantie -verzekeringen
Slide 20 - Quizvraag
Met reclame wordt de aandacht gevraagd voor een product of dienst. Bij ........................ reclame is het doel om gegevens en de prijs van producten te noemen en toe te lichten.
A
Ideële reclame
B
Commerciële reclame
C
Informatieve reclame
Slide 21 - Quizvraag
Welke van onderstaande beweringen is onjuist?
A
Consumentenorganisaties geven informatie over mijn rechten en plichten als consument