3K meervoud en moeilijke woorden

3K meervoud en moeilijke woorden

Programma

Welkom

Paragraaf 52 meervoudsvormen

Opdrachten maken

Bespreken

Paragraaf 53 moeilijke woorden

Opdrachten maken

Afsluiting

Opdracht 1

Schrijf de woorden op die in het meervoud staan.

• a dieselauto's - motoren
• b stoffeerder - huizen - bedrijven
• c hoenderen - dagen - eieren
• d kinderen - tweeën 
• e meisjes - ski's

Opdracht 2

Schrijf de woorden op die in het meervoud staan.

• a de dieselauto - de motor 
• b het huis - het bedrijf
• c de hoen - de dag - het ei
• d het kind - de twee
• e het meisje - de ski

Zelfstandig werken

Maak opdracht 4 t/m 10

Klaar?

Werk aan je fictiedossier

Opdracht 4

• a dieselauto’s (1), motoren (2)
  
• b huizen (2), bedrijven (2)
  
• c hoenderen (5), dagen (2), eieren (5)
  
• d kinderen (5)
  
• e meisjes (1), ski’s (1) 

Opdracht 5

• a dieselauto’s: pyjama’s; motoren: sponsoren
  
• b huizen: bazen; bedrijven: neven
  
• c hoenderen: runderen; dagen: bladen; eieren: lammeren
  
• d kinderen: aderen
  
• e meisjes: tafels; ski’s: lolly’s

Opdracht 6

• Woorden die eindigen op -ie waarbij de klemtoon op -ie ligt, eindigen in het meervoud op -ieën

Opdracht 7

• a luchten (2), steden (4)
  
• b stoffeerders (1), vloerbedekkingen (2)
  
• c ruiven (2), schuren (2)
• d schepen (4), werven (2)
  
• e sleeën (3), bergingen (2)

Opdracht 8

• a juweliers
  
• b wezen
  
• c dictees
  
• d albatrossen
  
• e kalveren
  
• f accu’s
  
• g knieën
  
• h baby’s

Opdracht 8

• i centra / centrums
  
• j coryfeeën
  
• k gelederen
  
• l collega’s
  
• m crises / crisissen
  
• n raderen / raden
  
• o liederen
  
• p academici

Opdracht 9

• a schuiven
  
• b hobby’s
  
• c ideeën
  
• d fornuizen
  
• e eenheden
  

Opdracht 9

• f mogelijkheden
  
• g paraplu’s
  
• h musici
  
• i symfonieën
  
• j bladeren

Opdracht 10

• 0 a academici
  
• b raderen / raden
  
• c crises / crisissen
• d gelederen
  
• e coryfeeën
  
• f albatrossen
  
• g reçu’s 

Opdracht 1

Lees de tekst 'zie je die stoeptegel? Dat was huisvuil'

Omschrijf in één woord uit welk materiaal de stoeptegel is gemaakt.

Opdracht 2

Is het nodig om de betekenis van 'commercieel directeur' te kennen om de tekst te begrijpen?

Zelfstandig werken

Maak opdracht 4 t/m 11

Afsluiting

Volgende les: kijk- en luistertoets

Neem je laptop en oortjes mee.