BK 2.4 en TH 2.2 Het verteringsstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo
• Leerjaar 2

Vorige les

In de vorige les hebben jullie geleerd over voedingsmiddelen.

Wie kan mij hierover vertellen?

Leerdoelen

• Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.
• Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
• Je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven, 

Verteringsstelsel

Alle delen van het lichaam die betrokken zijn bij de vertering van voedsel.

Darmkanaal

Kanaal van de mond tot de anus.

Vertering

Afbreken van grote voedingsstoffen tot kleinere voedingsstoffen.

Verteringsproducten

Voedingsstoffen die door de darmwand in het bloed kunnen worden opgenomen.

Kauwen

Voedsel in je mond> met snijtanden en hoektanden bijt je voedsel af.

Kiezen hebben een knobbelige bovenkant, hiermee vermalen ze voedsel. Doordat het vermalen wordt kun je voedsel doorslikken. Door het voedsel in kleine stukjes te verdelen, wordt het oppervlak groter, dit noem je mechanische vertering.

Verteringssappen

Deze heb je nodig voor vertering. Verteringssappen worden gemaakt door verteringsklieren. De mens heeft de volgende verteringsklieren:

• speekselklieren
• maagsapklieren
• lever
• alvleesklier 
• darmsapklieren

Chemische vertering

Vorm van vertering waarbij stoffen worden omgezet in andere stoffen door middel van scheikundige reacties. 

Stoffen worden omgezet in andere stoffen.

Enzymen

Stoffen die scheikundige reacties sneller laten verlopen.

Darmperistaltiek

Afwisselend samentrekken en ontspannen van de kringspieren en de lengtespieren in de darmwand.

Kringspieren

Spieren in de darmwand rondom het darmkanaal.

Lengtespieren

Spieren in de darmwand die in de lengte liggen.

Aan de slag

Jullie gaan lezen en maken

BK: 2.4

TH: 2.2