1. Maak tweetallen
2. Gebruik de opdracht die voor jullie ligt. Vul de ontbrekende woorden in met behulp van Par 1.1
3. Klaar? Ga aan de slag met de weektaak
Weektaak:
Lezen:
Par. 1.1 (Blz. 14 t/m 16)
Par. 1.2 (Blz. 19 en 20)
Maken:
Par. 1.1, vr. 3 t/m 5 (blz. 17 en 18)
Par. 1.2, vr. 4 t/m 6 (blz. 21)
Leerdoelen 1.1 en 1.2
Maken: Par. 1.2, vr. 4 t/m 6 (blz. 21)