Samenvatting lj 2
1 / 49
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De eenheid van massa is m of cm
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
gemiddelde snelheid =
A
afstand : tijd
B
tijd : afstand
Slide 3 - Quizvraag
afstand =
A
gemiddelde snelheid x tijd
B
gemiddelde snelheid : tijd
Slide 4 - Quizvraag
Bij een vertraagde beweging wordt de snelheid
A
kleiner
B
groter
Slide 5 - Quizvraag
Welk woord hoort onder de rode streep?
A
remweg
B
reactie-tijd
C
reactie-afstand
D
stop-tijd
Slide 6 - Quizvraag
Welk woord hoort onder de rode streep?
A
remweg
B
reactie-tijd
C
reactie-afstand
D
stop-tijd
Slide 7 - Quizvraag
Een kracht kan de vorm van iets veranderen.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Een kracht kun je zien.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Bij een eenparige beweging
A
blijft de snelheid gelijk
B
wordt de snelheid lager
C
wordt de snelheid hoger
Slide 10 - Quizvraag
Bij een versnelde beweging wordt de snelheid
A
groter
B
kleiner
Slide 11 - Quizvraag
Iemand die alcohol heeft gedronken, heeft een langere reactie-tijd.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Een voorbeeld van een hefboom is een bieropener
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
lastpunt
draaipunt
krachtpunt
Slide 14 - Sleepvraag
Als je ouder bent is je reactie-tijd korter
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Hoeveel lampen staan er bij dit voetbalveld
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 16 - Quizvraag
Welk woord hoort te staan bij A
A
lichtbundel
B
randstralen
C
schaduw
D
lichtstralen
Slide 17 - Quizvraag
Welk woord hoort te staan bij B
A
lichtbundel
B
randstralen
C
schaduw
D
lichtstralen
Slide 18 - Quizvraag
Hoe noem je deze reeks kleuren?
A
een regenboog
B
een spectrum
C
een kleurenboog
D
wit licht
Slide 19 - Quizvraag
De lamp van een laser is
A
een zuivere kleur
B
een mengkleur
Slide 20 - Quizvraag
hoe merk je dat er infrarode straling in het zonlicht zit?
A
Dat voel je als warmte
B
Dat zie je aan de rode kleur
C
Je wordt er bruin van
D
Dat zie je aan de paarse kleur
Slide 21 - Quizvraag
Welke straling wordt gebruikt in een afstand bediening
A
IR - Straling
B
UV - straling
Slide 22 - Quizvraag
Van welke straling wordt je bruin
A
IR -straling
B
Uv - straling
Slide 23 - Quizvraag
Maak af: te veel UV-straling...
A
maakt je huid bruin
B
wordt heel warm
C
doet pijn aan je ogen
D
is kankerverwekkend
Slide 24 - Quizvraag
Of geld echt is, kun je controleren met een infrarood-lamp
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Wat betekent "infrarood"?
A
voor het rood
B
voorbij het rood
C
warm rood
D
koud rood
Slide 26 - Quizvraag
Wat is de afstand van de aarde tot de zon?
A
120 000 000 km
B
100 000 00 km
C
150 000 000
D
200 000 000 km
Slide 27 - Quizvraag
Welke planeet staat het dichtste bij de zon?
A
Mercurius
B
Aarde
C
Venus
D
jupiter
Slide 28 - Quizvraag
Wat is een hemellichaam?
A
Een planeet
B
de sterren
C
de zon
D
alle natuurlijke voorwerpen die zweven in het heelal
Slide 29 - Quizvraag
welke planeet zie je hier? Hij is rood en staat 4e in de rij vanaf de zon. Er zijn al onderzoeken op deze planeet geweest.
Slide 30 - Open vraag
Welke planeet is een aardse planeet?
A
Mars
B
Jupiter
C
Saturnus
D
Neptunus
Slide 31 - Quizvraag
Welke planeet zie je hier?
Slide 32 - Open vraag
Zoek de juiste afbeelding bij het hemellichaam. Sleep ze.
maan
planetoïde
dwergplaneet Pluto
zon
Slide 33 - Sleepvraag
Aardse planeet
Reuze planeet
Mercurius
Venus
Aarde
Jupiter
Saturnus
Slide 34 - Sleepvraag
In hoeveel dagen draait de aarde in een baan om de zon?
A
1 dag
B
7 dagen
C
31 dagen
D
365 dagen
Slide 35 - Quizvraag
Je ziet hier een afbeelding van de aarde die door de zon wordt beschenen. Het bolletje is Nederland. Hoeveel uur is er zon die dag?
A
6 uur
B
24 uur
C
12 uur
D
48 uur
Slide 36 - Quizvraag
Hoeveel km is 1 AE? Dit is ook de afstand van aarde tot de zon.
A
150.000km
B
15.000km
C
150.000
D
150.000.000 km
Slide 37 - Quizvraag
Noem zoveel mogelijk manieren die we geleerd hebben om planeten te onderzoeken.
Slide 38 - Open vraag
Welke ruimtevaartuigen zie je hier?
A
orbiters
B
landers
C
rovers
D
telescopen
Slide 39 - Quizvraag
Dit is een natuurlijke geluidsbron
A
waar
B
niet waar
Slide 40 - Quizvraag
Welke geluidsbron zien jullie op dit plaatje?
Slide 41 - Open vraag
gehoorbeentjes
Oorschelp
Trommelvlies
Slide 42 - Sleepvraag
Het trillende vel in een luidspreker heet:
Slide 43 - Open vraag
Sonar werkt met geluid dat mensen wel/niet kunnen horen.
A
wel
B
niet
Slide 44 - Quizvraag
Frequentie is het aantal .......... per seconde
A
geluiden
B
trillingen
Slide 45 - Quizvraag
100 Hz is dus
A
1 trilling per seconde
B
10 trillingen per seconde
C
100 trillingen per seconde
D
1000 trillingen per seconde
Slide 46 - Quizvraag
Het frequentiebereik van mensen (met een normaal gehoor) is:
A
10 Hz tot 10000 Hz
B
20 Hz tot 20000 Hz
C
30 Hz tot 30000 Hz
D
40 Hz tot 40000 Hz
Slide 47 - Quizvraag
Hoeveel decibel wijst de meter aan?
A
40 dB
B
50 dB
C
90 dB
D
60 dB
Slide 48 - Quizvraag
De ................... is de kleinste geluid-sterkte die je nog kunt horen.
A
gehoor-drempel
B
pijngrens
C
decibel
D
volume
