Prestatie bepalende factoren

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Prestatie bepalende factoren

Periode 1+2 

Waar staat CLUKS voor?

Waar moet een doelstelling aan voldoen?

1. SMART
2. LAKS
3. STARR
4. VIDBM

Waar staat SMART doelstelling voor?

WELK ANTWOORD HEEFT GÉÉN INVLOED OP PRESTATIE BEPALENDE FACTOREN

1. aanleg en gezondheid
2. omstandigheden
3. verzekeringen
4. bewegingseigenschappen

noem de 5 bewegingseigenschappen

benoem de bouwstenen van trainingsbelasting

welke klopt niet bij de bouwsteen ''omvang''

1. aantal herhalingen
2. aantal series
3. lengte in kilometers
4. buikomvang

waar of niet waar:
bij een lagere intensiteit heb je een kortere herstelpauzes

1. waar
2. niet waar

welke afkorting wordt gebruikt voor differentiaties

1. storm
2. stroom
3. smart
4. sterk

waar niet waar:
de M van stroom staat voor meetbaar

1. waar
2. niet waar

waar of niet waar:
een beginsituatie creëren is essenstiel voor een trainingsschema op maat

1. waar
2. niet waar

waar staat PBF voor

weersomstandigheden, kleding en materiaal, voeding hoort bij:

1. aanleg en gezondheid
2. psychische of mentale eigenschappen
3. techniek tactiek
4. overige factoren

welke hoort er ''niet'' bij:
hoe kan je goed testen?

1. het moet herhaalbaar zijn
2. de test moet objectief zijn
3. de test moet valide zijn
4. de test moet perse bij 1 persoon

waar niet waar:
testen zijn belangrijk voor een beginsituatie

1. waar
2. niet waar

STROOM staat voor:

Vind je prestatie bepalende factoren interessant?

ja

nee

een beetje

ik heb regelmatig het boek gebruikt

ja

regelmatig

bijna niet

nooit