AFPG-B-2 Uitscheiding

Medische termen vorige week
Costa = 

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Medische termen vorige week
Costa = 

Slide 1 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Costa = rib

Slide 2 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Lordose = 

Slide 3 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Lordose = kromming van de wervelkolom, hol

Slide 4 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Meniscus = 

Slide 5 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Meniscus = halvemaanvormig stukje kraakbeen in het kniegewricht

Slide 6 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Os humerus = 

Slide 7 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Os humerus = opperarmbeen

Slide 8 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Scoliose = 

Slide 9 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Scoliose = zijwaartse kromming van de wervelkolom

Slide 10 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Vertebrae lumbales = 

Slide 11 - Tekstslide

Medische termen vorige week
Vertebrae lumbales = lendenwervels

Slide 12 - Tekstslide

AFPG-B-2 Uitscheiding

Slide 13 - Tekstslide

Nieren en urinewegen
  • Nieren (ren = nier)
  • Ureter (urineleider)
  • Blaas (vesica urinaria)
  • Urethra (urinebuis, plasbuis)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Nierhilus = plaats waar
bloedvaten, zenuwtakken
en lymfevaten de nier 
in- en uitgaan.

Slide 18 - Tekstslide

Functie van de nieren
Afvalstoffen verwijderen uit het bloed
Controle samenstelling bloed en eventueel aanpassen

  • Water: effect op bloedvolume en bloeddruk
  • Zouten: effect op waterhuishouding, bloedvolume en bloeddruk
  • Zure en basische stoffen: effect op zuurgraad 
  • Afvalstoffen en overtollige stoffen verwijderen

Slide 19 - Tekstslide

Test

Nefron = functionele niereenheid of urinefabriekje

Onderdelen:
  • Kapsel van Bowman
  • Glomerulus
  • Proximale tubulus
  • Lis van Henle
  • Distale tubulus
  • Verzamelbuisjes

Slide 20 - Tekstslide

Test

Slide 21 - Tekstslide

Test

Ultra-filtratie
Onder invloed van de bloeddruk wordt een deel van het bloed uit de glomerulus geperst in de holte van het kapsel van Bowman
Bloed wordt gefilterd
Voorurine: 180 liter per dag
  • Bevat WEL: water, glucose, aminozuren, zouten, afvalstoffen
  • Bevat NIET: grote bloedeiwitten, bloedcellen, bloedplaatjes



Slide 22 - Tekstslide

Test

Reabsorptie
In de gekronkelde buisjes, lis van Henle en de verzamelbuisjes worden bruikbare stoffen weer opgenomen in het bloed
Hierna: echte urine naar het nierbekken

Urine: 1,5 – 2 liter per dag
Bevat: water, zouten, afbraakproducten van eiwitten (ureum, urinezuur), uribilline, celresten, vitamines, mineralen



Slide 23 - Tekstslide

Ureter --> Blaas
Ureter = urineleider
  • Van nieren naar blaas
  • 25 – 30 cm lang
  • Peristaltiek

Blaas
  • Ligt op de bekkenbodem, voor in het bekken
  • Tijdelijke opslag van urine, speelt een rol bij de mictie



Slide 24 - Tekstslide

Uretra = urinebuis / plasbuis
  • Van blaas naar buitenwereld
  • Vrouw 3 cm lang / man 15 – 20 cm lang


Slide 25 - Tekstslide

Mictiereflex = urinelozing
300 ml urine (volle blaas), rekt de blaaswand op, dit geeft een prikkel van uit de rekkingssensoren
Deze prikkel geeft:
  • ontspanning binnenste kringspier
  • aanspannen spieren blaaswand
  • naar hersenen: “ik moet plassen”
Bewust ophouden: buitenste kringspier aanspannen
Plassen: buitenste kringspier ontspannen

Slide 26 - Tekstslide

Regeling water- en zouthuishouding
Hormoon ADH (=antidiuretisch hormoon)
  • gemaakt in hypofyse
  • effect: minder urineproductie
Hormoon renine
  • gemaakt in nieren en activeert bloedeiwit bij lage bloeddruk
  • minder natrium uitscheiden, hierdoor meer water vasthouden zodat de bloeddruk toeneemt
  • vaatvernauwing zodat de bloeddruk toeneemt


Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

6 medische termen, even oefenen
Diurese = vorming van urine
Glucosurie = aanwezigheid van glucose in de urine
Mictie = plassen
Polyurie = veel plassen
Stress-incontinentie = urineverlies door verhoging van abdominale druk bij hoesten, niezen of lachen
Ureter = urineleider

Slide 30 - Tekstslide

6 medische termen, even oefenen
Diurese = 
Glucosurie = 
Mictie = 
Polyurie = 
Stress-incontinentie = 
Ureter = 

Slide 31 - Tekstslide

Huiswerk
  1. Vragen maken uit LWP.
  2. Woorden opzoeken in Quizlet.
  3. Eind van de week: vragen nakijken met antwoordmodel.
  4. Vragen en woorden leren.
  5. Volgende week: kleine toets over de vragen en docent vraagt naar medisch termen.

Slide 32 - Tekstslide