Samenstellingen 319

Hierna volgt uitleg over:
Twee- tot zes-jarigen of
Je weet wanneer je woorden aan elkaar moet schrijven en past de regel toe in de opdrachten.
Je weet wanneer je een koppelteken moet schrijven binnen een samenstelling en past die regel toe in de opdrachten.
Samenstellingen
23 maart '21
319BH
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Hierna volgt uitleg over:
Twee- tot zes-jarigen of
Je weet wanneer je woorden aan elkaar moet schrijven en past de regel toe in de opdrachten.
Je weet wanneer je een koppelteken moet schrijven binnen een samenstelling en past die regel toe in de opdrachten.
Samenstellingen
23 maart '21
319BH

Slide 1 - Tekstslide

Samenstellingen
Naar aanleiding van nagekeken proces-verbalen
De meest gemaakte fouten zijn fouten in samenstellingen.

Eerst even testen met woorden uit jullie pv's:

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf de woorden correct: winkel kar / bloemen stal / bier flesje /

Slide 3 - Open vraag

REGEL
Samenstelling: een woord dat uit 2 of meer woorden bestaat die ook op zichzelf kunnen staan: 
bloed druppels
zieken huis
water fles
Regel/uitgangspunt: aan elkaar schrijven

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf correct: ambulance broeder

Slide 5 - Open vraag

Schrijf correct: stage begeleider

Slide 6 - Open vraag

Opdracht
Maken: 
opdr. 1a, blz. 225
opdr. 2a, blz. 226
opdr. 3a-b, blz. 227, advertentie mailen naar tdegoede@rockopnh.nl.
Later bekijken we elkaars advertentie.
timer
20:00

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf correct: RTGB opdracht

Slide 13 - Open vraag

Schrijf correct: 20 jarige man

Slide 14 - Open vraag

Schrijf correct: haar ex man heeft een steek wapen

Slide 15 - Open vraag

Opdracht
Theorie: blz. 228 van je A-boek
Maken:
opdr. 4a, blz. 229
opdr. 5a+5b+5c
opdr. 6a, blz. 231
Eerder klaar? Studiemeter-ViaStarttaal3F-Spelling-Aaneenschrijven
timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide

Advertentie, opdr. 3, blz. 227
Bespreken van advertenties.

Slide 17 - Tekstslide

Hierna volgt uitleg over:
Twee- tot zes-jarigen of
Leg uit wat het verschil is: zonder koppelteken en met koppelteken.

Slide 18 - Tekstslide

Ik kan de besproken regels omtrent samenstellingen correct toepassen.
Ja
Nee

Slide 19 - Poll

Dinsdag 30 maart
319BH

Raadsel:

Slide 20 - Tekstslide

Wat de pot schaft

Hussel de letters door elkaar.

Welke zin past
dan bij het
plaatje?->

Slide 21 - Tekstslide

Wat de Schot paft








(Wat de pot schaft)

Slide 22 - Tekstslide

Lesdoelen en lesinhoud
Je kunt vertellen wanneer je woorden aan elkaar moet schrijven
Je kunt vertellen wanneer je een koppelteken moet schrijven binnen een samenstelling
*Je weet wanneer je een tussen -s moet schrijven
*Je weet wanneer je een tussen -n moet schrijven
* nieuw vandaag

Slide 23 - Tekstslide

Samenstelling

Slide 24 - Woordweb

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
jazz-zanger
B
jazz zanger
C
jazzzanger

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
café-eigenaar
B
caféeigenaar
C
café eigenaar

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
roc-leerling
B
roc leerling
C
rocleerling

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
taken-boek
B
taken boek
C
takenboek

Slide 30 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
autobandventiel-dopje
B
autoband ventieldopje
C
autobandventieldopje

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
auto-alarm
B
autoalarm
C
auto alarm

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
radio-omroep
B
radioomroep
C
radio omroep

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
vanille ijs
B
vanille-ijs
C
vanilleijs

Slide 34 - Quizvraag

Welke samenstelling is goed gespeld?
A
zonnenbril
B
beukennootje
C
ladenkast
D
roggenbrood

Slide 35 - Quizvraag

Tussen -n of tussen -s
Gemeentehuis
Hondenhok
Stationsweg

Sommige woorden schrijf je met een 'n' in het midden, andere met een 's' in het midden. Wanneer gebruik je nou wat?

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Met of zonder tussen 'n'?
A
kattebak
B
kattenbak

Slide 40 - Quizvraag

Je schrijft een tussen-n als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud heeft op -en
A
fout
B
goed

Slide 41 - Quizvraag

Waarom schrijf je maneschijn zonder tussen -n?
A
Je hebt er maar 1 van
B
Het eerste woord heeft een sterke betekenis
C
Het woord kan op -en en op -s eindigen
D
Het juiste antwoord staat er niet tussen

Slide 42 - Quizvraag

Waarom schrijf je horlogemaker zonder tussen n?
A
Je hebt er maar 1 van
B
Het eerste woord heeft een sterke betekenis
C
Het woord heeft alleen een meervoud op -s
D
Dit woord heeft twee meervouden

Slide 43 - Quizvraag

Aan de slag!
Maken uit het A-boek:
Opdr. 7a+b (blz. 232 e.v.)
Opdr. 8a+b (blz. 234 e.v.)
Klaar?
Ga naar studiemeter, ViaStarttaalOnline3F, Spelling, Aaneenschrijven en tussenklanken. Deeltoets: voldoende.

Slide 44 - Tekstslide

Maken op studiemeter
Opdrachten en deeltoets van Spelling:
Aaneenschrijven en tussenklanken

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Link

Schrijf een zakelijke e-mail
Schrijf een zakelijke e-mail aan de journalisten Renate en Bas.
Geef advies aan hen hoe zij het onderzoek nu verder kunnen voortzetten. Denk aan:
Welke vervolgstappen zou jij nemen? Welke vragen zou jij aan wie willen stellen?
De kern moet uit minstens 100 woorden bestaan.
Lever vandaag je e-mail in op CumLaude, inleveropdracht 5.

Slide 47 - Tekstslide

De regels over tussen -n en tussen -s kan ik correct toepassen.
Ja
Nee

Slide 48 - Poll